Translate

zaterdag 1 juni 2013

Tomaat-tomaat (en botermalse kip)

Er zijn mensen die zich afvragen waarom hun tomatensaus toch zo anders smaakt dan in Italië. Als ik dan zie dat zij grote potten kant-en-klare tomatenpuree in een pan gieten, vervolgens een grote zak voorgesneden groente bovenop de puree gooien, nog geen vijf minuten later de tomatensaus op bord scheppen, én elke spaghettisliert in een dikke laag saus laten verdwijnen, weet ik wel waarom.

Laat ik bij het begin beginnen:

Allereerst gaat het fout bij de kant-en-klare tomatensaus. En dan bedoel ik die tomatensauzen met groenten en kruiden erin. In die ingrediëntenlijst staan soms dingen die je niet eens tot een bekend product kunt herleiden. Laat staan dat je alle ingrediënten zonder stotteren uit kunt spreken. Niet doen dus. Gebruik gewoon, net als ik, een eenvoudig blikje gepelde tomaat of zo’n vierkant pakje van de Euroshopper. Je kunt ook, als je meer tijd hebt, verse tomaten pakken. Dan zijn “pomodori-tomaten” zoals men ze wel eens noemt (wat dus eigenlijk tomaten-tomaten betekent….) een goede optie.
 
Uit het tijdschrift: HappyFood (mei 2013)
En ten tweede? Ten tweede hoef je voor een goede tomatensaus echt niet zo heel veel ingrediënten te gebruiken. Ik weet het: we moeten allemaal 2 ons groenten per dag eten. Maar dat betekent nog niet dat je dat allemaal in je pastasaus hoeft te gooien! Je kunt ook een lekkere salade náást je pasta maken (beetje rucola, beetje citroensap, nog wat artisjokken er door heen. Lekker!).  Want echte Italiaanse tomatensaus is juist zo goed als er weinig inzit:

Doe een gesnipperd uitje in de pan, met wat knoflook (2 tenen in plakjes) en misschien een paar ansjovisjes (4 stuks). Laat dit even bakken in olijfolie tot het begint te bruinen en de ansjovis uit elkaar valt, voeg dan tomatenpuree toe (500 gram) en laat dit heerlijk lang pruttelen tot de saus volledig is ingedikt en je ongeveer de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid hebt. Serveer met wat spaghetti, gooi er wat basilicum door heen, en geraspte parmezaan erover en je bent klaar.

En zo kom je gelijk bij probleem nummer 3: “heerlijk lang pruttelen”. Woorden die bij veel mensen niet in hun kookvocabulaire voorkomen en waar juíst het grootste geheim van de Italiaanse keuken ligt: de saus moet lángzaam koken. En dat kost inderdaad een beetje tijd.

Maar ga nou niet beweren dat jij die tijd niet hebt. Die tijd hebben we allemaal. Want terwijl jouw tomatensaus heerlijk staat te pruttelen op het vuur, kun jij je huis schoonmaken, nog even wat vrienden appen, je oma bellen of je status bijwerken op Facebook. Kortom: Als je pannetje maar lekker pruttelt, heb jij alle tijd om je bezig houden met al die andere nuttige activiteiten van je.

Dus….. Je hebt geen excuus meer. Aan de slag!

Onderstaand gerecht heb ik geleerd tijdens een cursus in Florence. Je kunt het warm en koud serveren (heerlijk als lunch) en ik eet er graag knapperig stokbrood bij (met die groene salade van rucola bijvoorbeeld).

Fettine di pollo in salsa alla Livornese / Kip in Livornese tomatensaus

3 kipfilets
500 gr. tomatenpuree
2 eieren
2 knoflooktenen (in plakjes)
1 bos peterselie, fijngehakt
1 potje kappertjes (afgegoten)
olijfolie
paneermeel
zout en peper

Snijd de kip met een scherp mes in de hoogte (!) doormidden. Kortom: Zorg dat je een paar hele dunne plakken krijgt (niet te verwarren met ‘reepjes’). Leg de kipstukken enkele minuten in de geklopte eieren. Haal de kip na 10 minuten door de paneermeel.

Bak de kip vervolgens in een hoge koekenpan totdat de kip bruin en krokant is. De kip hoeft nog niet gaar te zijn. Haal de kip uit de pan en laat het uitlekken op wat keukenpapier.

Schenk nog wat olijfolie in de pan, en bak vervolgens de knoflook met peterselie zachtjes tot het begint te kleuren. Voeg op dat moment de tomatenpuree toe. Laat dit tenminste 15 minuten pruttelen, totdat de saus lekker dik is geworden. Ik leg meestal een aluminiumfolietje op de pan met een gat in het midden. Zo spettert de keuken niet onder, maar kan het vocht wel ontsnappen.

Voeg vervolgens de kip en kappertjes toe. Schep de kip langzaam door de tomatensaus. Je hebt niet heel veel saus, maar de kip moet helemaal bedekt zijn met tomaat. Voeg naar smaak peper, zout en pikante kruiden (peperoncino) naar smaak toe. Laat de kip nog 5 minuten in de saus staan of in ieder geval tot de kip gaar is. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten