Ik trek het altijd slecht. Die verhalen van mensen die ‘ eventjes de hoofdweg af gingen’ en ‘ineens voor een idyllisch hotelletje stonden’ alwaar ze hun ‘beste maaltijd ooit nuttigden’.
Ik heb moeite met het aanhoren van die verhalen. En waarom? Omdat het mij, ondanks herhaaldelijke pogingen, nog nooit is gelukt. In tegendeel. Als ik ‘eventjes van de hoofdweg’ af ga op zoek naar een lekker restaurantje of leuk hotel, beland ik meestal in obscure dorpjes waar vóór mij (bij wijze van spreken) nog nooit iemand levend vandaan is gekomen. Is het niet door enge besnorde mannen met nog engere hobby’s (waarvan de afbeeldingen trots geëtaleerd worden in de lokale buurtsuper), dan is het omdat het eten dat er geserveerd wordt van zeer twijfelachtige kwaliteit is.
Zo ben ik inmiddels al twee keer uit pure wanhoop bij de AutoGrill langs de snelweg beland, omdat alle lokale trattorie gesloten bleken of onvindbaar. En belandde ik vorig jaar nog in een dorp in de Elzas, waar de bossen vol stonden met halfnaakte vrouwen op hoge hakken en de lokale horeca vol zat met echtparen wier ouders duidelijk familie van elkaar waren geweest.
Mijn allerergste ervaring ooit beleefde ik echter zo’n 7 jaar geleden in Oostenrijk. Ik was met mijn moeder en twee honden op weg naar Italië via Füssen, een gehucht tussen Duitsland en Oostenrijk. Het regende, het was koud en nat, en een typische Oostenrijkse zomer. En wij moesten op zoek naar een plek om te overnachten.
Nu is het relatief lastig om met twee honden een hotel te vinden. En wij voelden ons dus wat beperkt in onze keuze. Hoe gelukkig prezen wij onszelf toen wij rijdend in een heftige stortbui uit het niets een hotel zagen opdoemen!
Op het moment dat we de gastvrouw zagen en haar vroegen of er een kamer voor ons beschikbaar was, voelden (en roken) we eigenlijk al onraad. En ook het feit dat de honden niet over de drempel van de deurpost wilden stappen, had ons eigenlijk al moeten waarschuwen. Maar ja, hè. Dan ben je netjes opgevoed. En dan durf je eigenlijk niet te zeggen dat je liever toch geen kamer wilt en liever toch nog even de regen inrijdt in de hoop een beter alternatief te vinden.
Tja, en dan zit je voor je het weet alleen met je moeder en twee honden in een grote eetzaal en eet je “knoblauchsuppe” met een gigantische toeter “sahne” er op. En zie je de gastvrouw steeds instabieler door het restaurant lopen, elke keer als ze een duik onder de bar heeft gedaan. En zie je plots de discoballen aan het plafond hangen en vraag je je onbewust af of die weleens gebruikt worden. En lig je vervolgens uit pure ellende om 21.00 uur ‘s avonds in een bed met beddengoed waarvan je je afvraagt hoeveel mensen er al eerder in geslapen hebben (en vooral wat ze er in hebben gedaan).
Gepofte knoflook |
En als je dan om 21.15 uur de ene na de andere auto met slippende banden het erf op hoort rijden en de eerste disco-beats door de vloer van je slaapkamer beginnen te dreunen, vraag je je toch af wat je fout doet. En waarom andere mensen wél in schattige hotelletjes belanden op idyllische plekken. En waarom jij wéér op zo’n obscure plaats bent beland.
Ik houd het er maar op dat ik mijn talent op een ander vlak moet zoeken. En reis tegenwoordig met de nodige (digitale) reisgidsen in de hoop toekomstige ellende te voorkomen en ongeschonden op mijn plaats van bestemming te eindigen.
Om een beetje in thema te blijven, krijgen jullie vandaag het recept voor een knoflooksoep. Eentje die niet te vergelijken is met het spul dat onze Oostenrijkse gastvrouw ons ooit voorschotelde. Maar wel mét slagroom. Voor 4 personen.
· 2 bolletjes knoflook, ongepeld.
· 2 dl olijfolie (geen zorgen, dit ga je niet opdrinken)
· 200 gram biologische spekjes
· 3 takjes verse tijm
· Halve Spaanse peper, in ringetjes
· 150 ml ongeklopte slagroom
· 1 (kippen)bouillonblokje
Doe de olijfolie in een hoog pannetje en leg de twee bolletjes knoflook hierin. Zet het vuur zachtjes aan, en laat de knoflook in ca. 15 minuten langzaam gaar worden in de olie. De knoflook is gaar als de knoflook heel soepeltjes van de tanden van je vork glijdt als je er in prikt.
Vis de knoflook uit de olie, laat de knoflook uitlekken en afkoelen.
Bak de spekjes met 2 takjes verse tijm en de pepertjes in wat van de olijfolie iets krokant. Haal de takjes tijm uit de pan en gooi weg.
Knijp de knoflooktenen uit in een klein soeppannetje zodra je in staat bent om de tenen aan te raken zonder jezelf te verbranden. Voeg het bouillonblokje met ca. 400 ml water toe. En verwarm dit.
Pak de staafmixer en mix de knoflook met de bouillon tot een gladde soep. Voeg dan de slagroom toe. Meng goed, en voeg de spekjes toe. Proef of de soep zout genoeg is. Voeg eventueel nog een klein beetje bouillonblokje toe, maar overdrijf niet anders proef de smaak van de gepofte knoflook niet.
Serveer met verse tijm en lekker veel verse peper.
(de resterende olijfolie kun je filteren in een koffiefilter en dan gewoon als bakolie blijven gebruiken).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten