Translate

vrijdag 2 oktober 2015

Hollandse kokkels (met een Italiaans tintje)



Weet je wat het grootste verschil is tussen kokkels en vongole? 

  • Kokkels komen uit Nederland en exporteren we naar Zuid-Europa. 
  • Vongole komen uit Italië en importeren we naar Nederland.

En wat verder de verschillen zijn? Qua smaak niet bijster veel en qua uiterlijk van de schelp misschien een ribbeltje meer of minder. Maar verder? Ik denk dat het gros van de mensheid niet in de gaten zal hebben dat er een kokkeltje in plaats van een vongole op het bord ligt. 

Er zijn natuurlijk wel verschillen als je goed oplet. Het weekdiertje van de kokkel is bijvoorbeeld wat dikker dan die van de vongole. Je krijgt dus meer vlees. En het mooie is dat je hier ook nog minder voor hoeft te betalen, omdat de kokkel minder afstand hoeft af te leggen dan de vongole en maar weinig mensen in Nederland kokkels kopen.

De kokkel staat hierin overigens niet alleen. Wist je dat Nederland een van de weinige landen is die meer vis uitvoert dan invoert? Ik schreef hier wel eens eerder over toen ik jullie vertelde over mijn geweldige oestervangervaring in Yerseke. Nederlanders eten niet zoveel oesters, en dus wordt een groot deel geëxporteerd naar andere Europese landen, en dan met name België. 

Er zijn veel meer vissen die direct na de vangst het vaderland verlaten en gretig aftrek vinden in andere landen. Zo zijn met name garnalen, haring, makreel, mosselen, schol en tong in de exporttop van Nederland te vinden. Aan de andere kant wordt de pangasius en tilapiafilet in grote getale ingevlogen naar Nederland. Want dat zijn visjes die Nederlanders blijkbaar wel graag eten. Na zalm, tonijn en haring, was de pangasius in 2013 de vis waar het meeste geld aan werd uitgegeven in de supermarkt, op de voet gevolgd door de visstick (al moet ik eerlijk bekennen dat ik die zelf nooit in de zee heb zien zwemmen).

Maar goed: de conclusie dat wij, Nederlanders, vis uit eigen zee links laten liggen, kunnen we in de algemeenheid wel trekken. Vind je dat ook niet een beetje raar? En dat terwijl we zulke lekkere Nederlandse visjes hebben! Dat is toch hartstikke zonde. Daar moeten we wat aan veranderen. En we beginnen vandaag. Met:


Hollandse kokkels met een Italiaans tintje


Het Nederlandse kokkelseizoen loopt van eind augustus tot begin december. Nederlandse kokkels worden aan de Noordzeekust en in de Ooster- en Westerschelde met sleepnetten uit het water gevist. In Nederland is een maximum gesteld aan het aantal kokkels dat gevangen mag worden, zodat vogels ook mogen meegenieten van dit heerlijk weekdiertje. 


Maak de kokkels heel goed schoon. Ze zitten vaak vol zand!


Wat heb je nodig voor een lichte maaltijd voor 1 persoon?

  • 400 gram kokkels
  • 3 cm verse peperoncino of Spaanse peper in dunne ringetjes
  • 1 knoflookteen in plakjes
  • 1 klein uitje in snippers
  • handje verse basilicum, voorzichtig in reepjes gesneden
  • 2 el. zwarte olijven
  • goede olijfolie
  • stokbroodje


Hoe maak je het klaar?

  1. Maak eerst de kokkels heel goed schoon door ze een paar keer te weken in zout lauwwarm water, en dan af te spoelen. Verwijder kapotte exemplaren.
  2. Doe een klein scheutje gewone olijfolie in een grote pan en bak hierin kort de knoflook, ui en het rode pepertje. 
  3. Voeg de kokkels toe als de ui begint te kleuren. 
  4. Roer de kokkels af en toe goed door. En laat de schelpjes in circa 5-10 minuten gaar worden. 

  5. Schep de olijven door de kokkels en de helft van de basilicum.
  6. Serveer de kokkels met een goede scheut goede olijfolie en de resterende basilicum. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten