Translate

vrijdag 30 januari 2015

Tropische warmte en Caribisch Bananenbrood


Elk jaar trap ik er weer in. Dan is Oud & Nieuw achter de rug en denk ik dat het klaar is met de winter. Dan is voor mijn gevoel de grootste hobbel genomen en ben ik helemaal klaar voor de lente.

Dat de winter dan officieel pas net begonnen is, gaat er bij mij niet meer in. En dat is best jammer, want dat zou mij kunnen behoeden voor de nodige teleurstellingen. Namelijk elke keer dat de temperatuur nog onder de 15 graden daalt (en dat is best vaak kan ik je vertellen). En elke keer dat het per ongeluk toch weer gaat sneeuwen. En elke keer dat de nieuwslezer het woord 'Elfstedentocht' in zijn mond neemt. En elke keer dat de NS besluit om de nodige treinen uit de dienstregeling te halen....

Zo ook afgelopen weekeind. Terwijl ik mij zat te verheugen op een gezellig weekeindje met mijn moeder (met een bezoekje aan de lapjesmarkt in Utrecht) viel de sneeuw met bakken uit de lucht en veranderden Neerlands wegen in een heuse schaatsbaan. Daar gingen de plannen! Tegen de tijd dat de wegen weer begaanbaar waren, was de lapjesmarkt opgedoekt (wat op zich wel een leuke woordkeuze is, al zeg ik het zelf) en hadden we inmiddels besloten ons weekeindje voorlopig even uit te stellen.

De teleurstelling was groot, dat begrijp je. Maar ik liet mij niet kennen. Ik kwam in actie. Als de lente niet naar mij kwam, dan kwam ik wel naar de lente (so to speak). Ik dook mijn kookboekenkast in, dompelde mijzelf onder in Caribische sferen, en kwam tevoorschijn met enkele leuke Tropische receptjes:

  • Caribisch bananenbrood; én
  • Surinaamse komkommers: én
  • Pelau, een Caribische kipschotel.
Ik ging aan de slag en weldra ging de zon weer schijnen in mijn huis (en buiten ook, viel het je op?). Dankzij de spicy pepers in twee van deze recepten, brak het zweet mij overigens ook nog daadwerkelijk uit. Alsof ik mij écht in de Tropen bevond. Missie geslaagd. 

***

Vandaag krijgen jullie het recept voor het Bananenbrood. De andere recepten (met de pepers) volgen op een later moment, als ik vind dat de lente echt te lang op zich laat wachten. Van het Bananenbrood krijg je gelukkig ook een lentegevoel hoor! Zeker als je het vers en warm  uit de oven eet, met een beetje boter en wat honing of jam.

Caribisch Bananenbrood


Wat heb je nodig?
  • 625 gram bloem
  • 2 1/2 tl. bakpoeder
  • 2 tl. koek- en speculaaskruiden
  • 1/2 tl. zout
  • 4 rijpe bananen
  • 1 tl. vanille-essence
  • 125 gr. boter
  • 80 gr. suiker
  • 2 eieren
  • 180 gr. ongepelde amandelen (fijngehakt)
  • 2 el. honing
Het recept voor Bananenbrood komt uit het boek 'Culinaria. De Cariben'. Ik zou mezelf echter niet zijn als ik niet een aantal dingen in het recept had veranderd. In het origineel gebruiken ze geen koek- en speculaaskruiden, maar dat had ik in huis en leek me wel lekker. Ik heb er 4x meer ingedaan dan de kaneel en nootmuskaat die er oorspronkelijk in moesten (1/2 tl.). Verder heb ik er een grote pot amandelen op honing doorheen geschept. 


Hoe maak je het klaar?

  • Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet een bakvorm in.
  • Pureer de bananen met de vanille-essence. Houd apart.
  • Meng de bloem, het bakpoeder, het zout en de specerijen door elkaar in een grote schaal.
  • Klop in een andere kom de boter met het suiker en de eieren tot een luchtige massa. 
  • Schep de boterpuree door de bananen, en meng dit vervolgens door de bloem. Schep hier de amandelen en de honing door heen.
  • Doe het deeg in de bakvorm en bak in circa 45 minuten gaar (afhankelijk van je oven, en de dikte van het brood). 
  • Het brood is klaar als je er een vork in prikt en deze is droog als je hem er uit haalt.
  • Laat het brood ongeveer 10 minuten buiten de oven rusten totdat je hem aansnijdt. 
  • Eet smakelijk!

vrijdag 23 januari 2015

De lekkerste regio én pastasaus van Italië (puttanesca)


Het is het voorjaar 2009. De regio Sicilië.

"Weet je. Het is goed dat jij hier in Sicilië bent. Je houdt van koken toch?"

"Ja, ja, zeker!"

"Nou. Sicilië is de lekkerste regio van Italië. Zoek je citrusvruchten? Wij hebben het. Wil je vis eten? Wij hebben het. Sterker nog: wij hebben meer dan vis. Wij hebben kaas, wij hebben tomaten, wij hebben aubergines, wij hebben kruiden, wij hebben couscous, wij hebben pasta, wij hebben wijn, wij hebben pistachenootjes, wij hebben amandelen! En wil je goede toetjes? Kom dan naar Sicilië!"

"Maar? De andere regio's in Italië dan?"

"Welke andere regio's?"

Kruiden op de markt in Sicilië
Het is het najaar 2012. De regio Piemonte.

"Ha! Welkom in de lekkerste regio van Italië!"

"De lekkerste regio van Italië? Maar hoe zit het dan met Sicil.....uhm...tja....goh wat leuk. Ik ben dan voor het eerst in de lekkerste regio van Italië, denk ik. Niet dat ik het niet weet hoor, maarruh...waarom zijn jullie ook al weer de lekkerste?"

"Waarom? WAAROM? Madonna! Vanwege de tartufo natuurlijk! De verse truffel. Vanwege de Barolo natuurlijk, die prachtige wijn. Vanwege onze heerlijke bagna cauda, de verse funghi porcini, onze hazelnoten. Sterker nog. Weet je waar de Slow Food beweging ooit is begonnen? De beweging die wil dat we weer aandacht hebben voor ons voedsel, voor de kwaliteit, voor de herkomst voor ons eten? De beweging die zich hard maakt voor de biodiversiteit? Nou?"

"Uhm....in Piemonte?"

"Ja, precies. In Piemonte. In Bra om precies te zijn. Kortom: er is geen twijfel over. Piemonte is de lekkerste regio van Italië". 
Wijnvelden in Piemonte

Het is de zomer van 2014. De regio Emila Romagna.

"Benvenuta signora, welkom op onze agriturismo!"

"Grazie, grazie. Wat fijn om hier te zijn. En wat leuk dat jullie hier ook kookcursussen geven."

"Ja, maar natuurlijk! Je bent in Emilia Romagna. Hét culinaire hart van Italië! De lekkerste regio die er is."

"Het culinaire hart van Italië? De lekkerste regio? Maar hoe zit het dan met Piemonte, de regio met de truffel en de Barolo?"

"Piemonte? PIEMONTE? Scusi? Emilia Romagna! Dat is het centrum van de Italiaanse keuken. De Parmezaanse kaas? Komt uit onze regio. De Balsamico-azijn? Komt van ons. De Parmaham? Drie keer raden... De mortadella? De ravioli? En wat dacht je van de pasta al ragù die door de halve wereld 'pasta Bolognese' wordt genoemd? Zij komen allemaal van ons. WIJ zijn de basis van de Italiaanse keuken. WIJ zijn de lekkerste regio die er is. "

Zucht. 

"Ik snap het. Emilia Romagna is de lekkerste regio van Italië." "Uhm...meneer?"

"Ja, signora?"

"Even een vraagje.... Hoeveel regio's had Italië ook al weer?"

Een paradijs van Parmezaanse kaas 

***

Vandaag krijgen jullie het recept van een bekende Italiaanse pastasaus: de puttanesca. Letterlijk vertaald heet dit hoerenpasta. Ja, je leest het goed: HOERENPASTA. Ik kan er echt niets anders van maken.

En waarom dit zo heet? Daar zijn de Italianen nog niet helemaal over uit (goh?). Ik heb altijd geleerd dat de geur van de saus de mannen het bordeel in moest lokken, maar natuurlijk bestaan er ook andere verhalen. Ook hier blijkt weer: zo veel regio's, zo veel verhalen. Maar over 1 ding zullen zelfs de Italianen het eens zijn: de saus is heerlijk!

Een grote pan Sugo alla Puttanesca

We maken vandaag een grote pan met saus. Omdat de saus behoorlijk lang wordt ingekookt (tenminste 30 minuten) en heel erg geconcentreerd van smaak wordt, heb je er uiteindelijk niet zo veel van nodig. De rest van de saus kun je in de vriezer doen.

Wat heb je nodig?
  • 300 gram gesnipperde ui
  • 2 blikjes ansjovis in olijfolie (60 gram)
  • 1 fijngehakte Spaanse peper of gedroogde Chilipepertjes naar smaak
  • 2,5 liter passata (gepureerde tomaten: goede kwaliteit, niet te zuur**)
  • 6 tenen knoflook, fijngesneden
  • 250 gram kappertjes (liefst op zout, maar dan wel goed afgespoeld)
  • 300 gram kalamata-olijven (liefst zonder pit)
  • 2 el gedroogde oregano
  • verse fijngehakte peterselie (garnering)
  • verse Parmezaanse kaas (garnering)
** in de algemeenheid geldt hier toch vaak wel: hoe duurder hoe beter. En hoe goedkoper, hoe zuurder.

Wat moet je doen?
  1. Doe de ansjovisjes, de olijfolie uit het blikje, de knoflook, de pepertjes en de ui in een grote pan met dikke bodem. Bak dit alles totdat de ui en knoflook goudbruin kleuren en de ansjovis uit elkaar valt. 
  2. Schenk de tomaten bij het uienmengsel en voeg de oregano toe. 
  3. Leg een aluminiumfolietje op de pan (zie foto) en maak hierin een gat. Hiermee voorkom je dat je muren straks rood kleuren, maar kan het vocht wel ontsnappen. Laat de saus pruttelen totdat hij ongeveer 1/3 in hoeveelheid is afgenomen. Reken op tenminste 30 minuten (dit is afhankelijk van de hoeveelheid vocht in de passata). Vergeet niet af en toe te roeren. De saus moet zo dik worden dat als je hem dadelijk op de pasta schept, hij nog even als klein bergje blijft liggen.  
  4. Voeg de kappertjes en olijven toe aan de saus. Roer alles goed door en maak weer heet.
  5. Serveer een lange dunne pasta (zoals spaghetti of linguine) met een schepje saus. Je hoeft niet heel veel op te scheppen.
  6. Garneer je bordje pasta met de peterselie en vers geraspte Parmezaanse kaas.
De saus is zo geconcentreerd dat hij bijna niet meer vloeibaar is

vrijdag 16 januari 2015

Witte balsamico-azijn bestaat niet (panna cotta met balsamico en peertjes)

Een experiment met panna cotta en balsamico-azijn

Ik heb laatst iets gedaan waar ik een beetje spijt van heb. Ik heb jullie een recept gegeven en daarbij gezegd dat je er witte balsamico-azijn op moest doen. En dat terwijl ik weet dat deze azijn eigenlijk niet bestaat. Ja, je kunt het wel kopen in de winkel. Dat is waar. Maar eigenlijk is het een product dat wil meeliften op het succes van een ander product. Want wie ook maar iets weet van het productieproces van de Aceto Balsamico, weet dat witte balsamico-azijn niet bestaat.

Echte Aceto Balsamico is altijd donker van kleur en komt uit de regio Emilia Romagna. Om precies te zijn uit het plaatsje Modena en de hier omheen liggende gebieden. En een échte Aceto Balamico is gemaakt van de wijndruiven die kenmerkend zijn voor dit gebied, zoals de Trebbiano- en de Lambruscodruif. De azijn heeft verder geen andere toevoegingen, maar krijgt zijn smaak door een langdurig en officieel vastgelegd productieproces. Het heeft dan ook een DOP-kenmerk, zie ook mijn verhaal over Gorgonzola.

De balsamico wordt gemaakt door de druiven van de lokale druiven te pletten en te verhitten onder de juiste omstandigheden tot er ongeveer 30-50% is overgebleven. Vervolgens vindt er natuurlijke fermentatie plaats, waarna de azijn in houten vaten tenminste twaalf jaar moet rijpen. Dit laatste is een erg belangrijk onderdeel van het productieproces. De azijn rijpt namelijk in verschillende houten vaten die elk hun eigen eigenschappen afgeven:

  • Kastanje geeft de azijn tannines en kleur
  • Moerbei versnelt het concentratieproces
  • Jeneverbes geeft een harsachtige smaak af
  • Kers maakt de azijn wat zoeter
  • Eiken geeft de azijn de zachtheid van vanille


Elk vat heeft daarnaast ook zijn eigen grootte. Het verschil in capaciteit van de vaten wordt zeer zorgvuldig berekend, zodat de azijn -die met de dag geconcentreerder wordt en dus in hoeveelheid afneemt- van vat naar vat overgegoten kan worden zonder dat er ruimte in de vaten onbenut blijft. Al met al een heel lastig en zorgvuldig proces dat behoorlijk wat vaardigheid vereist.



Je zult wel begrijpen dat échte balsamico azijn vanwege deze procedure super duur is. Een klein flesje (100 ml.) dat twaalf jaar gerijpt heeft, was in het Museo del Balsamico Tradizionale in Spilamberto (waar alle bovenstaande foto's zijn gemaakt) rond de 50 euro. Een even groot flesje met azijn die 25 jaar had mogen rijpen op houten vaten was rond de 130 euro.


Omdat niet iedereen azijn van deze prijs kan betalen, zijn er veel azijnproducenten die hun eigen manier hebben gevonden om iets 'vergelijkbaars' op de markt te brengen. Zij voegen hun eigen aroma's en kleurstoffen toe aan een flesje wijnazijn en brengen dit als balsamico op de markt. Zolang ze de term 'Tradizionale' niet vermelden, mogen ze de grootst mogelijke troep aan ons verkopen. Rode wijnazijn met suikerstroop er in bijvoorbeeld. Of witte balsamico-azijn met toegevoegde aroma's. Het is maar dat je het weet.

Wil je niet zo veel geld uitgeven aan echte Balsamico-azijn, maar wil je wel een beetje een vergelijkbare smaak in je sla, op je aardbei, in je tomatensaus, op je vlees, of op je groenten? Treur dan niet. Er zijn azijnen die in de buurt komen van de Tradizionale, maar misschien slechts voor een deel in het juiste gebied zijn gemaakt en daarom geen DOP-kenmerk krijgen. Aceto Balsamico IGP (Indicazione Geografica Protetta) bijvoorbeeld, waarbij je overigens nog altijd moet opletten wat er precies op de ingrediëntenlijst vermeld staat.

Hoe dan ook, als je een beetje kwaliteit op je bord wilt, let er dan in ieder geval op dat de azijn naast druivenmost geen andere ingrediënten bevat, en dat er dus zeker géén kunstmatige kleur- geur- en/of smaakstoffen aan zijn toegevoegd. Want dat is met een goede azijn helemaal niet nodig.

****

Voor het recept van vandaag ben ik aan het experimenteren geslagen. Ik had een recept van het Consortium Parmigiano Reggiano voor een panna cotta met Parmezaanse kaas waarbij je gekarameliseerde peertjes en balsamico-azijn serveert. Dit heb ik nagemaakt (met een kleine variatie). Daarnaast heb ik geprobeerd om panna cotta te maken waar ook daadwerkelijk balsamico-azijn inzit. 1 variant met vanille, en 1 variant met chocolade en vanille. Die laatste is mislukt. De structuur deed denken aan een stuiterbal (niet mijn woorden) en dat was niet zo fijn.

Van links naar rechts: vanille, Parmezaan, en chocolade

Van mij krijgen jullie dus het recept voor de twee andere panna cotta met balsamico. Persoonlijk vond ik de variant met Parmezaanse kaas wel wat zwaar en minder geschikt als toetje. Ik zag het eerder als een voorgerecht of (tip van mijn mede-proever) in kleinere vorm als amuse. Serveer het als voorgerecht bijvoorbeeld op wat frisse sla.


Panna cotta met Parmezaanse Kaas

Wat heb je nodig voor drie stuks?

  • 200 ml slagroom (ongeklopt)
  • 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • 2 blaadjes gelatine
  • verse peper
  • halve peer in blokjes (Conference)
  • klein klontje boter
  • 1 el. suiker
  • 1-2 el. dikke zoete balsamico-azijn

Hoe maak je het klaar?

  1. Week de gelatine in een glaasje met koud water.
  2. Breng de slagroom aan de kook.
  3. Smelt de kaas in de slagroom. Voeg wat gemalen verse peper toe. 

  4. Roer alles goed en laat het even opkoken. Zet het vuur dan uit en voeg de gelatine (zonder het water) toe.
  5. Roer alles door tot de gelatine verdwenen is en giet de vloeistof in glaasjes (als de vloeistof te heet is, moet je het even laten afkoelen. Wacht echter niet te lang, want het stijft behoorlijk snel op).
  6. Zet de glaasjes in de koelkast en wacht tot de panna cotta stevig is geworden (duurt ongeveer 2 uur).
  7. Maak intussen de peertjes. Smelt de boter in een koekenpan. Bak de peerstukjes in de boter met de suiker tot ze mooi bruin en gekarameliseerd zijn. 
  8. Serveer de panna cotta met een scheutje zoete en dikke balsamico-azijn en een goede schep van de peertjes. Omdat de panna cotta best zwaar is, is het lekker om voldoende peertjes er bij te eten. 

Panna cotta met vanille 

Wat heb je nodig voor drie stuks?
  • 200 ml slagroom (ongeklopt)
  • 2 el. dikke zoete balsamico-azijn
  • 2 blaadjes gelatine
  • 1 zakje vanillesuiker **
  • halve peer in blokjes (Conference)
  • klein klontje boter
  • 3 el. suiker
Hoe maak je het klaar?
  1. Week de gelatine in een glaasje met koud water.
  2. Breng de slagroom aan de kook.
  3. Schenk de balsamico in de slagroom. Voeg 1 el. gewone suiker en de vanillesuiker toe. 
  4. Roer alles goed en laat het even opkoken. Proef nu eventueel of het zoet genoeg is naar je smaak, voeg anders nog even op heet vuur wat extra suiker toe. 
  5. Zet het vuur uit en voeg de gelatine (zonder het water) toe.
  6. Roer alles door tot de gelatine opgelost is en giet de vloeistof in glaasjes (als de vloeistof te heet is, moet je het even laten afkoelen. Wacht echter niet te lang, want het stijft behoorlijk snel op).
  7. Zet de glaasjes in de koelkast en wacht tot de panna cotta stevig is geworden (duurt ongeveer 2 uur).
  8. Maak intussen de peertjes. Smelt de boter in een koekenpan. Bak de peerstukjes in de boter met de suiker tot ze mooi bruin en gekarameliseerd zijn. 
  9. Serveer de panna cotta met de peertjes. 
** NB: het mooiste is natuurlijk om echte vanillesuiker te gebruiken voor de panna cotta. Dit maak je door 2 vanillestokjes open te snijden en het merg met het puntje van een mes uit de stokjes te raspen. Meng circa 200 gram suiker met de vanillestokjes en het merg, en laat dit drie weken zo staan. Voilá! Veel lekkerder dan zo'n synthetisch zakje suiker.


vrijdag 9 januari 2015

Stormy weathers (en het recept voor erwtensoep)

De Hollandse Keuken

Tot 2007 had ik nog nooit stamppot gemaakt. Nog nooit. De Hollandse keuken behoort immers niet tot mijn favorieten. En de gedachte om zomaar uit mezelf iets met gekookte aardappelen en jus te fabriceren komt nu eenmaal niet van nature bij mij op.

Tot die ene dag in 2007 dus. Het was een stormachtige dag. En dat is een understatement. Het was namelijk een ZEER stormachtige dag. Een zodanige stormachtige dag dat de hijskraan op het bouwterrein naast mijn kantoor mee leek te bewegen in de wind en collega's af en toe angstig naar het gevaarte keken om er zeker van te zijn dat het niet om zou vallen.

"Een hijskraan kan niet omvallen, mevrouw. Dan moet er echt iets heel erg mis zijn" kreeg een collega nog te horen toen zij melding maakte van het bewegen van het hoge gevaarte. 

En nu moet je raden wat er vervolgens gebeurde. 
Inderdaad.... 

De hijskraan viel om. En belandde precies op mijn afdeling waar vele collega's aan het werk waren. En waar iedereen gelukkig voldoende alert was om bij het horen van een harde knal naar buiten te kijken, de situatie in te schatten, en vervolgens keihard weg te rennen. En gelukkig maar. Want van het gros van het kantoor was niet bijster veel meer over. Het was een wonder dat er 'slechts' zes gewonden waren. 

Ook ik had veel geluk. Ik had een vergadering gehad op een andere locatie in de stad en had besloten om eerst een lekker broodje voor de lunch te kopen (tja...). Daardoor nam ik pas 10 minuten later de bus naar mijn werk (fietsen was door de wind geen optie) en liep ik nét niet op het pleintje voor mijn kantoor toen dat ding omviel. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat ik van lekker eten houd. 

Maar die avond, die avond dat de hijskraan viel, maakte ik dus voor het eerst van mijn leven stamppot. Het was het enige dat ik kon bedenken toen ik 's avonds thuiskwam na een dag vol emoties (en een stevige borrel bij een collega thuis): er moesten aardappels komen! Er moest jus komen. Er moest een gehaktbal komen. En vooruit.... ook wat gorgonzola en een goede pluk rucola (want je moet ook weer niet overdrijven). 

's Avonds belde een vriendin om te vragen hoe het met me was. "Ik weet het niet" zei ik "Maar ik heb wel stamppot gemaakt vanavond". "Oh. Dan gaat het dus toch nog niet zo goed met je". 

De dag dat de hijskraan viel. Het was de eerste en de enige keer dat ik ooit stamppot maakte. 

****************

Vandaag krijgen jullie van mij het recept voor zelfgemaakte erwtensoep. Je kunt veel zeggen over de Hollandse keuken (en over stamppot), maar erwtensoep, pepernoten en haring zijn voor mij heilig. Die vind ik heerlijk. Oja, en stoofvlees ook. En een goede gehaktbal. En vooruit: asperges met ham ook. Ennuh..... 

Onderstaand recept is geïnspireerd door de erwtensoep van Eva, de moeder van een vriendin van mij. Maar ik heb er een eigen draai aan gegeven. Dat schijnt te mogen met erwtensoep. Iedereen maakt het op zijn eigen manier.

Zelfgemaakte erwtensoep 

Let op: Reken op anderhalf-twee uur bereidingstijd en zet de soep tenminste 1 nacht in de koelkast. De volgende dag (en de dagen erna) is hij het lekkerste.

Wat heb je nodig?
  • 500 gram spliterwten
  • 1 hips (bovenpoot van een varken, te verkrijgen bij de slager) of platte rib
  • 2 speklapjes in reepjes
  • 1 winterwortel in kleine blokjes 
  • 3 prei in dunne halve manen
  • 1 selderijknol in kleine blokjes (600-700 gram)
  • 2 uien in kleine blokjes
  • 2 blaadjes laurier
  • 1 rookworst
  • zout
En erbij: roggebrood, katenspek en lekkere pittige mosterd. 

Onder: hips. Boven: speklapjes. 

Hoe maak je het klaar?

  1. Was de spliterwten en gooi ze met de hips, de fijngesneden spek, de laurierblaadjes en 2 liter water in een grote pan en zet het vuur aan. Waarschijnlijk staat op de verpakking van de spliterwten dat ze eerst 12 uur moeten weken, maar dat hoeft niet. 
  2. Blijf de eerste 10 minuten in de buurt van de pan, en schep het schuim dat verschijnt van het water af. Als er geen schuim meer verschijnt, kun je de pan op niet al te hoog vuur zachtjes laten koken. Reken op zeker een uur. Roer af en toe om te zorgen dat er niets aankoekt. 
  3. Na een uur zouden de spliterwten uit elkaar moeten zijn gevallen. Voeg dan alle groenten toe. In sommige erwtensoepen zit aardappel, maar in de mijne niet. 
  4. Kook de soep zachtjes door tot de soep dik wordt en de groenten helemaal gaar en zacht zijn. Reken op nog ongeveer een uur. Roer af en toe en voeg eventueel wat extra water toe, maar maak de soep zeker niet te dun!
  5. Zet het vuur uit. Laat de soep afkoelen. Snijd al het vlees van de hips, gooi het bot weg en voeg het vlees toe aan de soep.
  6. Snijd de rookworst in dunne plakjes en voeg toe aan de soep. Zet de pan vervolgens een nacht in de koelkast.
  7. Warm de soep weer op om te serveren. Voeg dan het zout toe. Er kan best een goede hoeveelheid zout in (blijf goed proeven). 
  8. Serveer met roggebrood, katenspek en pittige mosterd. 
  9. Eet smakelijk!

vrijdag 2 januari 2015

Keukentips en een lichtgewicht (gepocheerde zalm op groene groentes)

Een licht gerecht voor na de feestdagen


Gelukkig Nieuwjaar!

Heb je lekkere feestdagen gehad? En heb je goede voornemens voor het nieuwe jaar? Geen zorgen: met dat ene voornemen komt het vast wel goed. Want ik heb vandaag een heel licht recept in de aanbieding.

En voor dat andere voornemen van je (om wat vaker in de keuken te gaan staan en wat vaker van dat leuke blog van die Hamburger te koken) heb ik ook wat leuks voor je. Namelijk handige keukentips. Echt van die tips waarvan je straks denkt: "goh, tjonge, jeetje, das handig van die Hamburger. Nooit geweten. Maar wat fijn dat ik het nu weet. Nu kan ik de recepten van haar blog nóg beter maken". Je weet wel, zulke tips.

Hierbij dus. Om het jaar goed te beginnen.


Wist je dat je altijd eerst azijn op je sla moet schenken en daarna pas olijfolie? 

Als je het namelijk andersom doet, glijdt de azijn via de olijfolie van je slablaadjes af. Met als gevolg een slabak met onderin een laagje azijn en op de sla weinig smaak.


Wist je dat je altijd de onderste lade van de vaatwasser eerst moet uitruimen, en daarna pas de bovenla?

Soms blijft er namelijk wat water achter in de vaatwasser, bijvoorbeeld bovenop je glazen of bakjes. En als je eerst de bovenla zou openen, worden de spullen in de benedenla nat.


Wist je dat het veel gezonder is om grote tomaten aan kinderen te voeren dan snoeptomaatjes?

De velletjes van tomaat zijn namelijk moeilijk om te verteren voor kinderen. Bovendien hebben snoeptomaatjes relatief gezien meer vel dan grotere tomaten.  En je eet er natuurlijk ook vaak heel veel van.


Wist je dat aluminiumfolie twee verschillende kanten heeft? Namelijk een matte kant en een glanzende kant?

De glanzende kant van aluminiumfolie reflecteert meer warmte dan de matte kant. Met de glanzende kant aan de buitenkant zou het eten minder snel verbranden. Met de matte kant komt er meer warmte in het gerecht (zegt men, ik heb het overigens nooit gemerkt hoor, maar wilde jullie deze tip toch niet onthouden).


Wist je dat je door een deksel op de pan te doen, héél veel energie kunt besparen?

Zet je pan niet op een te grote vlam (anders gaat de warmte om de pan heen, in plaats van IN de pan) en plaats altijd een deksel op de pan. Hiermee kun je tot 70% energie besparen!


Wist je dat je kip (of ander vlees) tijdens het ontdooien ook tegelijk kunt marineren?

Het idee: maak een grote hoeveelheid marinade. Verdeel dit met het vlees over verschillende diepvrieszakjes en stop dit in de vriezer. Wil je 's avonds je vleesje eten? Haal het dan 's ochtends uit de vriezer, en laat het marineren terwijl het ontdooit. Twee vliegen in 1 klap noemt men dat.


Wist je dat bij elke pastasoort een eigen saus hoort?

Zo gaan pasta's met ribbeltjes goed samen met volle en grovere sauzen (dat blijft zo lekker in de ribbeltjes hangen). En zijn de holle varianten het lekkerste met saus waar nog grotere stukken groenten of vlees in zitten. Een heel leuk en handig overzicht vind je op deze site.


Wist je dat je altijd pas zout in het water moet gooien als het water kookt?

Hier zijn meerdere redenen voor. Allereerst duurt het langer voordat zout water kookt. Ten tweede is het funest voor je pannen als je het zout te vroeg toevoegt. Hierdoor ontstaan lelijke witte plekjes in de bodem van je pan.

Wist je dat je een biefstuk heel mals kunt maken door hem eerst te marineren in een geprakte kiwi?

Jaaaa, dat is een rare hè?! Tenzij je mijn blog al een tijdje volgt en mijn verhaal hierover hebt gelezen. Dit heeft alles te maken met 'moleculair koken' en de kennis van de chemische processen die plaatsvinden als je producten bij elkaar gooit, af laat koelen of bijvoorbeeld verhit.


Goed. En hier laat ik het bij voor nu. Ik kan niets handigs meer verzinnen. Wellicht een volgende keer meer!

Gepocheerde zalm op groene groentes

Hoofdmaaltijd voor 2-3 personen. Serveer met wat knapperig brood.

Ik kwam op het idee voor dit recept door een salade van de traiteur Dado, op de Nachtegaalstraat in Utrecht. Deze heb ik geprobeerd na te maken. Dus als je heel lui bent na de feestdagen, moet je maar kijken of die salade daar nog verkrijgbaar is. 

Wat heb je nodig?
  • 300 gram verse spinazie
  • 1 kleine venkel
  • 3 el kappertjes op zout (goed uitgespoeld)
  • 300 gram zalm (dik stuk)
  • 1 visbouillonblokje
  • 1 courgette
  • olijfolie (goede)
  • witte balsamicoazijn 
  • wat roze peperballetjes als garnering

Hoe maak je het klaar?
  1. Snijd de venkel in flinterdunne plakjes. Snijd de courgette in de lengte doormidden, en snijd hem vervolgens in halve maantjes (halve cm dik). 
    Snijd ze flinterdun
  2. Zet een pannetje op met 1 liter water en het bouillonblokje (voor soep zou je er twee gebruiken).
  3. Bak de courgette in een koekenpan tot de stukjes lichtbruin beginnen te kleuren. 
  4. Breng de bouillon net onder de kook, en leg de vis erin. Laat dit max. 10 minuten zachtjes pocheren. 

  5. Voeg in de tussentijd de spinazie toe aan de courgette. Zet het vuur uit zodra de spinazie geslonken is. Giet eventueel vocht af.
  6. Haal de vis uit de pan en leg op een snijplank. Gooi nu de venkel in de bouillon en blancheer dit maximaal 1 minuut. 
  7. Schep de venkel met de kappertjes door het spinazie/courgette mengsel. 

  8. Schep op elk bord een bergje groenten, garneer met stukjes van de vis en de roze peperballetjes. 
    De zalm wordt zo heerlijk sappig
  9. Druppel een paar druppels olijfolie en azijn over de groenten. En bestrooi eventueel met zout naar smaak.