Translate

vrijdag 29 januari 2016

De dag van het jaar van de dag van Pasta Carbonara

De dag van de Carbonara (hier met -oeps- tagliatelle i.p.v. spaghetti)

Vandaag is het de dag van het jaar van de dag van.

Uh?

Ja precies wat ik schrijf. Vandaag zal ik schrijven over het jaar waarin we waarschijnlijk een nieuw record vestigen in het aantal "dagen van".

Wat ik daar mee bedoel?

Nou, laten we beginnen met "het jaar van". Dit jaar (2016) is niet alleen het door mij bedachte "Het Jaar van de Dag van", maar ook "Het jaar van de aap", "Het jaar van de boon", en "Het jaar van het boek". Dit betekent blijkbaar dat we dit jaar veel boontjes moeten eten, veel boeken moeten lezen en veel aapjes moeten kijken. Al denk ik in het laatste geval dat de Chinezen met de naamgeving van hun kalender misschien iets anders hebben bedoeld.

Ze vliegen als paddenstoelen uit de grond, die "dagen van". Heb jij het ook gemerkt? Vorige week (21 januari) was het Internationale Knuffeldag (gelukkig volledig aan mijn omgeving voorbij gegaan...), binnenkort is het Warme Truiendag (5 februari) en in maart volgt zelfs de Dag van de Dwerg (5 maart)!

Nu is het niet zo dat lilliputter-Nederland op 5 maart massaal de straat op gaat om feest te vieren (de dag is namelijk bedoeld voor dwergkonijntjes), maar ik wil maar zeggen dat er voor alles wel een dag bedacht wordt. Zelfs voor naakt-tuinieren (7 mei. Ik denk dat ik de stadstuintjes die dag maar ontloop).

Er zijn gelukkig ook wat minder angstige dagen, bijvoorbeeld enkele op "culinair" gebied. Ik heb de belangrijkste even op een rij gezet:

5 februari: Nutelladag
Ik heb zo het vermoeden dat deze dag in het leven is geroepen door een bedrijf met de naam Nutella, maar ik denk ook dat het gros van de mensheid dat niets kan schelen. Ik zal die dag maar eens mijn Nutella-kookboek (ooit gekregen van mijn neefjes en nichtjes) uit de kast trekken.

6 maart: Nationale Oreo Cookie dag
Deze dag is in het leven geroepen door Milky Way.

18 maart: Pannenkoekendag

6 mei: Anti-dieetdag
Waarom hebben ze hier geen " Jaar van" van gemaakt?

28 mei: Internationale Hamburgerdag
Op deze dag vindt altijd onze familiereünie plaats. Nee hoor, grapje. Maar het toeval wil wel dat mijn oma rond deze tijd haar verjaardag viert en we dan vaak met de hele familie ergens gezellig gaan lunchen. In de rest van de wereld wordt de verjaardag van mijn oma gevierd met het bakken van hamburgers, Lief he?

1 juli: De dag van de komkommer 
Ik vermoed dat deze dag tot stand is gekomen omdat er in de zomer nooit zo veel te doen is. Komkommertijd dus.

13 september: Wereld chocolade dag
Need I say more?

1 oktober: Dag van het vegetarisme

25 oktober: De nationale dag van de boterham met pindakaas
De Facebook-pagina van deze dag heeft maar drie volgers. Of het een erg groot feest wordt in oktober is dus maar de vraag.

1 november: De dag van het veganisme
Een prima dag om het recept van vandaag klaar te maken dacht ik zo. Pasta Carbonara. Maar je mag het ook al eerder doen hoor.


Pasta Carbonara


De Pasta Carbonara komt oorspronkelijk uit de buurt van Rome (regio Lazio). Zoals je misschien aan de naam al ziet (carbon) is het een gerecht dat zijn oorsprong waarschijnlijk vindt bij de mijnwerkers. Het verhaal gaat dat de mijnwerkers weinig tijd en geld hadden, en dat het originele recept daarom uit slechts enkele ingrediënten bestaat: eieren, kaas (de lokale kaas pecorino), pancetta (buikspek) of guanciale (wangspek), verse peper en spaghetti. De verse peper op de pasta zou een verwijzing zijn naar de koolstof uit de mijnen.

Ik heb altijd wat moeite met de Carbonara. Vaak is deze pasta wat zwaar, en het vereist wel een goede kok om hier een luchtig geheel van te maken. Zelf sjoemel ik altijd een beetje met de receptuur om het gerecht net iets frisser te maken. Zo heb ik in onderstaand recept peterselie en citroenrasp toegevoegd. Dit en de knoflook kun je weglaten voor een authentiekere variant.

Oja: room hoort dus echt niet thuis in de Carbonara he! Dat is streng verboden.

Wat heb je nodig voor 2-3 personen?


  • 200 gram guanciale (of pancetta) in hele kleine stukjes
  • 100 gram geraspte pecorino (Parmezaanse kaas kan ook hoor, maar dan sjoemel je nog meer)
  • 4 eierdooiers 
  • 2 fijngesneden tenen knoflook
  • 10 gram fijngehakte peterselie
  • Rasp van een halve citroen
  • circa 250 gram spaghetti
  • verse peper

De mise en place

Hoe maak je het klaar?


  1. Zet gezouten water op voor de pasta. En gooi de pasta in de pan als het water kookt.
  2. Bak de guanciale zonder extra vet in een koekenpan goudbruin. Voeg op het laatste moment de knoflook toe, maar zet het vuur uit. De knoflook kleurt, maar zou niet moeten verbranden. 

  3. Klop de eierdooiers met de pecorino, peterselie, citroenrasp door elkaar in een grote schaal. Schep de spekjes met de knoflook (zonder het vet) door het kaasmengsel. 

  4. Houd 2 soeplepels pastavocht achter, en giet de rest van de pasta af als deze al dente is (met een bite). De pasta mag terug in de hete pan met evt. aanhangend vocht.
  5. Schep wat van het extra pastavocht door het kaasmengsel en meng dit goed door zodat je een beetje een saus hebt.
  6. Schenk het kaasmengsel door de pasta. Schep goed door. Voeg eventueel nog een beetje extra vocht toe tot je pasta mooi glanzend is.  
  7. Serveer direct met nog verse peper, wat extra kaas en/of peterselie.







vrijdag 22 januari 2016

Voor crespelle mag je me bellen. Crespelles met spinazie en ham.



Wist je dat de Italianen ook pannenkoeken eten? Ze noemen het dan geen pancake, biscotti di padella (die verzin ik ter plekke), of pannenkoek, maar ze noemen het crespelles. Het zijn eigenlijk pannenkoekjes die qua dikte te vergelijken zijn met Franse crêpes, maar qua vulling zelden zoet zijn. Ze worden meestal gevuld met iets hartigs en gegratineerd in de oven.

Je komt ze niet vaak tegen op een Italiaanse menukaart. Maar afgelopen kerst kreeg ik een crespelle tijdens de kerstlunch. De crespelle was gevuld met een saus van fontina en truffel en gegratineerd met nog meer kaas en truffel. Het was een goddelijke caloriebom van hier tot Rome, en was bovendien gang nummer 5 in een 8 gangenmenu waarbij elke gang koolhydraten had.

Nu ben ik zeker niet allergisch voor koolhydraten, maar na een paddenstoelensoep met aardappel, een filodeeg gevuld met artisjok, een risotto met vis en een bordje gefrituurde aardappelspaghetti, viel de crespelle me nogal zwaar. De refill heb ik dus helaas uit praktische overwegingen moeten afslaan (wel eens de film La grande bouffe gezien?).

Vroeger aten we ook wel eens crespelles thuis. Mijn moeder had een groot Italiaans kookboek waarin een recept stond van crespelles met tonijn en tomatensaus. Ik vond het altijd een feest als mijn moeder dit klaarmaakte.

Onlangs vond ik het recept weer en toen krabte ik mijzelf wel eventjes achter de oren. De vulling met tonijn bleek namelijk voor een groot deel uit mayonaise te bestaan. Waardoor ik me, als Italiëfanaat, met terugwerkende kracht toch een beetje geneer. Een echt authentiek Italiaans recept lijkt het niet te zijn geweest, maar lekker was het wel!

De vraag is natuurlijk ook of onderstaand recept wel authentiek Italiaans is. Ik denk dat het wel een eind in de richting komt. De combinatie van ricotta met spinazie is natuurlijk een klassieker. En ook de nootmuskaat hoort bij deze combi thuis. Er wordt echter nog wel eens gedacht dat de crespelle gemaakt moet worden met kastanjebloem, maar ik ken alleen recepten met gewone bloem. Dat doen we vandaag dus ook.

Gegratineerde crespelle met ricotta, spinazie en ham

Dit recept is voldoende voor 2-3 personen. Je kunt het recept natuurlijk ook gewoon met pastavellen maken. Maar die crespelle zijn verrekte lekker. Ze zijn veel zachter dan pasta, en maken het gerecht echt anders. Even die moeite nemen dus om die dingen te bakken.


Wat heb je nodig voor circa 6 crespelles?

  • 100 gram bloem
  • 1 ei + 2 eidooiers
  • 150 ml melk
  • snufje zout
  • boter
  • optioneel: gedroogde majoraan (circa 2 tl's)


Wat heb je nodig voor de vulling?

  • 250 gram ricotta
  • 125 gram gekookte ham
  • 300 gram verse spinazie
  • 1/4 tl. nootmuskaat
  • 2 knoflooktenen
  • beetje chilipoeder (naar smaak)


Wat heb je nodig voor het gratineren en serveren?

  • 250 ml bechamelsaus
  • 25 gram geraspte fontina (of evt. gruyère)
  • 10 gram fijngehakte platte peterselie 

Hoe maak je het klaar?
  1. Zet de grill aan op 200 graden. 
  2. Bak eerst de crespelles. Meng hiervoor het ei, de eidooiers, het zout en de melk goed door elkaar. Voeg daarna de bloem en majoraan toe en kluts dit stevig door totdat alle klontjes weg zijn en het beslag luchtig is. 
  3. Smelt de boter in een koekenpan, en bak achter elkaar 6 tot 7 flinterdunne pannenkoekjes. Leg deze op een bord. 
  4. Roerbak de spinazie met de fijngesneden knoflook in een pannetje totdat alle spinazie geslonken is en het gros van het water verdampt.
  5. Snijd de ham in kleine stukjes, meng dit met de ricotta, chilipoeder, en de nootmuskaat. 
  6. Vul de pannenkoekjes met een goede schep van het ricottamengsel en wat van de spinazie. 

  7. Rol de pannenkoekjes dicht. Doe dit met alle pannenkoekjes en leg ze in een ovenschaal. 

  8. Schenk de bechamel over de pannenkoekjes en gooi hier de geraspte kaas overheen. Grill dit totdat de bechamel mooi bruin is gekleurd en de saus pruttelt. 

  9. Serveer met de platte peterselie en eet smakelijk!

vrijdag 15 januari 2016

Martini on the rocks. Caribische pelau (rijst in kokosmelk met kip)


Ken je die oude reclame nog van Martini? Met van die dansende mensen in bikini op een zeilboot in de Cariben? Met wuivende palmbomen, azuurblauwe zee, en springende dolfijnen? Met stralende zon, volle zeilen, en een strakblauwe lucht?

Het is weer zo ver. Met de echte winter nog in het vooruitzicht, kan ik alleen maar aan de tropische zon denken. Aan tropische warmte. Aan de martini-reclame die zich ver, héél ver, van mij vandaan afspeelt.

Tenminste...

Ik ging ooit ook zeilen in de Cariben. Behalve dat ik geen dolfijn heb gezien (wat misschien kwam omdat ik redelijk wat dagen kotsend in het vooronder lag), een uitbraak van zonneallergie kreeg (toen ik eenmaal de weg naar het dek had terug gevonden), en een vulkaanuitbarsting op het eiland Montserrat leidde tot een allesbehalve rustige zee, ontdekte ik ook nog tijdens een tussenstop op het decadente St. Barths dat in die prachtige azuurblauwe wateren echt ÉNORME grote vissen zwemmen. En dan heb ik het niet over dolfijnen.

En dus bracht ik de rest van mijn tijd op de boot door in factor 50 (met een groot wit t-shirt) en stak ik alleen nog zo nu en dan niet meer dan mijn besnorkelde hoofd in het water: mijn lijf veilig vastgeketend in de dingy (rubberboot). Er werd dus niet zo veel gedanst op mijn zeilboot.

De Cariben waren mooi hoor. Ik wil ook niet te verwend klinken. Maar ook daar is het leven niet perfect. Waarmee ik maar wil aangeven dat je het soms maar beter bij dromen kunt houden. En die winter misschien gewoon maar in Nederland moet uitzitten. Maar dan wel onder de juiste voorwaarden. Bijvoorbeeld met een lekker Caribisch gerecht. Zo haal je de zon toch een beetje in huis.

Pelau


Je moet voor deze schotel een braadpan met deksel hebben. Houd daarnaast rekening met marineertijd van circa 1 uur.

Deze schotel is redelijk zoet. Zelf zou ik de rozijnen weglaten en vervangen met zwarte bonen (liefst zelf geweekt, want die worden tenminste niet zo snel een puree).

Wat heb je nodig voor vier personen?


  • 600 gram kippen dijen + poten
  • 350 gram rode paprika
  • 1 witte ui
  • 2 knoflook
  • 1 el. worchestersaus
  • 2 el. ketchup
  • 1 rode peper
  • 20 gram palmsuiker
  • 250 gram wortels
  • 20 gram verse koriander
  • 2 el. verse oregano
  • 250 gram basmatirijst
  • 400 ml kokosmelk
  • 400 ml water
  • 3 el rozijnen
  • Zout

Ik koos voor gekleurde worteltjes. Maakt het gerecht nog iets zonniger. 

Wat moet je doen?


  1. Snijd de kippendijen in stukken en leg deze met de kippenpoten in een grote diepe schaal.
  2. Snijd de ui, knoflook, Spaanse peper, en de paprika in kleine stukjes en voeg deze toe aan de kip.  
  3. Doe de worchestersaus, ketchup, en oregano bij de kip. Snijd de pootjes van de koriander fijn en voeg dit toe met vers gemalen peper.
  4. Meng alles goed door en laat dit circa 1 uur marineren. 
  5. Doe wat olijfolie in een grote braadpan en smelt hierin de palmsuiker. Voeg de kip en marinade toe en bak dit goudbruin.
  6. Snijd de wortels in dunne ringen en voeg dit, samen met de kokosmelk en het water toe.
  7. Voeg de basmatirijst toe. 
  8. Doe de deksel op de pan en laat dit tien minuten op zacht vuur stoven. Het vocht zou nu helemaal opgenomen moeten zijn in de rijst. 
  9. Zet het vuur uit, voeg de rozijnen toe en laat alles nog tien minuten met de deksel op de pan staan.
  10. Breng op smaak met zout en serveer met de rest van de koriander.




vrijdag 8 januari 2016

We zijn gek geworden. En een vissoep met 0,05 gram saffraan



Cranberries die geen cranberries zijn, maar lege vruchtenhulzen gevuld met ananassap. En die verkocht worden als "superfood".

Bruin brood waarbij de kleur niet afkomstig is van de aanwezigheid van gezonde granen, maar van gebrand suiker. Brood dat in werkelijkheid net zo veel vezels en voedingsstoffen bevat als wit brood.

Appelsap dat als 'halfzoet' wordt verkocht, omdat men er water aan toe heeft gevoegd (en die vervolgens voor een hogere prijs in de supermarkt wordt verkocht.)

Een schnitzel die voor slechts 65% uit vlees bestaat, waarbij het vlees ook nog eens allemaal kleine restdeeltjes zijn die aan elkaar vast zijn geplakt door enzymen, water en vezels.

Gevulde pasta waarin 0,0003% truffel zit en dan volgens de Nederlandse wet Truffelpasta mag heten (en ja, ik heb even gecheckt of ik niet per ongeluk een nulletje te veel heb opgeschreven).

Een biermerk dat ineens met 'vers'  bier op de markt komt dat bijna twee keer zo duur is, omdat het direct uit de fabriek, ingepakt en al, naar de supermarkt wordt gebracht (maar waarbij een proefpanel van de consumentengids geen verschil proefde met 'normaal' bier).

Het "bewuste keuze" vinkje dat consumenten moet helpen bij het kiezen van het 'gezondere' of betere product in de supermarkt, maar waar het bestuur van de stichting bestaat uit mensen van Unilever en FrieslandFoods. ("We zijn hartstikke objectief")

Vleeswaren die niet gegeten kunnen worden door mensen met coeliakie of lactose-intollerantie omdat ze volgespoten zijn met meel en melkeiwit.

'Light' Pindakaas waarin 30% minder vet zit, maar waar tegelijk ook 451% meer suiker aan is toegevoegd. (Ja, je leest het goed).

Voorgesneden stukjes fruit uit de supermarkt die tijdens het productieproces behandeld zijn met een chemisch zuur zodat het fruit niet verkleurt (maar waarbij het chemisch zuur niet vermeld hoeft te worden op de verpakking, omdat het geen ingrediënt is, maar een onderdeel van het productieproces).


En dit is pas het topje van de ijsberg.

Het mag en het gebeurt. En dan denk je toch bij jezelf: zijn we nou echt helemaal gek geworden?

***********************

Vandaag eten we vissoep. En ik ben er heel eerlijk over. De soep bevat straks 0,05 gram saffraan. Maar verder is het precies was het is: vis, soep, en venkel. Gewoon puur natuur.

Vissoep met venkel en saffraan

Dorade en heilbot. Maar je kunt ook andere stevige witvis nemen

Wat heb je nodig voor circa 6 personen?


  • 600 gram venkel
  • 3 tenen knoflook
  • Chilivlokjes naar smaak
  • 2 el. venkelzaad
  • 2 blikken gepelde (mini)tomaten à 400 gram
  • 1 kg mosselen
  • 3 dorade filets (met huid)
  • 500 gram heilbot
  • (Optioneel) verse basilicum
  • Halve fles witte wijn
  • 1 liter visbouillon
  • 0,05 gram saffraan (1 zakje)

Wat moet je doen?


  1. Snijd de venkel en de knoflook in kleine stukjes.
  2. Vijzel de venkelzaadjes met wat zout tot een grof poeder. 

  3. Bak de venkel, het venkelzaad, de chilipeper en de knoflook in wat olijfolie goudbruin.
  4. Giet hier de bouillon en de wijn bij. Schenk ook de blikken tomaten in hun geheel erbij en voeg de saffraan toe. Schep goed door. 

  5. Snijd de vis in grove stukken. Leg dit bovenop de soep met de mosselen. 
  6. Doe een deksel op de pan en stoom de mosselen en de vis gaar boven de soep. Reken op circa 10 minuten.
  7. Schep de soep door en serveer met wat basilicum (of wat lenteui als je geen basilicum hebt, zoals ik per ongeluk).


vrijdag 1 januari 2016

Een beetje lelijk, maar wel lekker: malfatti di Panettone.


De supermarkt in Italië ligt er momenteel vol mee: panettone en pandoro. Het zijn zeg maar de kerstbroden van Noord-Italië.

De pandoro (brood van goud) komt oorspronkelijk uit de buurt van Verona en is eigenlijk een simpele cake met vanille en eieren. Vaak is het brood stervormig of achthoekig. De pandoro mag absoluut geen rozijnen of gekonfijte vruchtjes bevatten, maar wordt soms wel geserveerd met banketbakkersroom of poedersuiker dat je er zelf later op moet strooien (liefst nadat je de cake eerst hebt verwarmd). Men denkt dat de originele versie ooit met bladgoud werd gemaakt en dat daar de naam van afkomstig is.

De panettone komt uit de buurt van Milaan, heeft meestal een koepelvorm, en bevat vaak wel die gekonfijte vruchtjes en/of rozijntjes. Maar je kent de Italianen inmiddels ook wel een beetje. Natuurlijk vind je ook bij de panettone de grootst mogelijke variaties: met citroenrasp of zonder citroenrasp, met chocolade of zonder chocolade, met rozijnen of zonder rozijnen, met noten of zonder noten. Alle soorten kom je tegen. Stapels hoog!


Het is gebruik om de cake tijdens de kerstlunch te eten op eerste kerstdag. Maar ik heb het idee dat de bakkers, supermarkten en Italiaanse families de voorraad nooit helemaal op krijgen. En dus krijg je eigenlijk gedurende de hele winter tot en met het carnaval nog stukjes van dit Italiaanse kerstbrood voorgeschoteld. Bij voorkeur wel met een heerlijk glaasje moscato of andere zoete witte wijn.

Het schijnt overigens dat er hele familievetes bestaan rondom welk brood er met kerst gegeten gaat worden: de pandoro of de panettone. Als kind stelde ik voor om het maar beiden niet te gaan eten. Ik vond beide broden namelijk vies. Nu houd ik sowieso niet zo van zoete dingen (ja, ik herhaal mijzelf soms een beetje), maar de pandoro is niet eens zo heel zoet. Het had alleen altijd zo'n rare bijsmaak en was verschrikkelijk droog. Bovendien kreeg ik er als kind natuurlijk ook niet zo'n lekker glaasje zoete wijn bij.

Een van mijn ergste panettone (of was het pandoro?) herinneringen komt van de dag dat we op de koffie kwamen bij Italiaanse vrienden van ons. De vrouw des huizes vroeg mij of ik een stukje panettone wilde, maar gelukkig wist ik nog van de vorige keer dat ik mijzelf daar niet gelukkig mee zou maken. Ik zei dus dat ik geen trek had (wat men overigens heel vreemd vond) en weigerde beleefd. Mijn middelste zus was echter even vergeten hoe vies wij dat brood vonden en accepteerde gretig het aanbod, om vervolgens verschrikt naar het gigantische stuk brood op haar bordje te kijken en zich te realiseren in welke val zij was gestapt.

Lief als ik ben bood ik mijn zus aan om mee te helpen met het eten van het gevaarte. Maar helaas.... de vrouw des huizes spotte mij (nadat ik de helft van mijn zus al had opgegeten) en riep: "Zie je wel dat je wel wilde!" Om mij vervolgens te voorzien van een stuk dat zeker twee keer zo groot was als het stuk van mijn zus.

Hoe dan ook: ik was geen groot fan van de panettone en pandoro. En dat ben ik eigenlijk nog steeds niet. Al vind ik de panettone wel een stuk beter te doen dan de pandoro.

Mocht je overigens een pandoro of panettone tegen het lijf lopen, dan moet je hem wel proberen natuurlijk. Heel veel mensen vinden het namelijk wel heel erg lekker. Als de smaak jou ook wat minder bevalt, kun je er altijd nog een lekker toetje van maken. Je kunt het brood gebruiken als alternatief voor de lange vingers in de tiramisu. Of als alternatief voor de cake in een Siberische ijstaart. Of.....als koeklaag in een Italiaanse trifle. Met echte Italiaanse kersen op siroop zoals in onderstaand recept.

Dit gerecht ziet er overigens niet uit. Maar het viel enorm in de smaak bij mijn gasten. Vandaar dat ik het toch maar op mijn blog zet en het Malfatti di Panettone heb genoemd (malfatti betekent "slecht gemaakt").

Malfatti di Panettone 


Wat heb je nodig voor 6-8 personen?

  • blikje van 400 gram kersen op siroop (van het Italiaanse merk Toschi bijvoorbeeld)
  • 1 panettone met chocolade (mijne had ook amandelen)
  • 500 ml melk
  • 100 gram suiker
  • 4 eierdooiers
  • 75 gram pure chocolade
  • 2-3 el. bloem
  • 600 gram bevroren bosvruchten
  • evt. wat likeur
Verder: een beetje plastic folie en een glazen hoge serveerschaal (circa 1 liter). 


Hoe maak je het klaar?


  1. Kook de melk met 75 gram van de suiker en circa 3 el. van de kersensiroop totdat het suiker is opgenomen.
  2. Klop de resterende suiker met de bloem door de eierdooiers. 

  3. Giet wat van de warme melk bij de eidooiers. Schep goed en snel door, en giet onder stevig kloppen de eieren door de melk. Houd het vuur aanstaan, en blijf kloppen totdat je een massa krijgt die zo dik is als vla. Zet dan koud weg met een plastic folietje.
  4. Verhit de bosvruchten in een pan en gooi hier de kersten en de rest van het siroop bij. Laat het goed inkoken totdat je een dikke massa hebt. Zet het vuur dan uit. Eventueel kun je hier een scheut likeur in gooien.
  5. Snijd de cake in hele kleine stukjes en leg deze onderin de glazen schaal. Schep hier wat van de vla op en vervolgens het fruit. Ga net zo lang door totdat al je ingrediënten op zijn. Eindig met wat vla. Zet de schaal in de koelkast.
  6. Smelt de chocolade au bain marie en giet het dun uit over een stuk bakpapier. Leg dit buiten of in de koelkast om hard te worden. Reken op een uur.
  7. Breek de chocolade in stukjes, steek in de trifle en serveer! (bij mij was de chocolade een beetje gesmolten, waardoor de taart nog lelijker werd dan hij al was...)