Translate

vrijdag 29 juli 2016

Alleen maar nette mensen. En meloen met ceviche.



Een tijdje geleden had ik een rare droom. Ik droomde dat ik in een Vinex-wijk woonde buiten Utrecht. Midden in het bos. En op het platteland. En bij een groot meer (ja, in dromen kan alles). Maar ja!? Een Vinex-wijk? Ik schrok bezweet wakker. Mijn stadsie Utrecht verlaten? Het centrum met de terrasjes, met de mooie werfkelders, met de festivals, met de prachtige oude huizen? Ik moet er niet aan denken.

Toch?

Nou, ik moet eerlijk bekennen dat ik een beetje ben gaan twijfelen. En dat begon een jaar geleden. Het moment dat mijn kwispelende viervoeter in mijn leven kwam.

Zo'n vier keer per dag wandelen en/of fietsen mijn harige vriendin en ik in Utrecht en directe omstreken. En wij trotseren veel tijdens onze wandelingen en fietstochten. Al wandelend ontwijken wij glas dat overal, echt óveral, ligt: zelfs in het zeldzame groen van de binnenstad. Daarnaast haal ik dagelijks spareribs, pizzapunten, chipszakken, oud brood, plastic verpakkingen en kippenpootjes uit haar bek. We ontwijken bovendien brommers die zebrapaden negeren, fietsers die op de stoep fietsen, fietsen die de weg blokkeren, en auto's die mijn hondenfietskarretje van net iets te dichtbij willen passeren. Liefst met het geven van extra gas. Want dat is leuk (uhm, waarom ook al weer?).

Ik ben zelfs meerdere keren aangereden. Door een scholier die het iets te druk had met haar mobieltje en vol in mijn hondenkarretje reed ("Oh oepsie!"). Door een of andere kerel die (alhoewel hij zowel haaientanden als een rood licht had) toch vond dat ik maar even plaats moest maken voor hem ("maar mevrouw, er is toch plek zat"). Door iemand die er vanuit ging dat ik ook wel door rood zou rijden ("Ja, hallo! Waarom stop jij nou?").

Afgelopen weekeind ben ik zelfs uitgescholden. Omdat een scooter van ThuisBezorgd moeite had om een fietser te passeren, omdat wij daar stonden. Op de stoep weliswaar. Maar toch. We stonden in de weg.

Maar het summum vond ik die vader die achter drie jonge hockeymeisjes fietste, terwijl die meisjes de hele straat blokkeerden. Toen ik rinkelde om er langs te gaan, riep de vader in kwestie natuurlijk "Sorry!". Oh nee wacht. Dat deed hij niet. Hij riep: "Doe normaal man. Ze zijn net zo gezellig aan het kletsen".

Het gekke is dat de Utrechter hartstikke leuk is. Als ik de Utrechter spreek, dan is het altijd goed en gezellig. Maar zet een Utrechter op een fiets of in een auto en in de anonimiteit van het verkeer en de stad, dan is de Utrechter dát dus helaas even vergeten.

Het gebeurt niet zelden dat ik met verhoogde bloeddruk mijn huisje bereik. Blij dat we het weer gered hebben. En dan krijg je 's nachts dus die vreemde dromen. Van Vinexwijken enzo.

Gelukkig word ik vooralsnog zwetend wakker als ik dit soort dromen heb. Daarvoor is de Utrechter en Utrecht dus toch nog steeds te leuk. Ik vrees echter voor de dag dat ik niet meer zwetend wakker word. Maar hopelijk gaat dat nog even duren.

************

Om af te koelen van de zwetende nachten en heftige fietsritjes, maken we vandaag opnieuw ceviche. Ik weet dat ik dat onlangs ook al heb gedaan, maar toen bedacht ik ineens deze variant. En deze is juist zo lekker als het nog goed warm is buiten. Met de Nederlandse zomers moet je dan nooit te lang wachten. Kortom, we eten vandaag:

Meloen met ceviche (licht lunchgerecht voor hete dagen)

Denk aan een wachttijd van tenminste 1 uur. Niet geschikt voor zwangeren.

Wat heb je nodig voor 2 personen?


  • 1 zeer zoete meloen (bijv. Galia)
  • halve Spaanse peper
  • halve sappige sinaasappel
  • halve komkommer
  • halve rode ui
  • 4-5 blaadjes basilicum
  • 125 gram super verse kabeljauw in dunne plakjes
  • sap van  1 citroen


Hoe maak je het klaar?


  1. Snijd de geschilde ui in dunne halve ringen. Schil de helft van de komkommer en snijd deze in kleine blokjes. Snijd de Spaanse peper in hele kleine blokjes.
  2. Schil de sinaasappel en snijd de sinaasappel haaks op de partjes in. Snijd zo'n drie stukjes van elk partje. Zo lijkt hij extra sappig te worden. Vang al het sap op.
  3. Snijd de meloen doormidden, gooi de pitjes weg, en snijd voorzichtig het topje van beide kanten van de meloen. Op deze manier kun je de meloen straks neerzetten zonder dat deze omvalt. 

  4. Schep met een lepel of bolletjesschepper bolletjes vruchtvlees uit de meloen en meng de helft van de bolletjes meloen (de andere helft van de meloen kun je direct opeten of voor later bewaren) met de ui, sinaasappel, sinaasappelsap, kabeljauw, de basilicum, Spaanse peper, citroensap en komkommer. Schep dit goed door. 
  5. Schep het mengsel in de meloen, en laat dit tenminste 1 uur in de koelkast staan tot je het serveert. 
  6. Serveer met een extra takje basilicum. 





vrijdag 22 juli 2016

Guilty pleasures. En lamtortilla's met 5 spices.



Een meisje dat ik ken is vegetariër. Behalve als er bitterballen geserveerd worden. Dan zijn de ober en mosterd ineens haar beste vriend geworden....

Vrienden van mij eten altijd koosjer. Behalve als het om garnalen gaat. Dan zijn de strenge spijswetten ineens vergeten...


Ik snap dat. Los van het feit dat ik zelf geen vegetariër ben, bitterballen natuurlijk ook echt heel lekker zijn, en ik allergisch ben voor garnalen, begrijp ik ook heel goed dat je soms van je principes kunt afstappen. Op een zwak moment. Omdat je iets gewoon echt heel lekker vindt.

De Wereld Draait Door introduceerde het begrip Guilty Pleasures al enige tijd geleden in Nederland. Toen ging het om muziek: muzikanten werden gevraagd welke foute liedjes zij stiekem onder de douche zingen. Zo'n beetje alle nummers die werden genoemd, staan op mijn Knuffelrock cd's die ik nog altijd afspeel als we onderweg zijn naar Italië. "All by myself", " How am I supposed to live without you", "Walking in Memphis", Johnny Logan's "Hold me now" en "What's another year?". Hoezo guilty pleasures? Keigoede muziek!

Tja, qua muziekkeuze schijn ik dus de vleesgeworden Guilty Pleasure te zijn. Ooit lang geleden, toen ik een beetje elitair wilde zijn en nog niet hardop durfde te zeggen dat de Knuffelrock cd's echte aanraders zijn (jullie zijn de eersten aan wie ik het durf te melden), meldde ik aan een vriendinnetje dat Vivaldi toch ook wel hele goede dingen had gedaan met zijn vier jaargetijden. Mijn vriendinnetje reageerde vervolgens met: "Oh, Vivaldi? Mijn vadurrr en ik noemen dat "Music for the Millions". Mijn enige poging om ook maar enigszins muzikaal onderlegd over te komen, werd direct in de kiem gesmoord. Knuffelrock dus. Verder ben ik nooit meer echt gekomen. 


Qua eten heb ik ook mijn Guilty Pleasures. 

Zoals jullie in meer dan 200 verhalen op mijn blog hebben kunnen ontdekken, kook ik meestal from scratch (zoals dat in mooi Nederlands heet) en doe ik mijn uiterste best om zo veel mogelijk groentes te eten, biologisch en duurzaam inkopen te doen, en ben ik dagelijks in strijd met mijzelf om mijn vlees- en visinname te beperken.

Maar zo'n 1 of 2 keer per jaar gaat het helemaal fout. Want als ik een van mijn Guilty Pleasures moet noemen dan is het de barbecue. En niet zomaar een barbecue....

Geef mij een authentieke foute BBQ-sessie. Geef mij worstjes, speklapjes, hamburgers, en spareribs. Geef mij vette sausjes, huzarensalade, pindasaus en stokbrood! En ik ben dolgelukkig! Niets geen visjes, groentespiesjes, polentaschijven en gevulde paddenstoelen op de grill. Gewoon heel veel vlees. Heel veel E-nummers. En heel veel vet. 

Ja, het is vreselijk. Ik weet het. Maar als kind ben ik praktisch zonder BBQ opgegroeid. Dat deden wij niet of misschien een enkele keer en dan zeer bescheiden. En nu vind ik het stiekem een van de lekkerste dingen die er zijn. Maar alleen als het goed fout aangepakt wordt natuurlijk. Met zo'n min mogelijk verfijning. En liefst met een verbrand bruin korstje aan het knapperige kippenvelletje. 

Maar goed: dit soort acties permitteer ik mij niet elke dag. En eigenlijk ook alleen als ik bij een ander ga eten. Vandaar dat ik vandaag gewoon een normaal recept op mijn blog zet. Een verrassend recept, dat het vast ook heel goed doet bij een barbecue. Maar dan wel zo'n sessie met heel veel groentes. 

***********************
Vandaag maken we een recept uit een nieuw kookboek dat ik afgelopen week heb gekocht (van de boekenbon die ik heb gewonnen door te stemmen op www.belangrijksteboek.nl). Het boek is van Miljuschka Witzenhausen en heet: Miljuschka's food trucks. Dit hele boek staat eigenlijk vol met guilty pleasures. Maar met name de lam tortilla's, die Miljuschka met eend maakt, zijn echt bijzonder lekker! En niet eens zo ongezond. 

LAMB TACOS


Wat heb je nodig voor 4 personen?

  • 500 gram lamssteak (kamertemperatuur)
  • 250 gram fijngesneden rode kool
  • 8 kleine tortilla's
  • 2 rode uien (in flinterdunne ringen)
  • 2 el. five spices (Chinees kruidenmengsel)
  • 3 el. yoghurtmayonaise
  • 1 el. chipotle-tabasco (die had je nog van mijn veganistische burger)
  • goede handvol fijngehakte koriander


Hoe maak je het klaar?

  1. Meng de mayonaise met de chipotle-tabasco
  2. Grill de uien met wat olijfolie in de grillpan totdat ze licht gebruind en zacht zijn. Schep ze in een bakje.
  3. Smeer de lamssteak in met wat olijfolie en de five spices. Grill ze in de grillpan afhankelijk van de dikte in een paar minuten rosé. 
  4. Laat de lam even rusten op een snijplank, en grill in de tussentijd de tortilla's kort in de pan totdat ze donkere strepen krijgen.
  5. Snijd de lam in dunne repen. 
  6. Smeer de mayonaise op de tortilla, leg hier wat reepjes lam op, bestrooi met de ui, rode kool en eindig met de koriander. 
  7. Rol op en eet smakelijk!

Ps. ik maakte deze tortilla's afgelopen week tezamen met vegetarische tortilla's (recept volgt een andere keer) en liet de gasten de tortilla's zelf beleggen. 

De ingrediënten voor beide soorten tortilla's


vrijdag 15 juli 2016

Dom blondje. En gegrilde nectarines met grappa (perseghina)



"He wat leuk! Grappa-glaasjes!" Ik scheur het inpakpapier open.

"Wat gaaf dat Blond Amsterdam nu ook grappa-glaasjes heeft zeg!" Verrukt kijk ik naar de kleine glaasjes in mijn hand. Vervolgens kijk ik mijn vrienden stralend aan. Zij zijn zojuist aangekomen in Italië, en blijven een paar dagen logeren in ons mooie huis.

"Gaaf hoor". Ik bekijk de glaasjes nogmaals van top tot teen. Typisch glaasjes van Blond Amsterdam. Wit steen met een blauwe opdruk. Zo leuk.

" Uhm...Anne....?"

Ik kijk op naar mijn vrienden. En zie dat zij mij een beetje vreemd aankijken. "Ja?"

"Dat zijn eierdopjes..."

*****************************


Goed. Ik ben dus enigszins gebrainwasht. Als we in Italië zijn, drinken we heel vaak na de koffie nog een lekkere grappa. En dan heb ik het echt over lekkere grappa. Grappa die een tijdje op hout heeft gelegen bijvoorbeeld. En die je vooral niet uit de koelkast moet drinken, maar gewoon op kamertemperatuur. Want alleen jonge grappa drink je koud.

Ik ken veel mensen die niet van grappa houden. Maar vaak komt dat omdat ze een of ander bocht met veel te veel alcohol van een inferieure kwaliteit hebben gedronken. Zo kan grappa kan wel tot 60% alcohol bevatten! En net als wijn kan grappa ook van wisselende kwaliteit zijn, waarbij in de algemeenheid geldt: hoe goedkoper, hoe minder lekker. Net zoals bij andere dranken.

Nu is het wel zo dat grappa een beschermde naam is: het mag alleen geproduceerd worden in Italië, in het Italiaanse deel van Zwitserland en in San Marino. Is het ergens anders geproduceerd dan moet het een andere naam krijgen. En ook het productieproces is beschermd. Maar dat wil dus niet zeggen dat elke grappa van dezelfde kwaliteit is.

Grappa wordt gemaakt van de restproducten van de wijnindustrie. De velletjes, pitjes, takjes en andere restjes van de druiven worden eerst gefermenteerd en daarna gedistilleerd. Soms wordt de grappa hierna nog gerijpt in houten vaten of voegt men er kruiden of andere smaakstoffen toe (zoals honing bijvoorbeeld). Dat hoeft echter niet. In principe kun je gedestilleerde grappa al gewoon drinken. Maar hoe langer een grappa gerijpt heeft, hoe lekkerder en zachter hij wordt.

Mijn zwager is een groot grappa-fan. En wanneer ik bij hem en mijn zus ben, is het lastig kiezen met welke grappa we het diner dit keer afsluiten. Hij heeft denk ik wel 50 variaties! Want elk zichzelf respecterend wijnhuis heeft wel een paar eigen grappa's. Met vaak in ieder geval 1 variatie die houtgelagerd is.

Een variatie die niet echt verfijnd is maar wel authentiek, is de Grappa Perseghina. Deze grappa wordt veel gemaakt in de regio rondom ons prachtige Noord-Italiaanse huis (dat dus nog te huur is tussen 20 augustus en 10 september....) en bevat verse citroenverbena. Een heerlijke combinatie, die de grappa wat frisser maakt.

Je maakt het door 250 gram suiker in 1 liter jonge grappa te gooien (je begrijpt dat je hier geen mooie grappa voor moet gebruiken) met 40 blaadjes verse citroenverbena. Dit laat je vervolgens 40 dagen staan. Je moet in de eerste week wel een paar keer schudden zodat de suiker goed oplost. En daarna is het dus een kwestie van wachten.... en opdrinken. Vanuit die leuke grappa-glaasjes natuurlijk, zoals die van Blond Amsterdam.

Gegrilde nectarines met grappa


Wat heb je nodig voor twee personen?

  • 3 nectarines (evt. perziken): stevig en zoet
  • 200 ml slagroom
  • 2-3 el. suiker
  • 3-4 el. grappa (liefst perseghina)
  • wat pepermunt ter garnering


Hoe maak je het klaar?


  1. Klop de slagroom lobbig. Schep hier 1-2 el. grappa doorheen en ongeveer 1 el. suiker. Proef of je het zoet genoeg vindt en of je de grappa goed genoeg proeft.
  2. Snijd de nectarines in tweeën. Probeer de pit er uit te halen (is mij niet gelukt).
  3. Verhit een grillpan tot deze warm is.
  4. Strooi ongeveer 2 el. suiker over de nectarines en leg ze met de suikerkant in de grillpan. Wacht net zo lang tot je mooie donkere strepen hebt. 

  5. Draai de nectarines om. Grill de bolle kant van de nectarines tot ook hier zwarte strepen verschijnen, en lepel wat grappa over de hete binnenkant van het fruit. Pas op dat de grappa geen vlam vat. 

  6. Serveer direct met een goede klodder slagroom en een takje munt. 





vrijdag 8 juli 2016

Hersenen zo groot als doperwten. En gegrilde kip met venkel.



Het was de winter van 2014. En eindelijk durfden we het aan. We zouden gaan verbouwen. Het heerlijke Noord-Italiaanse huis van mijn familie moest er aan geloven.

Het had een lange aanlooptijd gehad. Allereerst heb je een plan nodig natuurlijk. En vergunningen. En een aannemer. En een toezichthouder. En wat centen. En het meeste van alles: de ballen. No guts, no glory, and no house in Italy. Maar na jaren voorbereidingen trokken we de stoute schoenen aan en wisten we 1 ding zeker: dit zou geen episode worden van het TV-programma "Ik Vertrek". We spraken immers de taal, en kenden de omgeving en de mensen. 

We pakten het dus goed aan: iedereen die aan het huis zou werken, was lokaal. Alle materialen die we zouden gebruiken, zouden uit de omgeving komen (op de IKEA-keuken na, en je weet hoe dat is afgelopen), en iedereen werd bij het project betrokken: de slager, de familie uit de lokale supermarkt, de mensen van onze lievelingsrestaurants. We hadden aan alles gedacht, behalve....

Aan de burgemeester.

Meneer de Burgemeester was vlak voor onze verbouwing gekozen door de 500 bewoners van het dorp waar het huis bij hoort en meneer de Burgemeester was nooit geconsulteerd over de verbouwing van ons huis. Meneer de Burgemeester behoorde daarnaast ook nog eens tot een andere politieke partij dan onze aannemer. Bovendien was meneer de Burgemeester het neefje van de beheerder van ons huisje en (daar kwamen we nu dus achter)... al jaren gebrouilleerd met zijn oom. Maar alles boven alles: de zoon van meneer de Burgemeester was niet aangenomen als loodgieter voor ons project. 

En dus besloot meneer de Burgemeester om, zodra het oude huis min of meer onbewoonbaar was geworden, alle vergunningen in te trekken en de verbouwing stop te zetten. En om er zeker van te zijn dat wij ook echt niet door gingen met de verbouwing, trok hij er dagelijks hoogstpersoonlijk op uit om in zijn bootje langs het huis te varen en de boel te controleren. Ja, het leven van een burgemeester in een klein dorp in Noord-Italië gaat niet over rozen. Dat is hard werken. 

Een half jaar. Een half jaar heeft meneer de Burgemeester (met volgens enkele dorpelingen: "cervelli come piselli") de boel weten te stagneren. En toen kwam hij tot de conclusie dat hij wel voldoende duidelijk had gemaakt, dat HIJ toch wel degene was die het voor het zeggen had in het dorp. En niemand anders.

Met nieuwe vergunningen en muren die net wat anders waren geplaatst dan in het oorspronkelijke plan, werd de verbouwing weer voortgezet. Met een prachtig resultaat. Het kost je wat energie, maar dan heb je ook wat, zullen we maar zeggen.

Achteraf gezien waren we voor het TV-programma "Ik Vertrek" waarschijnlijk het hoogtepunt van het seizoen geworden. Hoe hilarisch om zo'n burgemeester dagelijks roeiend langs een vakantiehuis te zien varen! Het spottende commentaar van de kijkers kan ik mij helemaal indenken.

Maar goed: dit verhaal heeft een goed einde. We zijn trots op het resultaat. En meneer de Burgemeester? Die is tot zijn grote verrassing bij de verkiezingen van afgelopen mei niet herkozen. Dit keer is gestemd op de zoon van onze beheerder. Toch jammer dat we voorlopig niet hoeven te verbouwen.


PS. het huis is ook te huur! Ook nog beschikbaar tussen 20 augustus en 10 september. En natuurlijk is het huis voorzien van de nodige handige keukenapparatuur! 


***********

Aangezien ik voorlopig genoeg heb van doperwten (of mensen met de hersenen van doperwten), eten we vandaag kip. Lekkere gegrilde kip. Schrik niet van de hoeveelheid boter. Al je de kip zo bereid, blijft hij heerlijk sappig. Reken wel op een uur oventijd.

Gegrilde kip met venkel


Wat heb je nodig voor twee personen?

  • 2 grote kippenpoten met velletje
  • 2 el. gorgonzola
  • 2 tenen knoflook (fijngesneden)
  • 3 grote eetlepels zachte boter
  • 1 el.venkelzaad
  • 1 venkelknol (400/500 gram) 
  • 1/2 witte ui
  • 1 el. verse salie (fijngehakt)
  • 1 citroen


Hoe maak je het klaar?


  1. Verwarm de oven voor op 180 graden. 
  2. Rasp de citroen en doe de rasp in een bakje. 
  3. Voeg de knoflook. gorgonzola, 2 el. boter, venkelzaad en de fijngehakte salie toe. Mix dit alles met wat zeezout tot een romige substantie. 

  4. Maak met je vingers ruimte onder het velletje van de kip: zowel bij de pootjes als bij de dijen.
  5. Prop de kruidenboter helemaal onder het velletje. Knijp de citroen uit over de kippenpoten, smeer hier de restende lepel boter overheen, en bestrooi met wat grof zeezout. 
  6. Snijd de ui en venkel in dunne plakjes en leg dit in een ovenschaal. Voeg twee eetlepels water toe. 

  7. Leg de kip op de venkel en ui, en laat de kip in ongeveer een uur (afhankelijk van de grootte van de kippenpoten) knapperig bruin en gaar worden. De venkel is dan heerlijk zacht geworden. 

Ik serveerde de kip met een gevulde courgette. Dit recept volgt een andere keer.








vrijdag 1 juli 2016

De klapperrrrrr van de week! Indische sambaleieren (in klapper dus).



Maandag was mijn oom uit Amerika op bezoek. En natuurlijk kook ik dan echt Hollands: pindasaus, soto ayam, kipsaté en sambaleieren. SAMBAL-eieren. Geen samba-leieren. Want dat bestaat niet.

Sambaleieren dus. Die er niet uitzien op de foto, maar in het echt wel super lekker zijn. Je moet er alleen wel even een tussenstop bij de toko voor maken. Want de meeste ingredienten zijn niet in de gewone supermarkt te vinden.

Zo heb je nodig:

Laoswortel

Laoswortel lijkt qua uiterlijk een beetje op een mix van aardpeer en gember en is ook in gedroogde vorm te krijgen in de gewone supermarkt. Voor dit recept moet je echter de wortel hebben die je in plakjes snijdt.

Laoswortel is een beetje zurig, heeft qua smaak wel iets van een peperige gember. Maar dan toch anders....

Een andere naam is galangawortel, en men beweert dat het kan helpen tegen misselijkheid en goed is voor de spijsvertering.

Voor gebruik schil je de laoswortel meestal even (tenzij je echt een hele jonge schone hebt). En houd je wat over? Dan kan het gewoon in de vriezer bewaard worden!


Daun Salam

Daun Salam is een heel mooi redelijk groot blad dat je ook
bij de toko kunt vinden. Het blad ruikt nergens naar (vind ik), maar het geeft wel een citroenachtige smaak af. Hiervoor moet je het blad wel eerst heel goed kneuzen.

Ik vond het blad erg veel op laurier lijken. Het blijkt dat het ook wel Indische laurier wordt genoemd. Het is echter niet met laurier te vervangen. Daarvoor verschillen deze bladeren te veel van smaak.

In mijn gerecht gebruik ik verse Daun Salam. De toko verkocht een hele stapel. Deze heb ik in de vriezer gegooid: wel met het risico dat het blad iets van smaak verliest.

Daun Salam groeit in Indonesië en Maleisië, maar ook in Suriname. De subtiele smaak geeft in combinatie met de laoswortel de typische Indische smaak aan een gerecht.



Palmsuiker

Palmsuiker is gevaarlijk! Als je het koopt in de stukken zoals je hiernaast ziet, is het bijna een snoepje geworden. Een stuk hiervan heb ik dus zo in mijn mond gestoken (vertel het vooral niet verder....), een ander stuk ging in de pindasaus, en ongeveer 2 theelepels gingen bij de eieren.

Palmsuiker wordt uit een palm gehaald. Nu kennen wij zelf niet zo veel palmbomen, maar in de tropische gebieden wel. De palmsuiker komt dus soms van een kokospalm, maar ook wel van een dadelpalm of arengapalm.

De kleur van de suiker kan variëren. Van lichtbruin, tot zo donker als op de foto.
Palmsuiker is gezonder dan witte suiker. Het heeft een lage glycemische index, zodat je er minder snel een enorme suikerpiek van zult krijgen.

En tenslotte: klapper! Hier heb ik geen foto van gemaakt, maar dat is omdat klapper gewoon een andere naam voor kokospalm en/of kokosnoot is. Uit de kokosnoot wordt kokoswater gehaald, kokosvlees en kokosolie. Wanneer je het kokosvlees raspt, mengt met heet water en uitknijpt, krijg je kokosmelk. Als dit geconcentreerd wordt in een blok, heet het santen (creamed coconut).



SAMBALEIEREN

Dit recept heb ik ooit gekregen van een Chinese collega van mij die erg van koken houdt en graag experimenteerde met recepten uit andere Aziatische landen. 

Bereid het gerecht een dag van tevoren. 


Wat heb je nodig?

  • 8 eieren
  • 1 gesnipperde ui
  • 3 knoflooktenen (fijngesneden)
  • 2 cm laoswortel, geschild en in schijven
  • 2 tl. sambal oelek
  • 2 Daun Salam blaadjes
  • 2 tl. palmsuiker (stukjes ter grootte van 2 suikerklontjes)
  • zout
  • 400 ml kokosmelk (1 blik)


Hoe maak je het klaar?


  1. Kook de eieren tot ze hard zijn (7 minuten in kokend water), pel en halveer ze. Houd ze apart.
  2. Fruit de ui en de knoflook in een steelpannetje in wat olie. 
  3. Voeg alle ingrediënten, behalve de kokosmelk en eieren, toe als de ui en knoflook glazig zijn geworden. Meng alles goed door. 

  4. Voeg de kokosmelk toe en roer een paar keer. Laat het heet worden.
  5. Leg de eieren in de kokosmelk en laat het geheel ten minste 1 nacht lekker marineren. 

  6. Verwarm de eieren voorzichtig voor het serveren. Je wilt niet dat de dooier uit het ei valt (zoals bij mij).