Translate

vrijdag 24 juni 2016

Ik maak er een soepje van. Avocado, munt en feta.



Een vriendin maakte laatst avocado-soep voor me klaar. Heerlijk! Ik had er eerlijk gezegd nooit over nagedacht. Avocado in de soep. Ja, waarom niet?

Het was dus voor herhaling vatbaar en daarom ging ik thuis aan de slag om dit lekkere soepje te kopiëren. Kilo's avocado's sloeg ik in. Niet wetende dat ik daarmee wellicht een bijdrage leverde aan de golf aan criminaliteit die Nieuw-Zeeland momenteel overspoelt. Avocado's zijn momenteel zo schaars daar en de vraag is zo groot, dat het land gebukt gaat onder tal van diefstallen van deze groene vrucht. Ja: het is big business die avocado's.

Nu schijnt het gros van de avocado's in Nederland niet uit Nieuw-Zeeland te komen hoor. Dus echt grote zorgen hoef je je niet te maken. Ik zag bijvoorbeeld dat Albert Heijn momenteel avocado's uit Spanje heeft. En de Jumbo haalt ze nu uit Zuid-Afrika. Bovendien zijn de top drie leveranciers van avocado Mexico, Dominicaanse Republiek en Colombia. Dus erg groot zal mijn bijdrage aan een criminele organisatie niet zijn geweest. Maar ik vond het wel een interessant bericht om met jullie te delen.

Het verbaast me overigens niet dat die avocado's zo populair zijn op het moment. Ze zijn namelijk super gezond. De avocado bestaat uitsluitend uit gezonde vetten die je cholesterol gehalte positief kunnen beinvloeden. Zoals je zult lezen, wijst wetenschappelijk onderzoek uit dat we het beste elke dag een avocado moeten eten: zelfs als je op dieet bent! Ondanks de grote hoeveelheid vet in de vrucht, schijn je er niet dikker van te worden. Integendeel. Het schijnt zelfs te helpen tegen diabetes 2: een vorm van diabetes die door ongezond eten en overgewicht kan ontstaan.

Ook bijzonder aan de avocado is het feit dat het heel veel vezels heeft. Dat zou je niet verwachten als je de gladde structuur van de vrucht proeft en ziet. Maar het bevat een soort van vloeibare vezels, die heel goed zijn voor de darmen.

Alle reden om onderstaand soepje op korte termijn eens uit te proberen dus. Check dan wel even of je avocado niet uit Nieuw-Zeeland komt.... is anders ook weer zo lullig.

Avocadosoep

Let op. Het is lekker om de soep goed koud te eten. Maak de soep dus een paar uur voordat je het gaat serveren. Mocht je het een dag van tevoren willen maken, dan kan de soep donker verkleuren (ondanks de limoen). Dat is niet zo mooi.


Wat heb je nodig?


  • 3 avocado's
  • 1 liter bouillon (mag vega)
  • 1 witte ui
  • 3 tenen knoflook
  • 1 el. limoensap
  • 14 blaadjes munt (+ extra ter garnering)
  • 1 Spaans pepertje
  • Blok feta
  • Wat tortilla chips (gezouten)

Hoe maak je het klaar?


  1. Snijd de ui, de helft van de Spaanse peper en knoflook grof en bak dit aan in wat olijfolie. Laat dit zachtjes garen.
  2. Voeg de bouillon toe en kook tot de ui en knoflook zacht zijn.
  3. Zet het vuur uit. Voeg het vruchtvlees van de avocado, de limoen en de muntblaadjes toe. 
  4. Zet de staafmixer er in tot je een redelijk dikke gladde soep hebt. Laat dit afkoelen en zet dan afgedekt in de koelkast.
  5. Gooi de soep nog even door een zeef zodat eventuele kleine stukjes uit de soep worden gehaald.
  6. Serveer de soep in mooie kommen en strooi er wat feta en ringetjes Spaanse peper overheen. 
  7. Steek een mooi blaadje munt in de soep en een paar tortilla chipjes.



vrijdag 17 juni 2016

Gin is in & kip is hip. Maar ik drink: frosé, pisco sour & amazonia



"Gin is ook in" vertelde een vriendin van mij onlangs naar aanleiding van de komst van het Amsterdamse biefstuk-restaurant Loetje in Utrecht.

Ik vertelde dat ik daar in Utrecht nog niet zo veel van had gemerkt. Hamburgers? Ja, die zijn in. Ambachtelijke hamburgers (met of zonder vlees) vind je tegenwoordig op elke hoek van de straat wel, al dan niet voorzien van ambachtelijk gebakken friet of andere homemade side-dishes zoals gepofte zoete aardappel.

Wijnbars? Ook die vind je overal (al lijkt deze trend nu tanende; we gaan nu natuurlijk voor lokaal speciaalbier). Lekker op een ongemakkelijke barkruk of hip hard houten bankje wijntjes kiezen uit een ellenlange menukaart waar de superlatieven je om de oren (ogen?) vliegen.

Een salade-restaurant dan? Jawel! Ook die heeft Utrecht nu overal. Wil je kiemen in je sla? Of quinoa? Of noten? Het kan allemaal. De ene "epic" salade na de andere moet jou naar juist die ene hippe tent lokken.

Of heb je liever kip? Ja, kip is ook hip. Een halve biologische boerderijkip met piri-piri? Een vrije uitloop kip aan het spit (nee, zo kan hij inderdaad niet meer lopen) uit de rotissoire? Utrecht heeft het!

Maar gin? In de zin van een echte aparte gin-bar? Ik had het in Utrecht nog niet gezien. Terwijl dit in Amsterdam hot & happening is! Maar blijkbaar heb ik onder een steen gelegen.....want met een beetje googlen kwam ik al snel tot de conclusie dat dit (te low-key for me, old lady) toch ook wel in Utrecht gebeurt. Bij restaurant Speck bijvoorbeeld, waar ze vele soorten Gin op het menu hebben (naast enkele burgers en grote stukken zelf gerijpt vlees).  Of bij Zussen waar zelfs een heel apart hoofdstuk Gin & Tonic-drankjes op de kaart staan vermeld.

Maar dat is nog niet alles. Het wordt nog mooier: ik kwam bij het googlen ook dit artikel tegen. In Utrecht wordt zelfs eigen gin gemaakt!

Beetje jammer dus dat ik voor deze week drie cocktails zonder gin heb gepland om met jullie te delen. Het zijn echter drankjes die aan de andere kant van de oceaan (Noord- en Zuid Amerika) wel heel erg hip zijn. Zullen we het er dan maar op houden dat ik misschien gewoon op het verkeerde halfrond zit en "a bit too hip for Europe" ben?



Linksboven de Pisco Sour, linksonder de Amazonia, en rechts de Frosé 


Let op: zorg dat je vriezer vol ijsklontjes zit! (zoals je op de foto's ziet, had ik daar niet aan gedacht). Tevens is het handig als je een cocktailshaker hebt. Hoeft niet, maar het maakt het leven er wel makkelijker op.

Frosé



Wat heb je nodig (4 glazen)?

  • 600 ml rosé
  • diepvrieszakjes
  • 100 gram suiker
  • 200 ml. water
  • 250 gram zoete aardbeien
  • Evt. scheut aardbeienlikeur (50 ml)
Let op: stap 1 t/m 3 moet je 's ochtends al doen als je dit drankje tegen de avond wilt serveren. Zorg ook voor een staafmixer. Het idee is dat de rosé half bevroren wordt. Beetje schilferig qua structuur. Niet keihard dus. In mijn vriezer werd de rosé zelfs na een nacht niet keihard. Maar dat licht wellicht aan het alcoholpercentage van de rosé. Dat zou je even moeten testen.

Hoe maak je het klaar?

  1. Giet de rosé in de diepvrieszakjes. Je hebt er ongeveer twee nodig. Sluit de zakjes goed en gooi dit in de vriezer. Let op: de rosé moet straks fijngemalen worden, dus laat de rosé niet té hard worden (als dat al gebeurt). Verspreid de rosé desnoods over meer zakjes.
  2. Zet de 4 kleinste aardbeitjes apart, en ontkroon de rest. Snijd deze (=de rest) doormidden.
  3. Zet een pannetje op het vuur met het water, de suiker en de aardbeien. Laat dit lekker 10 minuutjes zachtjes koken. Zet het vuur uit en laat dit afkoelen. 
  4. Gooi de aardbeitjes in een zeef, vang het sap op, en druk zo veel mogelijk vruchtvlees door de gaatjes van de zeef. Rasp met een lepel ook de restjes van de onderkant van de zeef. In de zeef zelf blijft ongeveer twee eetlepels drap over. Dit kun je opeten.
  5. Gooi de halfbevroren rosé door het suiker-aardbeiensap. En zet hier de staafmixer op tot het een beetje schuimt. Voeg nu evt. een scheut aardbeienlikeur toe.
  6. Serveer het koud met een aardbeitje op de rand van je glas. 

Fake Pisco Sour


De basis van de Pisco Sour is het alcoholische drankje Pisco. Pisco wordt zowel in Chili als in Peru gemaakt, en blijkbaar bestaat de nodige strijd tussen de landen wie de lekkerste heeft. Ik heb de Pisco besteld bij de Drankgigant (www.drankgigant.nl). Daar was alleen de Chileense nog beschikbaar.

Oospronkelijk heette dit recept gewoon Pisco Sour. Ik werd echter terecht gewezen door mijn tante die jarenlang in Peru heeft gewoond: een Pisco Sour is wit, en niet geel! En ijsklontjes of ijsgruis mag je echt niet vergeten! En zo waren er nog een paar dingen....

Mijn variatie was echter wel heel erg lekker. Dus ik noem het nu maar de Fake Pisco Sour. De echte volgt vast binnenkort. 

Wat heb je nodig voor twee glazen?

  • 100 ml. Pisco 
  • 70 ml. limoensap
  • 30 ml. suikerwater (verhouding suiker/water = 1:2)
  • 70 ml. eiwit (dit kun je bij de supermarkt gepasteuriseerd kopen in een fles)
  • ijsklontjes
  • paar partjes limoen

Hoe maak je het klaar?

  1. Meng alle ingrediënten behalve het ijs en de limoenpartjes, en klop dit stevig door. Je kunt hiervoor een cocktailshaker gebruiken. Mijn cocktailshaker (die middag gekocht) was echter zo lek als een mandje: ik heb dus een staafmixer gebruikt. Ging ook goed.
  2. Klop de vloeistoffen helemaal door elkaar totdat je een mooie schuimlaag krijgt. Proef even, en voeg eventueel wat extra suikerwater toe. 
  3. Schenk in een mooi glas en serveer met een partje limoen en wat ijsklontjes.

Amazonia

Het ziet er niet uit, maar met wat ijsklontjes misschien wel

Dit recept komt van de website www.epicurious.com. Het past perfect bij de hete Olympische zomer! Het hoofdingrediënt Cachaca komt namelijk uit Brazilië. Het wordt vaak gebruikt als basis voor de caipirinha. 


Wat heb je nodig voor 2 glazen?

  • 12 tl. cachaca
  • handvol verse munt
  • ijsklontjes
  • 12 tl. appelsap
  • 6 tl. limoensap
  • 6 tl. suikerwater (verhouding suiker/water = 1:2)
  • 36 tl. witte bubbelwijn (zou geen dure nemen)

Hoe maak je het klaar?

  1. Meng de cachaca met de munt in een cocktailshaker. Schud goed en stamp de munt een beetje aan met een vijzel. 
  2. Voeg de appelsap, limoensap, een paar ijsklontjes en het suikerwater toe. And shake it baby. 
  3. Schenk het in twee glazen, giet de bubbelwijn er over heen, roer even, en garneer met een partje limoen. 

vrijdag 10 juni 2016

Echt wel lekker, die veganistische burger


Op mijn werk heeft iemand in een column gesuggereerd dat onze kantines en bedrijfsrestaurants alleen nog maar een veganistisch aanbod mogen hebben. "Pas dan ben je als bedrijf echt duurzaam bezig".

Nu moet je je voorstellen dat ik bij een best wel grote organisatie werk. En dat in de huidige kantine de afdelingen kaas, frikadel, (karne)melk en ei gretig aftrek vinden bij de medewerkers (als ik mijn persoonlijke analyse van de afgelopen weken mag vertrouwen in ieder geval dan).

Zelden heeft een column van iemand kunnen rekenen op zoveel reacties. De opmerking van mijn collega bracht namelijk het nodige teweeg. Het ene (semi-)wetenschappelijke artikel na het andere werd als argument gebruikt om de uitersten in het debat te ondersteunen. Maar de persoonlijke meningen (al dan niet onderbouwd met iets anders dan frustratie) voerden de boventoon:

"Je krijgt een ijzertekort", "Voor soja-bonen worden hele oerwouden omgehakt", "Mogen we AUB zelf bepalen wat we eten?", " Wat is dit voor paternalistisch gedoe?" en "We eten al sinds mensheugenis vlees" waren argumenten van het anti-veganisme front.

"Er bestaat geen diervriendelijk vlees", "De vleesindustrie is vervuilend en ongezond" en "De wereld is gered als iedereen veganistisch eet" werd hen vervolgens tegengeworpen.

Het zal geen verrassing zijn dat men niet op een lijn is geëindigd. Daarbij heeft ook niet geholpen dat een van de leden van ons bestuur ook nog een duit in het zakje deed: "als je vlees wilt eten, moet je het maar van huis meenemen". Waarbij ik mij ineens realiseerde dat ik al tijden geen vleesbeleg meer koop op mijn werk, omdat biologische en diervriendelijke varianten helaas ontbreken.

Hoe dan ook: het blijft een lastige discussie, waarbij ik al de kriebels krijg van de gedachte dat ik alleen nog maar linzen, kiemen, en spelt mag eten. Om de een of andere reden klinkt dat toch allemaal net wat minder lekker dan een sappige hamburger of een gegrilde entrecote. Wat vind jij?

Maar.... ik ben niet voor 1 gat te vangen. Ik heb besloten me te gaan verdiepen in de veganistische keuken en heb mijn best gedaan met het recept van vandaag. Het is een recept dat gebaseerd is op het recept van restaurant "By Chloe" in Manhattan: een prijswinnende veganistische burger waar de mensen rijendik voor op straat staan. En dan word ik natuurlijk nieuwsgierig. Ik kan je vertellen: het is echt een hele lekkere burger! Maar dat komt misschien ook omdat ik er yoghurtmayonaise met eieren aan heb toegevoegd en cheezy nacho-chips.... waardoor de burger een tikkie minder veganistisch is geworden dan mijn oorspronkelijke bedoeling.

Maar hé...ik heb het geprobeerd. Toch?

Een (bijna) veganistische burger

Het recept is niet helemaal hetzelfde als het origineel. Amerikanen werken namelijk met "cups". Nu kwam ik er halverwege het recept achter dat een cup zwarte bonen een ander gewicht heeft dan een cup quinoa. Maar ja, toen zat de helft van de ingrediënten reeds in mijn vega-mix.


Let op. De voorbereidingstijd is lang! Zo moet je zoete aardappels poffen in de oven (circa 1 uur op 180 graden) en de quinoa klaar hebben staan. Gelukkig kun je dit een dag van tevoren allemaal al doen.


Wat heb je nodig voor 8 burgers?


  • Gepofte (zachte) zoete aardappels (circa 450-500 gram). Schil verwijderden.
  • 160 gram gekookte quinoa (ik had driekleuren quinoa, maar daar zie je niets van)
  • 2 blikken zwarte bonen (blik a 400 gram), zonder vocht
  • 6 fijngemalen soepstengels (als paneermeel)
  • 1 fijngehakte witte ui
  • 2 fijngehakte teentjes knoflook
  • 1 tl. gemalen komijn
  • 1 tl. paprikapoeder
  • 1 rode ui in dunne ringetjes
  • 1 zak tortilla-chips
  • handvol koriander
  • 2 vleestomaten in plakjes
  • verse guacamole (liefst zelfgemaakt: maar dan zonder tomaat en lenteui)
  • 3 el. mayonaise
  • blaadjes ijsbergsla
  • 1 el. chipotle-tabasco (te bestellen via www.albert.nl)
  • 8 zachte hamburgerbroodjes
  • optioneel: zoute augurken


Hoe maak je het klaar?


  1. Bak de ui met de knoflook aan in een pan tot ze zacht zijn.
  2. Mix de bonen, zoete aardappel, quinoa, ui, knoflook, komijn, paprikapoeder en wat zout stevig door elkaar. Houd de substantie nog een beetje grof, en maak er 8 burgers van. Proef even (er zit geen ei of rauw vlees in, dus dit kan gewoon) of je het voldoende smaak vindt hebben. Voeg anders wat extra zout, komijn of paprikapoeder toe. 

  3. Leg de hamburgers afgedekt in de koelkast tot gebruik (minimaal 30 minuten). Dit mag ook een dag van tevoren zijn. 
  4. Meng de mayonaise met de chipotle-tabasco. Deze tabasco heeft een heerlijke rooksmaak. De saus moet pittig zijn, en je moet de rooksmaak ook echt proeven. Voeg eventueel nog wat meer mayo of tabasco toe.
  5. Verspreid allemaal bakjes over tafel: eentje met de rode ui en koriander, eentje met de guacamole, eentje met de chips, eentje met de tomaten, eentje met de ijsbergsla, en eventueel eentje met de augurken. 

  6. Bak de burgers in wat olie. Reken op circa 5 minuten per kant. Ga wel heel voorzichtig met de burgers om. Ze vallen snel uit elkaar. 
  7. Serveer de burgers op de broodjes, en laat iedereen lekker zelf zijn hamburger samenstellen. 

Ps. het is echt onmogelijk om de burger netjes te eten. 

vrijdag 3 juni 2016

Wat is Wat is de wat? En lamsschenkel met aubergine



Het is dit jaar het jaar van het boek, en in dat kader wordt er ook een verkiezing gehouden voor "het belangrijkste boek". Zojuist heb ik mijn stem uitgebracht op "Wat is de wat" van Dave Eggers. Als er een boek is dat mijn wereldbeeld heeft veranderd is het dat boek wel.

"Wat is de wat" is het verhaal van Valentino Achak Deng, een jongen uit Zuid-Sudan die, gescheiden van zijn ouders, op zesjarige leeftijd in oorlogstijd via Ethiopië naar Kenia weet te vluchten. Uiteindelijk belandt hij als vluchteling in de Verenigde Staten, maar niet voordat hij de nodige ellende heeft meegemaakt.

Valentino is analfabeet en is opgegroeid in een klein zanderig dorpje ergens diep in de binnenlanden van Zuid-Sudan. Dit betekent dat hij volslagen onbekend is met zaken die wij heel normaal vinden. Zo wordt hij op enig moment geadviseerd om naar Ethiopië te lopen. "Ethiopië? Wat is dat?" vraagt Valentino. "Een ander land" zegt zijn vriend. "Wat is dat? Een ander land?"

Het deed mij denken aan het verhaal dat mijn moeder (docent Nederlands als Tweede Taal) ooit vertelde over analfabete vluchtelingen. Die kregen tijdens een van hun eerste taallessen de opdracht om het woord "gat" op te schrijven. Dat kon niet, zeiden zij. Want een gat was niets. Dus dat kon je toch ook niet opschrijven?

Valentino belandt in Kenia op de dag dat Prinses Diana overlijdt. Iedereen die hij tegenkomt, rouwt om de dood van deze vrouw. Hij stelt zich voor dat iedereen in Nairobi ook zal huilen wanneer zíjn moeder overlijdt. Want enig idee over hoe groot de wereld is, heeft hij niet.

Uiteindelijk komt Valentino in Amerika terecht waar hij door de Jane Fonda-foundation wordt gefêteerd op een echte Amerikaanse basketbalwedstrijd. Compleet in shock aanschouwt Valentino de halfnaakte cheerleaders die de wedstrijd moeten opleuken. Een goed bedoelde attentie. Maar of het blijk geeft van enig inlevingsvermogen in de groep kindsoldaten die zojuist uit oorlogsgebied is gekomen?

Het deed me denken aan de Vietnamese bootvluchtelingen waar mijn moeder ooit over vertelde. Zíj werden (door een andere taalschool natuurlijk) als uitje getrakteerd op een gezellig boottochtje. Ik kan je vertellen: dat was geen succes. Net als die keer dat een instructiefilmpje over het nemen van de bus leidde tot de massale verkoop van ficussen. In het instructiefilmpje kocht de vrouw namelijk eerst een ficus als cadeau voor de vriendin die ze ging bezoeken. De leerlingen van mijn moeder die de les in de praktijk gingen brengen, dachten allemaal dat zij ook eerst een ficus moesten kopen.

Ik vond ze leerzaam, deze verhalen. En om eerlijk te zijn: ook behoorlijk confronterend. Het deed me inzien (er zijn overigens ook tal van minder expliciete voorbeelden in het boek) dat hoe welwillend je ook bent, het inleven in een ander, in een andere cultuur, in een andere herkomst, verrekte lastig is. De keuze om je niet te verdiepen is in ieder geval aanzienlijk makkelijker. En dat is jammer. Ik zou iedereen daarom aanraden om dit boek te lezen. Dan blijft het overigens nog altijd moeilijk om je in die ander te verplaatsen. Maar alleen al het feit dat je je realiseert dat het verrekte lastige is, is volgens mij al een belangrijke stap in de juiste richting.



Je vraagt je natuurlijk af wat dit verhaal nu met koken te maken heeft. Nou... Helemaal niets.

*********************

Het recept van vandaag is:

Gestoofde lamsschenkel met aubergine


Het lekkerste is om dit recept in de tajine te maken. Gebruik anders een stoofpan met deksel. Houd rekening met 2-3 uur bereidings- en stooftijd.

Wat heb je nodig voor twee personen?


  • 2 lamsschenkels
  • 1 tl. kaneel
  • 2 tls. gemberpoeder
  • 1 tl. gemalen koriander
  • 1/2 tl. kardemom
  • 1/2 tl. paprikapoeder
  • 1 grote aubergine in blokjes
  • 1 hand verse munt (fijngehakt)+ wat extra
  • 1 hand verse koriander (fijngehakt) 
  • 1 hand verse bladpeterselie (fijngehakt) 
  • 3 tenen knoflook
  • 1 witte ui in ringen
  • 2 dl water (evt. wat meer)
  • wat zout
  • half blok feta
  • rood pepertje in ringetjes


Hoe maak je het klaar?

  1. Bak de lamsschenkel, de ui en de knoflook zachtjes aan in wat olie tot het vlees net even gekleurd is. 
  2. Gooi de verse kruiden over het lamsvlees (behalve de extra munt). Strooi hier vervolgens de aubergineblokjes overheen.
  3. Meng de specerijen met het zout en het water tot alles goed gemengd is, giet dit over de aubergines en het vlees.
  4. Zet de deksel op de pan, en laat het vlees tenminste 2 uur stoven of in ieder geval tot het van het bot valt. Let goed op dat er steeds voldoende vocht in de pan zit. 
  5. Serveer het vlees met wat extra verse munt, wat ringetjes rode peper en verkruimelde feta. 
Het is overigens erg lekker om de sappen uit het vlees over couscous te gooien i.p.v. water of bouillon. Laat het even intrekken totdat de couscous gaar is. De couscous wordt wel bruin. Maar dat wordt weer gecompenseerd door de feta, rode peper en munt.