Het is koud als we wegrijden. Een beetje natkoud. In onze feestkleding zitten we te rillen in de auto. We hebben panty's aan, een mooie jurk, en natuurlijk een rood element op of (liever nog) onder onze kleding. Want we zijn tenslotte in Italië. En het is oud & nieuw. Dus dat hoort. De mannen dragen overigens geen panty's. Gelukkig maar. Zij hebben een mooi pak aan. En wellicht ook een rood element onder de kleding, maar daar vraag ik maar niet naar.
De natuur om ons heen is groen, of liever gezegd bruin. Het gras is verkleurd, de maisvelden zijn leeg en alleen bergjes koeienpoep steken uit boven de modderige velden. Je kunt het nog net zien in het donker.
De lucht heeft een rare kleur, alsof er sneeuw in de lucht hangt. Dat zou kunnen, het is immers voorspeld. Maar hier tussen de bergen in Noord-Italië weet je het eigenlijk nooit met die voorspellingen. De sneeuw zou zomaar aan ons voorbij kunnen gaan.
Maar de voorspellingen zijn correct. We merken het als we aan de overkant van het meer de auto uitstappen en de eerste sneeuwvlokjes naar beneden dwarrelen. De kinderen grijpen in de lucht en proberen de vlokjes te vangen met hun handen. Met hun mond. "Kom op. Snel naar binnen!" rillen we met halfblote benen.
Het restaurant is al behoorlijk vol als we binnen komen. Overal zitten Italianen. Hele families schuiven aan, iedereen is op zoek naar een goede zitplek. Kinderen rennen rond door de grote feestzaal. De muziek staat aan. De tafels zijn gedekt.
Al snel komt de bediening met de eerste gang richting de tafels. Razendsnel wordt iedereen voorzien van een lokale lekkernij: gerookte zalmforel met een crostino met lokale boter. We genieten en eten alles op. Zelfs al weten we dat er nog tien gangen zullen volgen.
We eten culatello (ham gemaakt van de billen van een varken). We krijgen een soep met olijfolie van het Gardameer. We eten pasta gevuld met lokale vis uit het meer. De risotto met truffel volgt al snel. We eten, we kletsen, we drinken, de kinderen spelen en roepen dat ze wakker zullen blijven tot twaalf uur. De Italianen trekken na elke gang hun jas aan om buiten te gaan roken. En komen bedekt met sneeuw terug.
Om 0.00 uur wordt de Franciacorta ontkurkt. "Auguri!", "Buon Anno!". Er wordt stevig gezoend door mensen die elkaar kennen (of niet?) en alle gasten uit het restaurant geven elkaar een hand. Buiten wordt een enkele sierpijl afschoten boven het meer. Meer is ook niet nodig. De kinderen merken niets. Zij slapen in een hoek van het restaurant: in een kinderwagen, of op drie bij elkaar getrokken stoelen.
We eten nog een dessert, en tikken een caffè met grappa achterover. Het is 2.00 's nachts. Moe en voldaan lopen we naar de auto.
En dan zien we de sneeuw...
Het kost ons een uur om de 6 km naar huis af te leggen. Ploegend door een dikke laag sneeuw. Langzaam, heel langzaam, rijden we in colonne achter elkaar, terwijl de sneeuwvlokken onafgebroken uit de hemel komen vallen. We parkeren de auto's bovenaan de berg: dicht bij de herberg die je kunt zien vanuit de noordkant van ons huis. En dan neemt iedereen een kind in de armen of bij de hand. We beginnen aan de wandeltocht. Langs de weg, door de ingang, de berg af richting het meer. Op onze panty's, in ons mooie pak.
Enkele kinderen slapen, andere kinderen zijn klaar wakker. Ze vangen de sneeuw. Rollen met hun ouders sneeuwballen. Sneeuwballen die uitgroeien tot sneeuwpoppen. Het begin van een iglo wordt gemaakt. Een sneeuwballengevecht dreigt. We voelen niet meer dat we bijna-blote-benen hebben, en dat onze schoenen niet voor de sneeuw gemaakt zijn. Volwassenen en kinderen: even zijn we even oud.
Het is bijna 4.00 's ochtends op de eerste dag van het nieuwe jaar. We bevinden ons in een wit winterwonderland. Het jaar begint goed.
***************************
Rondom kerst is mijn recept voor de Siberische ijstaart een van de meest populaire gerechten op mijn blog. Voor de variatie ontvangen jullie hierbij een Italiaanse variant, met panettone (of pandoro) en de kleuren van de Italiaanse vlag.
Je kunt de rol voorbereiden en in de vriezer gooien (stap 1 t/m 5). De eiwitten klop je dan pas als je de taart gaat serveren (vanaf stap 6).
Wat heb je nodig (voor circa 12 personen)?
- 1 pandoro of panettone
- 4-5 el. rode jam
- 4-5 el. groene pistachecrème of anders nutella
- 8 eiwitten
- 50 ml. vino santo (hoeft niet)
- 1 liter vanille-ijs
- 3 el. poedersuiker
- 50 ml. grappa
- keukenpapier of folie en wat keukentouw
Hoe maak je het klaar?
- Snijd de pandoro in dunne plakken. Leg deze op wat ovenpapier of plastic folie tegen elkaar aan (zie foto). Duw alle plakken goed aan elkaar vast (gewoon heel hard op leunen).
- Schenk wat van de vino santo over de pandoro.
- Smeer het bovenste deel in met de jam. Smeer het onderste deel in met de nutella of pistache crème.
Bijschrift toevoegen - Snijd de ijs in plakken en leg deze met een ruimte van een paar cm op de jam en nutella-laag (zie foto).
Voor de helft opgerold - Rol de pandoro op met de folie of het keukenpapier.
- Zet de rol vast met wat keukentouw en leg tot gebruik in de vriezer (dit kan ook een paar dagen later zijn).
- Zet de oven op de grill op circa 225 graden.
- Klop de eiwitten met de poedersuiker tot je stevige punten hebt.
- Pak de pandoro uit het papier en smeer in met de eiwitten. Zet de taart in de oven totdat deze bruin kleurt.
- Schenk de grappa over de taart en steek de grappa in de fik (op eigen risico...). Blaas uit voordat de taart verbrandt.
- Snijd mooie plakken en serveer!