Translate

vrijdag 30 augustus 2013

Foutje, bedankt.... (en gnocchi met bruin bier en kaas)

Als ik één ding heb geleerd in de vier maanden dat ik dit blog heb, dan is het wel dat het schrijven van een recept echt een kunst is. Een kunst die ik duidelijk nog niet helemaal beheers. Want misschien weet ik in de praktijk wel precies hoe ik een gerecht moet klaarmaken, het is toch echt wat anders wanneer je het “op papier” moet zetten. En op zo’n manier dat anderen het ook zonder problemen kunnen namaken.
Ik heb namelijk nogal de neiging om te vergeten dat een ander ….
…. misschien een hele andere manier van koken heeft:
“Anne…?”
“Ja?”
“Een ‘scheutje’ bubbeltjeswater hè…?”
“Ja?”
“Hoeveel centiliter is dat eigenlijk precies?”
“Uhm. Hoeveel centiliter? Tja. Je doet de dop van de fles en schenkt zo een flinke slok in het glas. En dan stop je.”
“Ja. Maar Anne?”
“Ja?”
“Hoeveel centiliter is dat dan?”

…. en misschien andere associaties heeft:
“Anne…?”
“Ja?”
“Wat bedoel je eigenlijk met room?”
“Huh? Wat bedoel ik met room? Nou, gewoon….room….slagroom”
“Ja, maar welke slagroom?”
“Hè? Welke slagroom? Nou gewoon, zo’n pakje. Zo’n vierkant pakje.  Of zo’n beker. Gewoon in het schap bij de melk. Waar dacht jij dan aan? Heb je nog meer room dan?”
“Ja, je hebt koksroom, koffieroom, slankroom, crème fraiche, sour cream, opgeklopte room, slagroom met suiker…”
“O ja….”

…en misschien héél anders denkt dan jij verwacht:
“Oh. Parmaham. 50 gram. In een recept van Anne. Dan moet ik waarschijnlijk een dikke plak Parmaham bij de slager halen.” Of
“Oh. Zongedroogde tomaten. In een recept van Anne. Dan moet ik waarschijnlijk die droge uit een zakje nemen.”

….en misschien te laat ontdekt dat je een foutje hebt gemaakt in je receptuur:
“Zo, jij bent een lekkere Anne!”
“Hoe bedoel je?”
“Schrijf je op dat je een lekker snel en eenvoudig toetje voor ons hebt. Koop ik alles in, en blijkt in stap 1 dat ik de gecondenseerde melk twee uur lang moet koken! Ik ben tot half 11 ’s avonds bezig geweest!”
“Oja….Uhm…  Sorry?”

Kortom: Er valt voor mij nog veel te leren. Geef het dus vooral aan mij door als ik onduidelijk ben! Dan zal ik mijn leven beteren (en het recept z.s.m. aanpassen).
Goed. Dan krijgen jullie hierbij het (hopelijk foutloze) recept van heerlijke gnocchi [njokki, niet knokkie of chnokkie] met een saus van bruin bier en de heerlijke Italiaanse kaas taleggio. Het is een recept  van Luciano Piana uit Padua.
Voor 4 personen:
·         1 kilo semi-kruimige aardappels
·         400 gram bloem
·         1 ei
·         2 glazen bruin bier
·         100 gram taleggio (volgens origineel recept, al vind ik 200 gram lekkerder….)
·         Wat Parmezaanse kaas (om de gnocchi te bestrooien)
·         Een snufje nootmuskaat (wat je met de toppen van twee vingers vast kunt pakken)
·         Zout naar smaak

Was de aardappels en kook ze in de schil gaar. Laat ze even afkoelen en schil ze daarna. Prak de aardappels fijn of pureer ze met een aardappelpers (zie foto).


Meng hier de bloem, de nootmuskaat en het ei doorheen, en kneed dit tot je een stevig en homogeen deeg hebt.
Rol het deeg uit tot dunne rolletjes (ca. 7 mm doorsnede) en snijd hier stukjes van af van ca. 1 cm. Maak met de achterkant van een vork ribbeltjes in elke gnoccho. Bestrooi alle gnocchi met bloem.


Breng water met wat zout aan de kook. En verwarm je ovengrill op ongeveer 180 graden
Laat intussen het bier inkoken totdat je nog ongeveer 1/3 over hebt. Laat vervolgens de taleggio smelten in het bier. Klop de saus totdat deze homogeen is.
Kook de gnocchi. Ze zijn gaar als ze boven komen drijven.
Gooi de gnocchi in het pannetje met de saus. Meng goed en giet de gnocchi vervolgens in een ovenschaal. Bestrooi met de Parmezaanse kaas en gratineer ca. 5 minuten in de oven.

dinsdag 27 augustus 2013

Maak kennis met Hugo (een frisse en hippe cocktail)

In het café: iets te veel bronwater en iets te weinig munt
Je hebt het misschien niet gemerkt, maar de afgelopen maand was ik er niet.
Ik zat heerlijk met mijn voeten in een koel bergmeer in Noord-Italië vakantie te vieren. En in mijn afwezigheid werd (volledig geautomatiseerd) elke woensdag en zaterdag één van mijn verhaaltjes gepubliceerd. Lang leve de techniek.
Deze vakantie betekende wel dat ik het nodige voorwerk moest verrichten. Ik moest allereerst een achttal verhaaltjes voorbereiden én in ons (jouw en mijn) belang alle gerechten binnen een beperkte periode uitproberen. Want wat is een blog met incomplete receptuur en zonder bijpassende foto’s nietwaar?  
Dit voorwerk leidde wel tot een interessante week…
Zo draaide en at ik op zondag de gehaktballen van Mevrouw N. Maar dat waren er zodanig veel dat ik op maandag opnieuw gehaktballen moest eten (en een vriendin de rest kwam ophalen voor haar en haar vriend);
Op dinsdag rolde ik vervolgens de chocolade truffels van mijn opa, en at ik de polenta-spiezen met de entrecote, waarna op woensdag een rustdag volgde (terwijl enkele van mijn collega’s overdag de chocoladetruffels mochten beoordelen);
Op vrijdag gingen de kwartels in de wijn, en op zaterdag trof ik de bereidingen voor de konijnenragout en komkommersoep, terwijl in de tussentijd de forel in de pan lag te stomen. Vervolgens was op zondag de konijnenragout klaar, waardoor ik daar die avond en op maandag (toen ik mijn koffier inpakte) heerlijk van kon genieten.
Ja, ik erken het. Het is zwaar om een kookblog te hebben. Zeker als je de dag erna met volle buik richting het culinaire paradijs Italië vertrekt, alwaar je (opnieuw in jouw en mijn belang natuurlijk) de lekkerste recepten, de heerlijkste ingrediënten,  de hipste drankjes, en de mooiste wijnen uit moet proberen. Die gelukkig weer allemaal hebben geleid tot voldoende inspiratie om de komende periode dit blog vol te schrijven.

Gevulde inktvisjes
Verse canterellen!
Zo kan ik jullie nu kennis laten maken met Hugo.
Hugo? Ja. De Hugo.
Je bent jong, fris en cool als je een Hugo drinkt!
De Hugo is een drankje dat blijkbaar op sommige plekken in Europa als hét drankje van 2013 wordt gezien en een geduchte concurrent is voor de Aperol Spritz. Het gekke is dat voor de oorsprong van het drankje verwezen wordt naar de Alte Adige, één van de meest noordelijke regio’s van Italië. En dat terwijl er munt en limoen inzit: ingrediënten die ik altijd maar met moeite kan vinden in Noord-Italië.

De Hugo is heerlijk fris en doet een beetje aan een lichte mojito denken. Voor 1 glas heb je het volgende nodig:
·      6 cl prosecco
·      Een scheutje bubbeltjeswater
·      3 cl. vlierbloesemsiroop (te verkrijgen bij IKEA en de Natuurwinkel)
·      Verse munt
·      IJsklontjes
·      Partjes limoen
Pak een wijnglas en gooi hier wat blaadjes verse munt in en een partje limoen. Schenk er vervolgens de vlierbloesemsiroop op. Schenk het bubbeltjeswater op de siroop en meng dit goed. Voeg dan de prosecco en de ijsklontjes toe. En serveer!

Ps. 1. Je kunt in plaats van de limoen ook een partje zure groene appel gebruiken.
Ps. 2. Je kunt ook kant-en-klare Hugo kopen, maar die vind ik persoonlijk iets te zoet.
Ps. 3. Varieer lekker met de siroop en de munt. En kijk welke verhouding jij zelf het lekkerste vindt.

vrijdag 23 augustus 2013

Kwitter, kwetter, kwater, lekker in het water (kwarteltjes in witte wijn)

Jaren was het er stil. Op vogelgebied dan. Er waren een paar wouwen, een paar verdwaalde eenden en als je geluk had hoorde je in de verte een specht tekeer gaan in een boom. Maar dat was het.
Als kind viel het me niet echt op. Ik was bezig met zwemmen in het bergmeer. En dankzij mijn zussen was ik vooral bezig met het checken of er toch niet een mensenhaai ontsnapt was die het zoete water door een wonderlijk toeval wist te overleven en vervolgens mij  -juist mij- in de benen zou bijten. En zeker als ik gilde (die keren dat mijn zussen mij stiekem onder water in mijn benen knepen) viel het ook anderen niet op dat er weinig vogelgeluiden waren.
Maar goed. Je wordt iets ouder en  –ondanks dat je het in je eentje zwemmen in het donkere bergmeer nog steeds met een licht verhoogde hartslag doet- realiseer je jezelf ineens dat je iets mist: het geluid van kwetterende vogels.
En dan blijkt de verklaring niet eens zo heel gecompliceerd te zijn. Want dan blijken die leuke schattige vogeltjes die je in het bosrijke gebied zou verwachten, een delicatesse te zijn voor de Noord-Italiaan. En blijken zij in grote getale uit de bomen te worden geschoten en boven het houtvuur te worden geroosterd. Liefst in hun geheel, met kop en staart, en liefst buiten het zicht van de ‘polizia municipale’, omdat jij niet de enige blijkt te zijn die het is opgevallen dat er zo weinig vogeltjes rondvliegen.
Je wordt geacht dit in het geheel op te eten...

We zijn inmiddels een aantal jaren verder en de polizia lijkt goed haar best te hebben gedaan in de regio. Want sinds een paar jaar horen we eindelijk de vogeltjes kwetteren als we weer eens in de buurt van mijn bergmeer komen. En steeds vaker zie ik kleine vogeltjes vrolijk langs de oever vliegen. Én opschrikken… als ik spetterend en op topsnelheid richting de oever zwem, terwijl ik angstvallig mijn fantasiehaai probeer voor te blijven.
Vandaag voor jullie geen recept met lijsters, mussen of kwikstaartjes, maar een recept met een ander klein vogeltje: de kwartel.
Kwartel in witte wijn. Voor 1 persoon:
·      1 kwartel, liefst schoongemaakt
·      4 blaadjes salie, in dunne reepjes
·      2 tenen knoflook, in dunne plakjes
·      30 gram pancetta (vleeswaren), fijngehakt
·      2 dl. droge witte wijn

1.    Heb je geen schoongemaakte kwartel? Snijd je kwarteltje dan open bij het borstbeen, en verwijder de niertjes en het levertje. Spoel goed na, en druk vervolgens de kwartel plat op je snijplank. (Oké, zorg er dus maar voor dat je een schoongemaakt kwarteltje hebt)

2.     Bak de pancetta met de knoflook kort aan in een hapjespan. Voeg dan de kwartel toe, en bak deze kort aan. Voeg vervolgens de salie toe.
3.    Laat alles bakken tot de kwartel een beetje gebruind is. Voeg dan de wijn toe met een scheutje water en eventueel een kwart bouillonblokje.
4.    Laat dit alles tenminste 30 minuten pruttelen. Voeg eventueel wat extra water toe. Je moet eindigen met een paar eetlepels iets ingedikte saus.
5.    Het kwarteltje is gaar als je heel eenvoudig een pootje los kunt trekken (ik realiseer me dat dit heel vies klinkt, maar zo doe ik het nou eenmaal altijd).
6.    Laat de saus eventueel nog een beetje inkoken. En serveer!
Dit gerecht is erg lekker met gegrilde venkel (in dunne plakken) en een gegrilde halve tomaat die je beiden nog even hebt laten gratineren in de oven met wat Parmezaanse kaas.  
Hierbij met wat gegrilde groenten

dinsdag 20 augustus 2013

De regels van mijn culinaire wereld (en makkelijke ijstaart)


Een avondmaaltijd mag niet zoet zijn. Punt uit. Dat is regel nr. 2 in mijn culinaire wereld.
·         Kip met rijst en ananas??? Ják!
·         Eendenborst met bramensaus?? Getver.
·         Pannenkoeken als hoofdgerecht??? Please, help me.
·         Pizza met ananas??? Oei, fouter kan niet (en bovendien, ooit een ananas in Italië zien groeien?)
Ja, ik weet dat ik hiermee een beetje afwijk van de norm. En dat is soms wel lastig. Want je hebt van die traditionele combinaties die je overal tegenkomt. Zoals de geitenkaassalade met honing. En de bovengenoemde eendenborst met elke willekeurige honing- en/of fruitsaus. Maar meestal bestel ik die niet. Ik word er gewoonweg niet happy van als mijn eten (te) zoet is. En eten zou je happy moeten maken. Tenminste: als je de regels volgt van mijn culinaire wereld. Want deze regel staat met stip op nummer 1.
In mijn culinaire wereld bestaan nog meer regels. Zo vind ik dat het kaasplankje aan het einde van de maaltijd komt. Ná het zoete toetje. En daar schijnen de Fransen van te gruwelen. Die doen de kaas juist vóór het zoete dessert, waarschijnlijk omdat zij de zware wijnen van het hoofdgerecht blijven drinken tijdens de kaas. Terwijl de Italianen (wier gewoontes ik graag overneem) vaker een zoete wijn drinken bij de kaasplank. En dan is de overgang van een zoet dessert naar kaas natuurlijk niet zo groot.
In mijn culinaire wereld bestaan nog veel meer regels. Zo mag je vis nooít eten met kaas (tenzij ik een uitzondering maak), en mag knoflook eigenlijk niet in je maaltijd ontbreken.
Een andere regel is dat het maken van toetjes niet te veel tijd mag kosten. Daarom werd ik zo happy van onderstaande ijstaart uit de Elle-Eten. Super simpel, super lekker, en omdat hij zo groot is en in de vriezer bewaard wordt, voor meerdere dineetjes in te zetten. Let op: De eerste stap duurt wel lang, maar kun je oplossen door gewoon een pot caramel in de winkel te kopen (maar niet veel winkels hebben dit helaas).

Eenvoudige ijstaart (8-10 personen)
·      100 gram roomboter
·      400 gram mariakoekjes
·      1 liter vanilleijs
·      1 blikje gecondenseerde melk (bijv. Friese Vlag): let op deze moet je 2 uur koken!
·      2 bakjes frambozen of blauwe bessen

1.    Kook de gecondenseerde melk in het ongeopende blikje (zonder wikkel) twee uur lang in en onder kokend water. Je krijgt dan caramel.
2.    Smelt de boter in de magnetron, en gooi dit met de mariakoekjes in de mixer.
3.    Bedek een ovenschaal met bakpapier en verspreid hier de koekjes gelijkmatig overheen. Duw goed aan.
4.    Verdeel het ijs gelijkmatig over de koekjes in de ovenschaal.
5.    Giet de caramel gelijkmatig over het ijs (pas op dat het blikje niet te heet is!).
6.    Plaats het fruit in de caramel.
7.    Zet de ovenschaal afgedekt in de vriezer.
8.    Serveer de ijstaart na ca. 3-4 uur in kleine vierkante stukjes.



vrijdag 16 augustus 2013

Hè bah: Polenta!

De meeste mensen denken bij de Italiaanse keuken aan zaken als basilicum, olijfolie en pasta. Het feit dat er noordelijke provincies zijn waar juist eerder met salie, boter en polenta wordt gewerkt komt vaak als een grote verrassing.
Lombardije is zo’n regio. Men eet hier natuurlijk wel pasta, maar als je aan de lokale bewoners vraagt hoe je deze klaar moet maken, dan zul je zelden horen: “met een scheutje olijfolie”.  Nee, als je hier ravioli besteld, dan is de kans groot dat deze geserveerd wordt met wat geklaarde boter en salie.
Lombardije is een regio die tegen de Alpen aanligt en grenst aan Zwitserland. Een deel van Lombardije behoorde bovendien ooit bij Oostenrijk. De aanwezigheid van bergen en de noordelijke positie van de regio verklaren grotendeels de aanwezigheid van de zwaardere en meer vullende ingrediënten op de menukaart. De winters en de avonden zijn hier immers veel kouder dan in andere delen van Italië, en de stenen in de grond maken het lastiger om producten te verbouwen.
Het verbouwen van maïs blijkt echter niet veel problemen op te leveren. En daarom vind je in Noord-Italië regelmatig polenta op de menukaart. Polenta is maïsgriesmeel, en wordt verkregen door maïs te vermalen. Vervolgens wordt dit bijna een uur gekookt in heet water (of bouillon) waarna je een smeuïge pap krijgt die je bijvoorbeeld serveert bij een stuk gegrild vlees (met salie).
Laat je de pap een tijdje staan? Dan krijg je stevige stukken polenta, die vaak nog even op de grill worden gelegd. En dan geserveerd worden met bijvoorbeeld een stuk gegrild vlees (met salie).
De meeste Nederlanders vinden polenta vies. Maar geloof mij, met een beetje creativiteit (en kaas), kun je er iets geweldigs van maken!
Zo at ik de lekkerste polenta ooit bij Italiaanse vrienden van ons. Zij voegden nadat de polenta klaar was zo’n 1,5 kilo kaas (hoofdzakelijk spressa & gorgonzola) toe en serveerden het met lokale vleeswaren. Hemels!
(Maar misschien moet ik er wel bij vertellen dat we ’s nachts van de maagkrampen niet konden slapen, tientallen rondjes hebben gelopen rondom het huis, en volgens alleen een driedubbele grappa onze magen gekalmeerd wist te krijgen. Maar goed…zolang je niet drie keer opschept en de kaas een beetje weet te beperken, zie ik verder geen bezwaren tegen een goed bord met polenta).
Kortom: het geheim van de polenta, zit naar mijn mening in de bereiding. Bijvoorbeeld deze:
 

Polenta met gegrilde groenten (bijgerecht, 2-3 personen)
·         4 el ‘snelle’ polenta
·         250 ml water
·         Half bouillonblokje
·         4 el. grof geraspte Parmezaanse kaas
·         1 rode ui in parten, eventueel 5 minuten gekookt in warm water (de ui is dan al voorgegaard).
·         1 gele paprika, in dikke repen
·         1 bak champignons (150 gram), doormidden gesneden
·         Verse of gedroogde oregano
·         Zout
·         Goede olijfolie

1.    Maak de polenta klaar zoals beschreven op de verpakking. In de praktijk zal het neerkomen op het water aan de kook brengen met het bouillonblokje, en dan de polenta toevoegen. Roer goed, terwijl de polenta op het vuur blijft staan en let op dat de polenta niet aankoekt. Na ca. 5 minuten is de polenta klaar.
2.    Schep 2 el. Parmezaanse kaas door de polenta, en meng alles goed. Schep de polenta vervolgens in een vierkante schaal. Als je deze schaal in de koelkast zet, stijft de polenta in korte tijd (ca. 10 minuten) op.
3.    Meng in de tussentijd de groenten met een klein beetje olijfolie, peper en zout.
4.    Als de polenta voldoende is opgestijfd, kun je het in vierkantjes snijden.
5.    Optie 1: Rijg de polenta met de groenten op een prikker en grill deze gaar op de BBQ.
Optie 2: Gril de groenten en de polenta gaar in een grillpan. Zoals je op de foto ziet heb ik de groenten en de polenta apart gegrild. Maar dat lag voornamelijk aan de grootte van mijn grillpan. Alles moet voldoende ruimte hebben om in contact te komen met de pan.

6.    Serveer de groenten met wat verse of gedroogde oregano, een scheutje goede olijfolie en het resterende deel van de Parmezaanse kaas.
En nu eens kijken of je het lekker vindt!

dinsdag 13 augustus 2013

Over boerenjongens en konijnenbouten

De eerste keer dat ik dronken was, was ik twee jaar oud. Ik was op vakantie in Frankrijk, en mijn ouders hadden mij ’s nachts wakker gemaakt om oud & nieuw te vieren.
Natuurlijk gaven zij mij deze alcohol niet bewust. Maar wél lieten zij mij even alleen in de huiskamer toen buiten het vuurwerk ontplofte. Binnen klokte ik, als dorstige peuter, het ene champagneglas na het andere leeg. En de rest van de avond had men te maken met een hyperactief kind dat de eerstvolgende uren niet in bed te krijgen was.
Ik houd nog steeds erg veel van champagne trouwens.
Ik houd ook heel erg van malaga-ijs. Dat is dat ijs waarin rozijntjes zitten die in rum zijn geweekt. Deze liefde is vermoedelijk ontstaan door de aanwezigheid van ‘boerenjongens’ naast het bed van mijn ouders. ‘Boerenjongens’ zijn rozijntjes ingelegd in brandewijn; een delicatesse die gemaakt werd voor de geboorte van een zoon.
Maar mijn ouders kregen geen zoon. Zij kregen dochters.
En dus kreeg de kraamvisite in ons ouderlijk huis ‘boerenmeiden’ geserveerd als stevig alternatief voor de beschuit met muisjes. Liters van deze abrikozen op brandewijn werden in ons huis geserveerd. Maar de potten met boerenjongens werden (in eerste instantie) niet aangebroken.  
Totdat ik ze ontdekte.
Mijn ouders hadden er geen benul van dat ik rond mijn zesde voor het eerst die heerlijkheden naast mijn ouders bed proefde. En ik vervolgens regelmatig hun slaapkamer insloop met een grote lepel om de rozijntjes uit deze grote potten te snoepen. Deze rozijnen waren immers véél lekkerder dan die rozijntjes uit zo’n klein rood doosje!
Kortom: vóór mijn tiende levensjaar had ik al de nodige alcohol tot mij genomen. Soms vraag ik mij af wat er van mij geworden zou zijn als dit niet was gebeurd. Maar vaak vergeet ik halverwege waar ik ook al weer over aan het nadenken was.
Goed. Het thema van vandaag is dus drank. Dat was ik niet vergeten. En om niet een héél verkeerd beeld van mijzelf hier te schetsen (en van mijn ouders) heb ik mij verder in mijn jeugd en daarna wel koest gehouden hoor!
Jullie krijgen van mij een heerlijk recept van konijnenragout. Met heel veel rode wijn. Als ik in Italië ben, maak ik het met een heel konijn. Maar die kun je in Nederland moeilijk krijgen. Konijnenbout dus.
Konijnragout in rode wijn (4 personen).
Dat klinkt als een winters recept, maar dat is het niet. Tenminste niet als je het in de zomer eet. Heerlijk met pappardelle (dikke lint-pasta) en een eenvoudige groene salade.
·      1 konijnenbout
·      50 gram pancetta (vleeswaren), fijngesneden
·      1 witte ui, gesnipperd
·      3 tenen knoflook, in dunne plakjes
·      1 blik gepelde tomaten (400 gram)
·      300 ml tot 3/4 fles Chianti classico (=wijn)
·      Platte peterselie, klein bosje fijngehakt, hoeveelheid naar smaak
·      Parmezaanse kaas, geraspt, hoeveelheid naar smaak

1.    Bak de knoflook , de ui en de pancetta in een grote braadslede. Voeg dan de konijnenbout toe.



2.    Bak de bout aan alle kanten bruin. Voeg dan de wijn (begin met 300 ml.) en de tomaten toe.
3.    Laat dit op zacht vuur pruttelen. Let op dat het niet droog kookt, voeg eventueel nog wat wijn (of water) toe voor de zekerheid.
4.    Het duurt best lang voordat konijn gaar is. Reken op tenminste 50 minuten. Het konijn is gaar als het vlees van het bot valt.
5.    Haal het vlees uit de pan en gebruik twee vorken om het vlees uit elkaar te trekken.
6.    Gooi het vlees terug in de pan, en laat het eventueel nog wat verder inkoken.
7.    Proef en controleer of je peper en zout moet toevoegen. Ik voeg altijd wat peperoncino toe (chilipepertjes), want daar ben ik aan verslaafd.
8.    Serveer met de pappardelle, en garneer met de parmezaan en fijngehakte peterselie naar smaak.


vrijdag 9 augustus 2013

Als de mussen van het dak vallen (koude komkommersoep)

Als de mussen van het dak vallen, pakt de gemiddelde Nederlander zijn barbecue en gaat hij (of zij) een groot vuur stoken achter in de tuin. Er worden grote stukken vlees rondom de barbecue verzameld, en terwijl de worsten, speklapjes en sateetjes langzaam zwart beginnen te kleuren, lopen de zweetdruppels via de ruggengraat van de barbecueënde kok via de bilnaad richting zuiden.
Alhoewel ik echt dol ben op barbecue, verbaas ik mij er eigenlijk over dat wij hier altijd mee wachten tot het buiten zo bloedheet is. Op zulke dagen zou je eigenlijk niet boven gloeiende kooltjes moeten hangen. Of je moeten opwinden over de traagheid van de kolen en (in het verlengde daarvan) de rauwheid van je kipdrumstick. Op zo’n bloedhete dag zou je aan een heerlijke frisse salade moeten zitten! En…
Aan de koude komkommersoep!
Want net als de bekende gazpacho, is deze soep super verfrissend en verkoelend, en heel eenvoudig te maken.  

Koude komkommersoep (3 grote wijnglazen)
·      1 komkommer
·      1 groentebouillonblokje
·      1 sjalotje
·      1 knoflookteen
·      6 blaadjes verse munt
·      Paar chilipepertjes
Serveer dit gerecht op een bloedhete dag, maar maak het wel alvast een dag van tevoren klaar.
1.    Schil de komkommer zo dat er nog op een paar plekken wat schil zit.


2.    Snijd de komkommer, het sjalotje en de knoflookteen in grove stukken. Fruit dit kort in een soeppan met wat olijfolie.
3.    Voeg een halve liter water toe met een (groenten)bouillonblokje.  Laat dit ca. 5 minuten koken. Zet dan het vuur uit en laat alles afkoelen.
4.    Pureer de inhoud van de pan met de blaadjes munt tot een mooie dikke soep. Voeg een paar chilipepertjes toe (let op: hoe langer je wacht met serveren, hoe scherper de soep wordt!).
5.    Zet de pan in de koelkast en laat de soep ijskoud worden.
6.    Proef als de soep ijskoud is of je nog wat zout en peper moet toevoegen.
7.    Serveer ijskoud in een groot wijnglas.  

dinsdag 6 augustus 2013

Het Suikerfeest en de chocoladetruffels van mijn opa

Deze week wordt het Suikerfeest gevierd. Het leek mij wel gepast om dan een lekker zoet gerecht op mijn blog te plaatsen. Het is een gerechtje dat ik ergens aan het begin van mijn blog ooit aan jullie beloofd heb: de chocoladetruffels van mijn opa.
Mijn opa bewaarde deze bonbons altijd in een mooie grote antieke kast, en héél soms mochten wij er eentje uitsnoepen. Het had geen zin om er om nog eentje vragen, want daar was hij heel streng in. Nee. Je mocht er eentje, en daar bleef het bij.
Ook het stiekem openen van de kast was geen optie. De balletjes waren van tevoren zorgvuldig geteld, en hoewel (of juist omdat) mijn opa heel lief was, wilde je hem toch niet teleurstellen en de balletjes achter zijn rug om opeten. Er zat voor mij dus niets anders op, dan geduldig te wachten tot de kast weer geopend werd en we eíndelijk weer zo’n balletje mochten.
Ik realiseer me dat onderstaand recept met alcohol is, en dat past natuurlijk niet helemaal bij een Suikerfeest. Maar je kunt de alcohol ook weglaten. Voeg dan een extra eetlepel room toe.
De truffels van Max (10 stuks)
·      180 gram pure chocolade
·      1 el. ongeklopte slagroom
·      1 el. sterke drank (bijvoorbeeld cointreau of cognac)
·      Pure hagelslag (van 60% cacao als je het kunt vinden) of poedercacao.

1.    Smelt de chocolade au bien-marie, dat wil zeggen in een pannetje dat boven een ander pannetje hangt. In het onderste pannetje zit water dat je aan de kook houdt. Door de stoom smelt de chocolade in het bovenste pannetje.
2.    Meng als de chocolade is gesmolten eerst de slagroom er door heen en daarna pas de drank.
3.    Laat dit mengsel afkoelen totdat de chocolade zodanig is opgesteven dat je er balletjes van kunt draaien. Dit is na ongeveer 20 minuten buiten de koelkast.


4.    Rol de balletjes door de hagelslag (of cacao).


5.    Leg de balletjes op een bord, dek dit bord goed af, en zet de chocolade in de koelkast om op te stijven. Let op: chocolade neemt snel geurtjes uit de koelkast op.
6.    Als de balletjes voldoende stevig zijn geworden (na ca. 3-4 uur), kun je ze het beste buiten de koelkast op een koele plek bewaren. Of een uurtje voor het serveren uit de koelkast halen. Anders zijn ze héél hard.