Afgelopen zaterdag was het weer zo’n zaterdag. Zo’n lekkere. Zonder afspraken of verplichtingen. Heerlijk. En omdat het ook nog bijna de hele dag bleef regenen, had ik een leuk alternatief plan bedacht. Dit keer geen rondgang langs Culinair Utrecht, maar een dag vol culinaire experimenten!
Een experiment met specerijen! |
Na het grote limoncello-succes van dit voorjaar (zie mijn verhaal in mei), zat ik namelijk al weken te wachten op een nieuwe gelegenheid om likeurtjes te maken. De flessen (bijna) pure alcohol stonden sinds mijn vakantie in Italië in mijn kast te branden om onder handen genomen te worden (wat best gevaarlijk is met een percentage van 95%) en dit was de perfecte dag om dat te doen! Bovendien had ik van mijn werk drie kilo peren meegekregen, waar ik ook iets leuks mee wilde. Je begrijpt: ik hoefde de deur écht niet uit.
Ik besloot 6 soorten likeur te maken en perenstroop.
Voor de perenstroop vond ik op internet een recept. In feite kwam het neer op het volgende:
(1) peren wassen
(2) in stukken hakken
(3) met 250 ml water tot moes koken (met steeltjes, pitjes en al)
(4) perenmoes uitpersen in een theedoek boven een vergiet tot je elke druppel sap veilig hebt gesteld
(5) perensap inkoken met 250 gram bruine basterdsuiker
(6) en OP TIJD het vuur uitzetten.
Met de hoeveelheid peren die ik had dacht ik de hele straat te kunnen voorzien van perenstroop. De stroop bleek echter pas voldoende dikte te hebben toen deze, na 5 uur op een kleine vlam, was ingekookt tot ca. 200-300 ml.
De smaak van de stroop was heerlijk. Dus ondanks de desillusie over de hoeveelheid, had ik goede hoop dat dit experimentje geslaagd was. Tótdat ik de perenstroop na een paar uur uit de koelkast haalde. Hij was knetterhard geworden! Perenkaramel: waar geen beweging in te krijgen was. Ik had hem dus toch te lang laten doorkoken. Balen. Experiment mislukt.
Gelukkig had ik die zaterdag nog meer experimenten gestart. Volgens mijn likeurmaakprincipe
(Doe sterke (natuurlijke/onbespoten) smaakstoffen bij de pure alcohol. Laat dit een aantal weken (of maanden) zo staan. Voeg dan suikerwater toe. En serveer de likeur uit vriezer) legde ik de basis voor een zestal interessante likeurtjes:
· In fles 1 deed ik gedroogde cranberries;
· In fles 2 deed ik gedroogde cranberries met een kaneelstokje en een beetje sinaasappelschil;
· In fles 3 ging alleen sinaasappelschil (arancello);
· In fles 4 ging alleen citroenschil (limoncello);
· In fles 5 deed ik sinaasappelschil met mirabellen, wat citroenschillen en een klein stukje verse gember; en
· In fles 6 (het állergrootste experiment) gingen steranijs, gember, peper, kruidnagel, sinaasappelschil en kaneelstokjes.
En nu wil je natuurlijk hoe deze zijn geworden…..?
IK HEB GEEN IDEE! Dat laat ik je over 1-2 maanden weten als alle ingrediënten voldoende smaak hebben afgegeven aan de alcohol en ik mijn suikerwater toevoeg. Ik kan je vertellen: ik ben zelf ook enorm nieuwsgierig! Als het resultaat maar beter wordt dan de perenstroop. We zullen zien.
Voor nu krijg je het recept voor een experimentje dat ik deze zomer in Italië meerdere keren met succes heb herhaald. Het is het recept voor een scroppino, een heerlijke luchtige spoom (of dessert) waar je niet te veel van moet drinken, omdat je anders de weg naar huis niet meer kunt terugvinden. Het recept begon ooit als een experimentje omdat ik niet precies wist wat de juiste verhoudingen van alle ingrediënten waren. Onderstaande verhoudingen zijn in ieder geval erg lekker!
1 scroppino:
20 ml koude wodka
20 ml koude prosecco
100 ml citroensorbetijs, niet te diep bevroren
Eventueel een takje munt ter garnering
1 flute
Schenk eerst de wodka in het glas. Schep dan het sorbetijs erbij. Meng dit alles goed met een lange dunne lepel. Giet dan de prosecco erbij. En meng dat alles nogmaals goed door. Je krijgt een heerlijke schuimige massa. Serveer direct (eventueel gegarneerd met een takje munt).
Nog even goed roeren... (deze is wel een beetje te groot hoor!) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten