Translate

vrijdag 27 oktober 2017

De voyeur. En "paté" van feta met kruiden.


In mijn studententijd schreef ik een verhaal dat in de Volkskrant kwam. Vond het wel leuk dit met jullie hier te delen met een gerecht dat ik in die tijd regelmatig maakte voor tijdens de borrel.

De voyeur

Mijn straat is niet verlicht, de ramen aan de overkant van de straat wel. Ik kan precies zien wat mijn overburen aan het doen zijn.

Ik kijk naar de buren op nummer 66. Ik zie een man met een dikke buik in zijn onderbroek de vetrollen, die zijn lichaam omgeven, met liefdevolle kneepjes masseren. Zijn handen volgen de omtrek van zijn buik

Gebiologeerd staar ik naar het schouwspel. Ik voel zijn buik, zijn handen, en begrijp ineens waarom hij het zo lekker vindt.

Geschrokken keer ik mij naar mijn studieboeken op mijn bureau. De dikke man van 66 kijkt uit het raam. Heeft hij gemerkt dat er iemand naar hem keek? Zou hij mijn blikken gevoeld hebben of bemerkte hij de kwetsbaarheid van het moment dat hij zich even helemaal alleen voelde terwijl de wereld hem bekijken kon?

Ik probeer onopvallend door mijn ooghoeken te zien of meneer 66 er nog staat. Hij is vertrokken en het licht is uit. Teleurgesteld richt ik mijn blik op nummer 64. Ook hier zit een man alleen. Hij eet uit zijn neus, terwijl voor hem een krant en boterhammen liggen. Zodra een vrouw - ik heb haar wel eens eerder daar gezien- binnenkomt, staart hij alleen nog maar naar zijn krant.

De man verveelt mij. Ik wend mij tot de jonge studente die op 64bis woont. Haar ramen staan open en ik hoor haar lachen. Het licht in haar kamer is echter uit. Ik vraag mij af wat er zo grappig is. Zit ze aan de telefoon of heeft ze visite? En waarom heeft zij haar licht niet aan?

Ik vind het niet leuk meer om naar buiten te kijken. De dikke man is niet meer teruggekomen. Het licht in zijn kamer is uit gebleven. De vrouw van 64 gaf de man een zoen in zijn nek en daarna op de mond, waarna zij hand in hand de huiskamer uitliepen. Ik hoor de studente niet meer lachen. Haar raam staat nog open, maar het blijft stil.

Ik realiseer mij nu dat buiten de huiskamer van 64 alle kamers donker zijn. Behalve de mijne. Ik voel me bekeken. Hoeveel mensen zitten achter die zwarte spiegels en zien het blonde meisje dat al een half uur door haar raam naar buiten staart? Achter elk donker raam kunnen ogen schuilen. Starend. Naar mij. Snel doe ik mijn luxaflex dicht.


Paté van feta met kruiden


  • 5 gram verse munt
  • 5 gram bieslook
  • 5 gram dragon (mag ook een ander kruid)
  • 50 gram pijnboompitten
  • 100 gram slagroom
  • 200 gram feta
  • 1/2 tl. knoflookpoeder
  • Verse grove peper
  • wat plastic folie
Het gerecht heb je binnen een kwartier klaar, maar je moet de paté wel even laten opstijven (uurtje ongeveer). Het is voldoende voor een klein bakje vol.
  1. Bak de pijnboompitten in een koekenpan tot ze licht bruin gekleurd zijn. 

  2. Hak de kruiden fijn. 

  3. Mix de feta met de kruiden, met 30 gram van de pijnboompitten, peper naar smaak, de knoflook en de slagroom met een staafmixer tot een zachte stevige crème. 

  4. Leg wat plasticfolie in een schaaltje of bakje, schep hier de crème in en dek af. Zet tenminste 1 uur in de koelkast. 

  5. Haal de paté voorzichtig uit de folie en garneer met de resterende pijnboompitjes (en eventueel wat extra kruiden).
  6. Lekker met scrocchi (Italiaanse toastjes)


vrijdag 20 oktober 2017

Peren en pizzaovens. Een perencrumble met notentaart.



Chagrijnig loop ik met het stapeltje folders richting auto. Het zit me allemaal niet mee. Al maanden ben ik aan het nadenken over mijn buitenkeuken bij ons vakantiehuis in Italië en eindelijk heb ik bedacht hoe hij er uit moet zien: ik wil een stenen barretje met daarin een pizzaoven en barbecue verwerkt.

Nu ben ik op vakantie in Italië en moet het gaan gebeuren. De klusjesman heb ik een maand geleden al gecontact of hij aan het begin van de vakantie ("maandagochtend 9.00 uur sharp") kan langskomen om de bouw van het muurtje te bespreken. Natuurlijk blijkt tegen de tijd dat IK in Italië ben dat de klusjesman zelf niet in Italië is. Hij is aan het bijbeunen in Zwitserland. En kan pas tegen het einde van mijn vakantie langskomen. So much voor mijn heerlijke Hollandse planwerk.

Maar de klusjesman is niet het enige probleem. Ook het vinden van een goede barbecue blijkt in de buurt van mijn vakantiehuis lastig te zijn. Men barbecuet in een kitscherige open haard (die in menig crematorium niet zou misstaan), op een eenvoudig roostertje, of op een gas barbecue. En laat ik nou net besloten hebben dat ik graag ouderwets op kolen wil koken (vanwege de smaak en het feit dat in ons vakantiehuis al een mooi fornuis staat) en graag een soort van Weber (met deksel) zou willen.
Weber, weber? Barbecuen met een deksel? De Italianen die ik spreek, kennen het niet.

Ook in de winkel waar ik nu vandaan loop, heeft de verkoper mij met open mond aangekeken. Nee, mijn manier van barbecueën zegt hem niets. En een pizzaoven? Tja....misschien heeft hij daar nog wel een foldertje van liggen. Als ik dan weet wat ik ongeveer wil, kan hij deze misschien wel ergens bestellen.

Mopperend staar ik naar de paar foldertjes die ik heb meegekregen. Maandag moet ik terug komen. Dan zorgt hij dat hij een gasbarbecue in elkaar heeft gezet. En als ik wil mag ik in de tussentijd bij hem thuis biefstuk komen eten om zijn barbecue uit te proberen. Beleefd heb ik zijn aanbod afgeslagen en loop ik nu gedesillusioneerd naar de auto.

Tot mijn verrassing worden we daar opgewacht door een oud mannetje dat ik eerder ook in de winkel had gezien. "Heb je misschien zin in peren?" vraagt hij. "Peren? Nee. In een barbecue!" denk ik, maar zeg ik gelukkig niet hardop.

"Kom dan maar mee. Dan krijg je ze van me". Het oude mannetje neemt mij mee naar zijn garage (wat zo een beetje klinkt alsof ik iets héél onverstandigs doe, maar -geloof mij- deze man kon ik met een hand aan) en begint zakken vol peren te vullen. Hij vertelt dat ze uit zijn eigen tuin komen, dat hij dol is op peren, maar dat hij er nu wel heel veel heeft. Net als aardappels en bonen die hij in andere bakken in de garage heeft staan. "Alles is onbespoten" vertelt hij trots en laat mij zien waar zijn perenbomen staan. "Alsjeblieft" en voor ik het weet loop ik opnieuw richting de auto. Met mijn foldertjes in mijn kontzak en mijn armen vol met peren. "Heb een fijne dag!" roept de man mij na met een grote glimlach op zijn oude gezicht.

Ineens voel ik mij weer helemaal happy. Je hebt problemen en je hebt luxe-problemen. Die buitenkeuken komt wel. Nu eerst gaan bedenken wat we met al die peren gaan doen.


Perencrumble met zelfgemaakt ijs


Wat heb je nodig voor 4 personen?


  • 2 uitpuilende eetlepels mascarpone
  • 2 uitpuilende eetlepels ricotta
  • 4 eetlepels honing
  • 2 x 6 eetlepels maraschino (amandelachtige likeur op basis van kersen)
  • Schil van 1 citroen
  • 4 stevige rijpe zoete peren
  • Half notentaartje
Het ijs maak je circa vier uur van tevoren. Je hebt geen ijsmachine nodig.

Hoe maak je het klaar?


  1. Maak eerst het ijs door de mascarpone, ricotta, 6 el maraschino, de citroenrasp en 2 el honing te mengen. Klopt het luchtig en zet in de vriezer. Schep het mengsel elk uur om (roer voorzichtig door).
  2. Verwarm de oven voor tot 180 graden
  3. Schil de peren, ontdoe ze van het klokhuis en snijdt ze in kleine blokjes. 
  4. Doe de peren in een ovenschaal en schenk hier de resterende maraschino overeen. Meng goed door. 

  5. Verkruimel het notentaartje en strooi de kruimels over de peren. Schenk vervolgens de resterende honing over de kruimels.
  6. Zet de peren in de oven en wacht tot de kruimels licht bruin beginnen te kleuren.
  7. Schep wat peren en crumble op een bordje en serveer met een lepeltje ijs. 

vrijdag 13 oktober 2017

Verkeerde plek, verkeerd moment. Herfstrisotto.


Het is januari 2007 als een zware storm over Nederland raast. Op kantoor maakt collega M. zich zorgen. Buiten staat een hijskraan te zwiepen. Op een manier die haar onrustig maakt. Ze maakt hier melding van, maar krijgt te horen dat ze zich niet druk hoeft te maken. "Een hijskraan is wel bestand tegen dit soort wind." Maar M. is niet gerustgesteld.

Ze deelt de kamer met meer collega's, maar op dat moment is ze alleen. Alleen met een werkstudent die ze instructie moet geven.

Collega E. is niet op de kamer. Hij is die dag op huizenjacht. Collega H. is ook niet op de kamer. Hij staat beneden bij het kopieerapparaat en maakt een praatje met een collega in de gang. Collega C. zit ook niet op haar plek. Zij is net een kopje koffie halen.

En ik? Ik heb mijn kantoor een verdieping lager zitten, maar zit op dat moment nog in de bus. Zo'n 500 meter van kantoor. Ik kom uit een vergadering in de binnenstad en ben iets later dan gepland, omdat ik een broodje heb gekocht voor de lunch. Omdat ik lekkere trek had, en geen zin in de broodjes op kantoor.

En dan gebeurt het: buiten klinkt een harde knal die gevolgd wordt door een vreemd trillend geluid. Collega M. weet direct wat ze moet doen. Ze grijpt haar student en rent de kamer uit. Net voordat de hijskraan het dak van haar kantoor doorboort en de kamer -met omliggende ruimtes- volledig verwoest. De bovenste verdieping van het gebouw stort in. Muren vallen om. Brokstukken vliegen rond. De sprinklers springen aan. Auto's voor het pand zijn zwaar beschadigd, en voor het raam van mijn directeur is het contragewicht metersdiep de grond ingeslagen. In het hele pand heerst er paniek. En het duurt lang voordat we tot de realisatie komen dat niemand ernstig gewond is. Het is een wonder.

En ik? Ik denk na tien jaar nog regelmatig: wat als ik niet dat broodje had gekocht? Wat als ik een bus eerder had genomen? Wat als ik gewoon direct naar kantoor was gegaan? En wat als ik dan op het pad onder die hijskraan had gelopen, vanaf de bus richting de ingang? 

Maar dit gebeurde niet. Ik was op het verkeerde moment op de juiste plek.

Het is september 2017 en mijn naam- en stadsgenoot besluit een stukje te gaan fietsen. Lekker in de natuur. Naar de bossen. Even de stad uit. Misschien om uit te waaien na een drukke werkweek. Maar in ieder geval om een frisse neus te halen en te genieten van de omgeving.

Ze wordt overvallen door een regenbui, maakt nog een ludieke selfie voor haar vriend en gaat -zoals het er nu uitziet- uiteindelijk schuilen onder een viaduct. In de buurt van een psychiatrische kliniek. Waar Michael P. net vrij rondloopt, omdat zijn moeder jarig is en omdat de beperkingen die behoren bij zijn straf zijn verminderd. Zodat hij goed voorbereid is op zijn terugkeer in de maatschappij na het uitzitten van 2/3 van zijn straf. Want zo werkt dat in Nederland.

Ik merk dat ik mijzelf de vragen stel die de ouders en geliefden van deze jongere Anne zich de afgelopen weken waarschijnlijk ook duizenden keren hebben gesteld: wat als ze een andere route had gefietst? Wat als ze niet was overvallen door een regenbui? Wat als ze niet net bij die psychiatrische kliniek had moeten schuilen? Wat als de moeder van Michael P. niet net die dag jarig was geweest waardoor hij vrijelijk mocht rondlopen?

Wat als ze niet op het verkeerde moment op de verkeerde plek was geweest?

*******************

Om de een of andere reden heeft het verhaal van Anne mij de afgelopen twee weken enorm bezig gehouden. Niet alleen vanwege haar bizarre verdwijning, onze gemeenschappelijke naam of de stad waar ze woonde, maar ook omdat ik het gevoel had dat wij allemaal, mijn vriendinnen en ik, deze Anne had kunnen zijn. Fietsend door Utrecht in de regen, append naar familie, zoekend naar een schuilplek. Met de verwachting om daarna gewoon weer terug naar huis te gaan.

******************

Ik had voor vandaag eigenlijk een ander verhaal en een ander recept voorbereid. Maar na het nieuws van gisteravond leek comfortfood mij meer op zijn plek. Al realiseer ik mij ook heel goed dat het gek is om na dit verhaal over eten te beginnen.


Risotto met fontina, pancetta & pompoen



Wat heb je nodig (3-4 personen)?


  • 200 gram risottorijst (ik had in Italie een mengsel van risottorijst, orzo en farro gekocht)
  • 100 gram Fontina (kaas) in blokjes
  • 4 takjes verse tijm
  • 1 rode ui
  • 3 tenen knoflook
  • 400 gram flespompoen
  • 200 ml witte wijn
  • kippenbouillon (warm)
  • 200 gram pancetta (in blokjes)
  • 1 Spaanse peper


Hoe maak je het klaar?

  1. Verwarm de oven voor op 180 graden. 
  2. Bak eerst de blokjes pancetta krokant in een klein laagje olijfolie. Doe de blokjes in een bakje en zet apart. Het vet kun je wegdoen. 

  3. Snijd de pompoen met schil in kleine blokjes. Schenk er wat olijfolie over. Hussel goed door, en bak ze 20-30 minuten gaar in de oven. 

  4. Bak de rode ui, Spaanse peper en knoflook kort aan in een diepe pan. Voeg de droge rijst toe en bak de rijst ca. 1 minuut terwijl je deze omroert en mengt met het uimengsel. De rijstkorrels worden glazig en zijn als het goed is allemaal bedekt met een klein laagje olijfolie.
  5. Voeg de witte wijn toe. De rijst gaat dampen en sudderen. Roer de rijst rustig door. Zet het vuur zacht.
  6. Is de wijn verdampt? Voeg dan 1 of 2 soeplepels (van die grote opschep soeplepels) met warme bouillon toe. Roer dit. Je hebt te weinig vocht als je geen plasje bovenop de rijst ziet liggen. Je hebt teveel vocht als je de rijst niet meer ziet.
  7. Is de bouillon verdampt? Voeg dan weer 1 of 2 soeplepels toe. En roer opnieuw. Ga niet sjoemelen door het vuur lekker hoog te zetten. Dan krijg je namelijk risotto die van buiten zacht is en van binnen nog hard.
  8. Herhaal de vorige stap totdat de rijst nog een klein tikkie te hard is. Voeg de pompoen, de helft van de pancetta en de helft van de tijm toe en laat nog even borrelen tot het vocht weg is. 

  9. Vind je de rijst goed van stevigheid (al dente: zacht van buiten en stevig van binnen)? Zet dan het vuur uit en meng de fontina door de rijst. Laat dit ca. 5 minuten zo staan. 
  10. De rijst is perfect als je met 1 beweging een bol rijst op het bord kunt plaatsen, die langzaam een beetje uitloopt.
  11. Serveer met de resterende blokjes pancetta en wat verse tijm. 


vrijdag 6 oktober 2017

Tosti's, friet en...sbrisolona. Een Italiaans notentaartje.


Vorige week vertelde ik over mijn oma, die (gedwongen door de avontuurlijke escapades van mijn opa) met gezonde tegenzin mede-eigenaar werd van een huis in Italië. Ze vond het heel gezellig om met haar vriendinnen deze bijzondere stap te maken, maar vond het ook een gedoe, zo'n huis. De reis naar Italië, over smalle bergweggetjes en onverharde wegen, vond ze een crime. Bovendien had ze, zo schreef ik al, heel veel moeite met het vreemde eten.

Nu moeten jullie je goed realiseren dat Italië in die jaren '60 héél anders was dan nu. Zeker het gebied waar mijn grootouders hun huis bouwden: Lombardije / Trentino Alte Adige. Dit was een gebied dat -zelfs nu nog- bekend staat om zware ingrediënten: denk polenta, denk boter, denk wild ragouts, en denk canederli (knödel).

Pizza's? Die waren hier nog helemaal niet te krijgen in de jaren zestig. Die waren vanuit Napels onderweg naar het noorden ergens bij het Gardameer blijven steken. Pesto? Daar had men al helemaal niet van gehoord in het boerengehucht waar ons verhaal zich afspeelt. Laat staan zaken als limoncello of melanzane Parmigiana.

Ook voor mijn oom, de broer van mijn moeder, was dit lastig. Hij at namelijk het liefste van alles tosti's. Tosti's en friet om precies te zijn. Als hij dit niet kon eten, at hij liever niets. Soms tot flauwvallen toe. Dus spoedig werd aan het begin van de lange rit vanuit Nederland ook de Hollandse kaas in de auto geladen. Naast de aardappels en campingboter van mijn oma.

Ik moest denken aan deze verhalen toen ik laatst terugkwam uit Italië. Mijn huiskamer stond namelijk vol. Vol met de meest geweldige ingrediënten die ik vanuit Italië had meegenomen naar Nederland: Parmezaanse kaas, speck, sardientjes uit het Gardameer, ingemaakte zalmforel, polenta, olijfolie, lardo, asiago (kaas), fontina (kaas), heerlijke Lugana van wijnhuis Pilandro, honinggrappa én (o.a.) sbrisolona: een notentaartje met amandelen en polentameel. 


De tijden zijn duidelijk veranderd.


************************

Vandaag krijgen jullie het recept voor een heerlijk notentaartje. De zoon van mijn favoriete kruidenier in Italië maakt deze zelf, en onlangs maakte ik hier een lekker toetje mee. 
Aangezien jullie dit taartje in Nederland niet zo snel zullen tegenkomen, krijgen jullie deze week van mij het recept. Dan volgt volgende week het lekkere toetje wat je hier mee kunt maken. 


Sbrisolona


Wat heb je nodig?


  • 150 gram polentameel
  • 250 gram bloem
  • 175 gram ongezouten gepelde amandelen (ik had een mix met o.a. walnoten en pecan)
  • Rasp van 1 biologische citroen
  • 150 gram suiker
  • 2 eierdooiers
  • 200 gram koude boter in blokjes
  • 2 zakjes vanillesuiker (à 8 gram)
  • Handjevol ongepelde amandelen

Mijn kruidenier voegt ook wat reuzel toe aan het deeg, maar dat heb ik niet gedaan. En ook zonder reuzel viel de taart (koek) in de smaak. 



Hoe maak je het klaar?


Verwarm de oven op 180 graden. Meng alle ingrediënten behalve de ongepelde amandelen. Houd het deeg enigszins korrelig en grof. Strooi het mengsel In een ingevet bakblik, en steek de ongepelde amandelen er in. Bak de taart in circa 30 minuten lichtbruin.