Vorige week vertelde ik over mijn oma, die (gedwongen door de avontuurlijke escapades van mijn opa) met gezonde tegenzin mede-eigenaar werd van een huis in Italië. Ze vond het heel gezellig om met haar vriendinnen deze bijzondere stap te maken, maar vond het ook een gedoe, zo'n huis. De reis naar Italië, over smalle bergweggetjes en onverharde wegen, vond ze een crime. Bovendien had ze, zo schreef ik al, heel veel moeite met het vreemde eten.
Nu moeten jullie je goed realiseren dat Italië in die jaren '60 héél anders was dan nu. Zeker het gebied waar mijn grootouders hun huis bouwden: Lombardije / Trentino Alte Adige. Dit was een gebied dat -zelfs nu nog- bekend staat om zware ingrediënten: denk polenta, denk boter, denk wild ragouts, en denk canederli (knödel).
Pizza's? Die waren hier nog helemaal niet te krijgen in de jaren zestig. Die waren vanuit Napels onderweg naar het noorden ergens bij het Gardameer blijven steken. Pesto? Daar had men al helemaal niet van gehoord in het boerengehucht waar ons verhaal zich afspeelt. Laat staan zaken als limoncello of melanzane Parmigiana.
Ook voor mijn oom, de broer van mijn moeder, was dit lastig. Hij at namelijk het liefste van alles tosti's. Tosti's en friet om precies te zijn. Als hij dit niet kon eten, at hij liever niets. Soms tot flauwvallen toe. Dus spoedig werd aan het begin van de lange rit vanuit Nederland ook de Hollandse kaas in de auto geladen. Naast de aardappels en campingboter van mijn oma.
Ik moest denken aan deze verhalen toen ik laatst terugkwam uit Italië. Mijn huiskamer stond namelijk vol. Vol met de meest geweldige ingrediënten die ik vanuit Italië had meegenomen naar Nederland: Parmezaanse kaas, speck, sardientjes uit het Gardameer, ingemaakte zalmforel, polenta, olijfolie, lardo, asiago (kaas), fontina (kaas), heerlijke Lugana van wijnhuis Pilandro, honinggrappa én (o.a.) sbrisolona: een notentaartje met amandelen en polentameel.
De tijden zijn duidelijk veranderd.
************************
Vandaag krijgen jullie het recept voor een heerlijk notentaartje. De zoon van mijn favoriete kruidenier in Italië maakt deze zelf, en onlangs maakte ik hier een lekker toetje mee.
Aangezien jullie dit taartje in Nederland niet zo snel zullen tegenkomen, krijgen jullie deze week van mij het recept. Dan volgt volgende week het lekkere toetje wat je hier mee kunt maken.
Sbrisolona
Wat heb je nodig?
- 150 gram polentameel
- 250 gram bloem
- 175 gram ongezouten gepelde amandelen (ik had een mix met o.a. walnoten en pecan)
- Rasp van 1 biologische citroen
- 150 gram suiker
- 2 eierdooiers
- 200 gram koude boter in blokjes
- 2 zakjes vanillesuiker (à 8 gram)
- Handjevol ongepelde amandelen
Mijn kruidenier voegt ook wat reuzel toe aan het deeg, maar dat heb ik niet gedaan. En ook zonder reuzel viel de taart (koek) in de smaak.
Hoe maak je het klaar?
Verwarm de oven op 180 graden. Meng alle ingrediënten behalve de ongepelde amandelen. Houd het deeg enigszins korrelig en grof. Strooi het mengsel In een ingevet bakblik, en steek de ongepelde amandelen er in. Bak de taart in circa 30 minuten lichtbruin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten