Het is het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw als mijn opa met enkele vrienden besluit om een vakantiehuis in Italië te bouwen. Het feit dat voor vele Nederlanders in die tijd Italië als vakantieland überhaupt al als zéér avontuurlijk wordt gezien, weerhoudt hen blijkbaar niet om dit briljante edoch zeer curieuze idee ten uitvoer te brengen.
Met zijn vrienden stippelt hij het plan uit en bedenkt hij hoe het buitenlandse paradijs er uit moet gaan zien. Niet gehinderd door onbekendheid met de Italiaanse taal, weten ze het voor elkaar te krijgen dat de dronken architect uit het dorp zijn handtekening onder enkele provisorische tekeningen zet, en vinden ze een aannemer met de wonderlijke naam "Seccomani" (droge handen) die het plan -met hulp van die Olandesi- ten uitvoer brengt.
De vrienden hebben het goed voor elkaar en het duurt niet lang voor de huisjes met daken van golfplaten aan de oevers van het Noord-Italiaanse bergmeer verschijnen. Vervolgens duurt het ook niet lang voor de eerste hagelstenen de flinterdunne daken perforeren en de Hollanders (die misschien wel avontuurlijk waren, maar niet dom) via de verzekering mooie dakpannendaken kunnen regelen.
Intussen keek mijn oma het allemaal met lede ogen aan. Zij vond het helemaal niets, dat Italiaanse avontuur. Zat ze daar die eerste maanden in een caravan op zo'n bouwterrein, moest ze koken met twee pitten, konden ze nergens gewone aardappels vinden en smaakte al de rest van het eten ook nog eens héél anders. Bovendien was het niet goed voor haar zenuwgestel dat met het water uit de kraan (dat zonder enige filter via een waterval in de bergen en een aan elkaar gelast leidingsysteem het lokale reservoir inliep) regelmatig een kleine hagedis meelifte.
Mijn opa had daar ook een beetje last van. Van dat grote verschil met thuis. En dus regelde hij naast hele blikken (en als ik mijn moeder moet geloven héle ranzige) campingboter en enorme zakken aardappels in de achterbak, ook nog dat een vrachtauto met dennenbomen en coniferen vanuit Nederland naar Italië reed. Zo'n bergmeer is wel mooi, maar wat moet je zonder Hollandse coniferen nietwaar? Het moet wel een béétje als thuis voelen.
*****
Vandaag hebben we een recept dat authentiek Italiaans is, maar toch heel veel herkenbare Nederlandse ingrediënten bevat. Mijn opa en oma zouden het in die beginjaren echter waarschijnlijk niet aangedurfd hebben. "Koken met wijn of met citroen? Maar waar zijn dan de aardappels?"
Ik serveerde het met de polenta van vorige week, en dat was echt een geweldige combinatie. De frisse zuren van de saus compenseren het zware van de polenta. Probeer maar!
p.s. laat de kip zo lang mogelijk marineren. Liefst 24 uur. Dat is echt het enige lastige aan het gerecht!
Pollo Casalingo con aceto
Wat heb je nodig?
- 4 kippenbouten en 4 kippenvleugels
- 1 fles droge witte wijn
- 1 dl. witte wijnazijn
- 1 witte ui, in dunne ringen
- 2 winterpenen, in maantjes (van circa een halve cm.)
- 1 stengel bleekselderij, in dunne reepjes
- 3 tenen knoflook, fijngehakt
- 300 gram venkel, flinterdun gesneden
- 4 laurierblaadjes
- 4 kruidnagels
- 1 el. peperkorrels
- 2 gedroogde chilipeper
- halve citroen met schil (in plakjes)
- Peterselie (fijngehakt) om te garneren