Ken je dat? Dat je net echt enorm veel zin hebt in rabarber maar dat je het nergens kunt krijgen, omdat het niet het juiste seizoen is? Of dat je net een geweldig driegangenmenu hebt bedacht voor je gasten en het hoofdingrediënt van je killermenu (nee, geen killerbody) nergens te krijgen is?
Dit overkomt mij in Italië dus heel vaak.
Het heeft best wel even geduurd voordat ik in de gaten had dat je in de winkels en op de markt bij ons Italiaanse familiehuis voornamelijk alleen die ingrediënten kunt vinden die bij die regio en dat seizoen horen. Dat verklaart ook het verhaal van vorige week waarin ik vertelde dat ik eigenlijk nooit heb geweten dat onze regio bekend staat om haar asperges. Een onwetendheid die voortkwam uit het eenvoudige feit dat wij vroeger nooit in het voorjaar naar ons huisje gingen. En in de zomer waren de asperges natuurlijk weer weg.
Deze onwetendheid resulteerde er overigens ook in dat ik mij jarenlang enigszins gefrustreerd voelde als ik weer op vakantie ging met een koffer vol Italiaanse kookboeken: om er ter plekke achter te komen dat ik veel gerechten dus echt niet daar kon maken:
- De verse munt uit mijn Siciliaanse kookboeken? "Je dacht toch niet dat wij hier in Lombardije munt in ons eten gooien?!" (niet te krijgen dus).
- Verse spinazie om op te roerbakken met wat gorgonzola en een varkenshaasje? "Prima plan! Klinkt ook heel lekker (maar kom dan in de winter maar weer terug)."
- Radijsjes om je salade wat meer kleur te geven? "Dat kan. Ik geloof dat een supermarkt in Milaan rond deze tijd wel wat radijsjes verkoopt."
Inmiddels ben ik behoorlijk gewend geraakt aan deze beperkingen. Enerzijds omdat het inmiddels natuurlijk super hip is. Wat is er nou duurzamer dan eten volgens de seizoenen? En anderzijds omdat ik mij ben gaan realiseren dat deze beperking een groot beroep doet op je creativiteit. Je moet het namelijk "doen" met álle lokale ingrediënten, en daar zitten naast tal van variaties "bietola" of melanzane, vaak ook hele grote verrassingen tussen! Wat dacht je van allerlei soorten cichorei? Of de agretti (monniksbaard) die ik dit voorjaar tegenkwam? Dan wil je geen uitgestippeld menu hebben toch? Dan wil je flexibel zijn. Om alles uit te proberen! En eet je je, zoals ik afgelopen vakantie, helemaal suf aan super lekkere asperges, ongelooflijk zoete aardbeien, en knapperige frisse artisjokken. Dát is pas echt genieten.
Gefrituurde artisjokken (hapje of voorgerecht)
Dit is echt een heel simpel gerecht. Het kost alleen wel wat tijd om de artisjokken schoon te maken. Als dit te lang duurt, worden de artisjokken bruin. Wanneer je dit erg vindt kun je de artisjokken insmeren met wat citroensap, maar ik doe dat meestal niet. Dat tast toch de smaak aan (en bovendien worden de artisjokken toch bruin van het bakken).
Wat heb je nodig?
- verse kleine artisjokjes
- zeezout (liefst vlokken)
- arachideolie
- keukenpapier
Hoe maak je het klaar?
- Maak de artisjokken schoon door de buitenbladeren te verwijderen. Je voelt aan de bladeren of ze te hard zijn of niet. Je kunt het ook zien aan de kleur: zie de foto.
- Knip de puntjes van de bladeren af met een schaar.
- Snijd met een scherp mesje de voet van de artisjok schoon en rond af. Kleine artisjokken hoef je vervolgens niet door te snijden. Grotere artisjokken hebben een harige kern (ja, dat klinkt heel vies). In dat geval moet je de artisjok doormidden snijden om de haartjes met een lepel er uit te snijden. Let wel: het gerecht is het lekkerste met kleine artisjokjes.
- Verhit de arachideolie in een stevig pannetje. Gooi een handvol artisjokken heel voorzichtig in de olie en laat zeker 5 minuten bakken.
- Schep voorzichtig de grootste artisjok uit de pan, laat deze afkoelen en probeer of deze mals is. Zo ja: schep alle artisjokken uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
- Bestrooi met zeezout en serveer gelijk. Heerlijk krokant van buiten, en lekker mals van binnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten