Gisteren plaatste ik mijn eerste twee berichtjes op mijn blog. Vervolgens maakte ik (met enige aarzeling) melding van mijn blog op Facebook. Inmiddels zijn we zo’n twaalf uur verder, en zie ik vele van mijn vrienden deze blog vermelden op hun eigen Facebook-pagina. Stiekem heb ik gekeken hoeveel vrienden mijn vrienden eigenlijk hebben. En dat zijn er eigenlijk best wel veel. Ik kreeg het er spontaan een beetje benauwd van. Maar je weet wat ze zeggen: “If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen”. Dan had ik maar niet aan dit (kleine) avontuur moeten beginnen.
Het heeft overigens lang geduurd voor ik deze blog begon. Al jaren speelde het idee in mijn hoofd, maar eigenlijk vond ik mijzelf niet helemaal geschikt voor het schrijven van een blog met recepten. Dat komt omdat ik nogal uit de losse pols kook. En dan is het lastig om later te herleiden wat je eigenlijk allemaal in je maaltijd hebt gestopt. En dat dus vervolgens te herhalen voor een ander.
Ook vannacht, toen ik na een wilde droom over writers blocks en smakeloze maaltijden, wakker schrok en mijn eerste recept nog eens doornam realiseerde ik me dat ik al meteen bij mijn eerste recept in mijn grootste valkuil was gevallen. In mijn ingrediëntenlijst staat een “Handvol olijven” en een “Handvol kappertjes”.
Wat kunnen mensen daarmee? Is dat een grote hand? Een kleine hand? Is de hand zodanig gevuld dat je deze niet zonder knoeien richting pan kunt bewegen? Of vul je de hand net voldoende zodat jij je hand nog kunt dichtvouwen?
Tja. Mijn antwoord zou zijn: Vul je hand zo vol als je dat lekker vindt. Want de één zijn smaak is de ander niet. Houd je veel van kappertjes? Vul die hand dan maar lekker tot aan het randje. Ben je niet zo dol op olijven? Laat ze weg. Maar ja, daar heb je misschien niet zo veel aan. Vandaar dat ik mijn best zal doen om bij mijn volgende recepten iets preciezer aan te geven hoeveel je nodig hebt. En we beginnen meteen:
50 gr. parmaham in reepjes (echt niet meer, anders wordt het te zout)
ca. 8 zongedroogde tomaten (op olie) in reepjes
2 fijngehakte knoflooktenen
2 kleine rode uien in dunne halve ringen gesneden
500 gr kipfilet in reepjes
3 el. fijngehakte verse salie
1 blikje zwarte olijven zonder pit
6 fijngehakte ansjovisjes
200 ml witte wijn
100 ml. (slag)room
bloem
ca. 8 zongedroogde tomaten (op olie) in reepjes
2 fijngehakte knoflooktenen
2 kleine rode uien in dunne halve ringen gesneden
500 gr kipfilet in reepjes
3 el. fijngehakte verse salie
1 blikje zwarte olijven zonder pit
6 fijngehakte ansjovisjes
200 ml witte wijn
100 ml. (slag)room
bloem
Haal de kip door de bloem. Pak je wok of koekenpan. Bak eerst de kip even kort in wat olijfolie. Haal dan de kip uit de pan. De stukjes mogen nog best van binnen een beetje rauw zijn. Bak de parmaham in de achtergebleven olijfolie tot deze een beetje krokant is. Voeg dan ui, ansjovis en de knoflook toe. Bak dit kort tot de ui en knoflook beginnen te kleuren. Voeg dan de wijn toe en de room. Laat dit eventjes pruttelen totdat de saus begint te binden. Voeg dan de zongedroogde tomaatjes toe en de olijven. Meng goed en schep dan de kip erbij. Laat de kip even meegaren in de saus totdat de kip gaar is. Strooi de fijngehakte salie over het gerecht, en serveer met knapperig brood of pasta.
(Als je de salie te overheersend van smaak vindt om op het laatst toe te voegen, dan kun je het ook eerder toevoegen. Bewaar een klein restje om bij het serveren op je bord te strooien. Dat ziet er mooi uit.)
Bron: Delicious, april 2011.
Wat leuk! Je schrijft leuk en ik krijg al trek, en zin in koken!
BeantwoordenVerwijderenKeep it up :)
Groetjes Laura