Translate

vrijdag 1 september 2017

Tessa, Jamie of Antonio, en een sojabonensalade met makreel of forel



Middenin mijn huiskamer staat mijn kookboekenkast. Dit is een kast van ongeveer 2,5 meter hoog en 60 cm breed waarin zo'n 200 kookboeken passen. Deze kast staat tegen een muur waarin je ook nog een (inbouw)kast aantreft. En ook deze kast is gevuld met kookboeken. Ik schat zo'n 100 stuks.

Ik heb "een ding" voor kookboeken. Dat lijkt mij duidelijk. En misschien is dat zelfs wel een understatement. Want ook mijn derde kast in mijn huiskamer begint terrein te verliezen. Bij elk nieuw kookboek dat ik aanschaf, verdwijnt er meer literatuur uit de enige kast die tot voor kort voorbestemd was voor mijn leesboeken. Doos na doos verdwijnt naar ons huis in Italië om in Nederland plaats te maken voor de laatste Kiros, Oliver, of Carluccio.

De snelheid waarmee ik kookboeken koop, is in de loop der tijd (gelukkig) wel enigszins afgenomen. Het hoogtepunt bereikte ik toen ik als student in een kookboekenwinkel werkte. Hier schreef ik al eens eerder over. 40% korting kreeg ik. 40%! Het was dat ik het geld ook hard nodig had om mijn huur te betalen, anders had ik nooit in mijn huidige huis gepast en was mijn "gewone" boekenkast bij voorbaat al kansloos geweest. 

"De Naakte Chef" van Jamie Oliver was het eerste kookboek dat ik kocht in deze winkel. Het was het eerste kookboek van een jongeman waar we in Nederland nog niet zo veel van hadden gehoord. Zijn boeken waren -ondanks de slechte vertaling- echter verfrissend. Jamie gebruikte herkenbare ingrediënten en maakte hier iets bijzonders van. Zonder veel tijd kwijt te zijn. 



Na dit eerste kookboek van Jamie, volgden er spoedig meer. The Naked Chef returns, Happy Days, Jamie at Home: ik schafte ze allemaal aan. Maar op enig moment, ik denk zo'n tien jaar geleden, stopte ik met het kopen van zijn boeken. Ik begreep zijn manier van koken, en merkte dat ik van nature al vergelijkbare gerechten maakte. Pure ingrediënten. Weinig poespas. En niet te moeilijk. Jamie verraste me en -nog erger- inspireerde mij niet meer. Als kookboekenschrijver dan. Want als persoon vind ik Jamie echt een ongelooflijk inspirerende man, en voorbeeld voor velen.

Rond de tijd dat ik stopte met de boeken van Jamie, raakte ik gefascineerd door Tessa Kiros. Tessa Kiros is een kookboekenschrijver die qua culinaire inspiratie in ieder geval alles mee heeft: ze is het kind van een Finse moeder en een Grieks-Cypriotische vader, geboren in Londen, opgegroeid in Zuid-Afrika en getrouwd met een Italiaan. Op haar boeken werd ik verliefd: zo mooi, zo authentiek, en zo puur. Als ik haar boeken zie staan, vind ik ze nog altijd een cadeautje: met name om naar te kijken en doorheen te bladeren. Maar natuurlijk maak ik ook soms wat uit haar boeken. Mijn grappa-dadels bijvoorbeeld. 

Heel af en toe gun ik mijzelf een nieuwe Kiros. Maar niet te vaak. Het moet speciaal blijven.


Het laatste kookboek dat ik het afgelopen jaar aanschafte was het boek "Groenten" van Antonio Carluccio. Antonio is een belangrijke leermeester van Jamie Oliver en was manager in het restaurant waar Jamie zijn eerste stappen als kok zette. Antonio is een echte Italiaan, en al zijn boeken zijn daarom ook geïnspireerd door zijn geboorteland: het land waar hij zelf al jaren niet meer woont. En dat merk je hier en daar wel aan zijn recepten.

Als ik heel eerlijk ben, ben ik voornamelijk fan van Antonio´s TV-serie's uit het einde van de vorige en het begin van deze eeuw waarin hij alle regio's van Italië afgaat. Zijn kookboeken zijn erg leuk, maar zijn voor mij met name interessant als naslagwerk. Zo heb ik door de aanschaf van zijn laatste boek, eindelijk een overzicht van alle gekke groentes die ik in Italië op de markt tegenkom en weet ik eindelijk wat ik er mee kan doen: van agretti (monniksbaard) tot de gekste variaties cichorei. Kun je ze bakken? Moet je ze koken? Kun je het rauw eten? Het boek biedt veel inspiratie.


Ik heb altijd wel wat moeite met de recepten van Antonio. Zijn gerechten vind ik soms wat vet, en soms vind ik de voorgestelde smaakcombinaties ook niet echt bij elkaar passen. Maar dat zal de Engelse invloed wel zijn. De man woont immers al jaren in het verenigd koninkrijk: niet per definitie de smaakvolste regio...

Onderstaand gerecht is wel geïnspireerd op een gerecht van Antonio. Hij maakt het gerecht iets simpeler, met minder ingrediënten en met tonijn uit blik. Persoonlijk vind ik verse gerookte makreelflakes of gerookte forel een stuk lekkerder. Vandaar mijn variatie op het thema. 

Oja: ik voeg ook waterkers of rucola toe. Dan wordt het gerecht meer een maaltijdsalade.  


Sojabonensalade met makreel of forel


Maak vier kleine salades, of 2 grote.




Wat heb je nodig?


  • 1-2 handjes rucola of waterkers
  • 350 gram verse sojabonen (in het groentenschap bij de sla)
  • 200 gram gerookte makreelflakes of forel
  • 2 lente-uitjes in ringetjes
  • 1 el. fijngehakte of in reepjes gesneden selderijblad (kruid)
  • citroen
  • olijfolie
  • peper/zout
  • chilipoeder

Hoe maak je het klaar?

  1. Verspreid eerst de sla over je borden.
  2. Verdeel daarna de sojabonen over de sla, gevolgd door de vis en de lente-ui.
  3. Strooi de selderij over de salade en breng alles op smaak met wat peper, zout, citroensap (begin met een halve citroen) en een scheutje olijfolie.
  4. Bestrooi alles met een klein beetje chilipoeder en serveer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten