Translate

vrijdag 11 april 2014

Vermijd de hondenuitlaatplaats: brandnetelsoep


Geen maaltijd om zonder handschoenen aan te pakken

Ik heb een tuin. Tenminste. Ik vind dat ik een tuin heb. Maar de mensen die mijn tuin kennen, moeten altijd heel erg lachen als ik dat zeg. Die vinden dat ik het geen tuin mag noemen. Maar een plaats. Of een postzegel.

Vroeger toen ik nog klein was, hadden we wel een tuin. Geen postzegel, maar een echte. Eentje waar plantjes in konden groeien. En bloemen. En groenten. En waar we konijnen konden houden. En kippen.

Zo nu en dan aten we ook uit de tuin. Met wisselend succes. 

Zo was de rabarber uit eigen tuin heerlijk. Ik kan mij nog goed herinneren dat wij regelmatig rabarbercompote aten als toetje. Ik kan er nog steeds van smullen. 

De pompoen uit eigen tuin was een minder groot succes. Deze pompoenen hadden we geplant omdat er een wedstrijd was uitgeschreven: "wie groeit de grootste pompoen?". Mijn zussen en ik deden alle drie mee, en plantten de zaadjes van de pompoen in de vruchtbare bodem rondom ons konijnenhok. 

En groot dat die pompoenen werden! 

Er was -in onze gedachten- geen twijfel over wie de winnaars van die wedstrijd zouden worden. Dat waren wij natuurlijk. Wie anders kon er nou zulke grote pompoenen groeien?

Jullie begrijpen onze teleurstelling toen iemand anders ten tonele verscheen met een pompoen die groter was dan al onze pompoenen tezamen. En jullie begrijpen waarschijnlijk ook wel ons verdriet (en frustratie) toen wij vervolgens week na week de ene na de andere maaltijd met pompoen op ons bordje zagen verschijnen.

Ik maak geen grappen als ik zeg dat ik de aanblik van pompoen jarenlang niet heb kunnen verdragen. 

We aten overigens ook wel andere dingen uit eigen tuin. Soms hadden we dat niet direct in de gaten. Maar die keer dat we bij onze moeder klaagden over de taaie kip, kwamen we er wel snel genoeg achter: "ja, dan had je ze maar beter eten moeten geven". 

Slik. En we hadden niet eens gemerkt dat het hok leeg was.

Een laatste herinnering die bij mij opkomt heeft te maken met brandnetels. Op enig moment zagen wij onze moeder de tuin induiken met handschoenen en de ene na de andere brandnetel uit de grond rukken. Enigszins naïef gingen wij er vanuit dat ze gewoon onkruid aan het wieden was, tot wij haar met een zelfvoldane blik op het gezicht de brandnetels het huis in zagen slepen en zij uitriep: "Zo. Hier ga ik een lekker soepje van brouwen". 

Wij dachten dat ze gek was geworden.

Maar ja, nu zijn we "een paar" jaar verder en drie keer raden wie er onlangs de berm is ingedoken op zoek naar brandnetels? Precies: "Ik" zei de gek. 

Want ondanks het protest van mijn zussen en mijzelf, en ondanks de angst dat wij vergiftigd zouden worden, moesten we van mijn moeder toch een slokje van de brandnetelsoep nemen toen deze eenmaal klaar was. En die soep was mij toch een partijtje lekker! Die moeder van mij was (is) toch zo gek nog niet. 

En nu hoop ik natuurlijk dat jullie deze soep ook een keertje gaan proberen. Nu in het voorjaar is het de beste tijd voor deze soep, omdat de blaadjes nog jong, sappig en fris zijn. Dus ga (gewapend met handschoenen, plastic tas en schaar) naar een plek waar je van weet (of hoopt) dat er geen honden worden uitgelaten en duik die berm in! Negeer de rare blikken van voorbijgangers als zij jou bezig zien tussen het onkruid. Want het is echt de moeite waard. 

Brandnetelsoep

Wat heb je nodig voor 1,5 liter soep?
  • 150 gram brandnetels
  • 2 sjalotjes
  • 1 knoflookteen
  • 2 blokjes tuinkruidenbouillon
  • 1 blokje kippenbouillon (of groentebouillon voor de vegetariërs onder ons)
  • 1,5 liter water
  • 150 ml slagroom (of meer naar smaak)

De bereiding

  • Draag plastic handschoenen en was de brandnetels schoon in een vergiet. Verwijder blaadjes die er niet uit zien als een brandnetel en gooi brandnetels weg die niet mooi fris en groen zijn. 
  • Ruk alle blaadjes van de dikke stengel en gooi de stengels weg. 
  • Fruit de sjalotjes met de knoflook kort aan in een soeppan met een beetje olijfolie. Voeg dan de brandnetels toe. Laat ze in een paar minuten slinken (ik zou in deze fase nog geen hapje durven nemen). 
  • Het is eigenlijk net spinazie
  • Voeg het water en twee bouillonblokjes (1 van elk) toe aan de brandnetels en kook de netels in circa 15 minuten gaar.
  • Zet een staafmixer in de pan en pureer de soep totdat deze glad is met kleine spikkeltjes groen.
  • Roer er de slagroom doorheen en proef of de soep goed op smaak is (dat is nu wel veilig). 
  • Voeg eventueel naar smaak nog een bouillonblokje, peper of peperoncino toe. 

Lekker!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten