Translate

vrijdag 28 oktober 2016

Een Bridget Jones complex en een Pompoen Cheesecake

Het is niet moeders mooiste. Maar wel heel lekker!

Aanstaande maandag is het Halloween en daarom krijgen jullie vandaag een recept met pompoen.

Nu is het niet zo dat ik zelf heel veel heb met dat feest. Zo ben ik helemaal, maar dan ook echt helemaal, niet geschikt voor verkleedfeestjes. Ik heb namelijk een Bridget Jones Complex. En wel eentje zonder enig onderliggend trauma (dat schijnen de ergsten te zijn). Ik ben namelijk altijd bang dat ik de enige ben die verkleed op een feestje aankomt. En zelfs al blijkt dit niet het geval te zijn.... Het gevoel dat ik voor aap sta, blijft de hele avond voortduren.

Ik sla dit soort feestjes dus bij voorkeur over.

Ik had dit al op jonge leeftijd, toen ik als Zuid-Hollands meisje in Brabant kwam wonen en ineens te maken kreeg met carnaval. Eén keer heb ik me verkleed: ik zette een paarse pruik op, verstopte twee ballonnen onder mijn shirt, deed een geruiten schort om, en liep de trap af richting voordeur..... om na twee stappen op het tuinpad rechtsomkeer te maken, naar boven te rennen, de dingen uit te gooien (en door te prikken), en tot grote verbazing van mijn familie stoïcijns beneden op de bank te gaan zitten.

Ik denk dat ik op 1 hand kan tellen hoe vaak ik sinds die tijd verkleed de deur uit ben gegaan. Het Halloweenfeest dat ik meemaakte tijdens mijn studietijd in Amerika was er eentje van. Maar dat was min of meer gedwongen, omdat twee van mijn nieuwe exchange vriendinnetjes op die dag jarig waren en een feestje vierden. En zij en al mijn andere vrienden in mijn dormitorium woonden. En ik een zwaar religieuze roommate had die elke dag op onze kamer (van 15m2) kerkdiensten zat te kijken. En het me toch nog net een graadje erger leek om deze hele avond in háár bijzijn door te brengen.

Verkleed als hippie met een enorme pruik, deed ik dus mijn best om mee te gaan in de feestvreugde, terwijl, naarmate de avond vorderde, de nylon haren van mijn krullenbos langer en langer en langer werden zodat ik er -met mijn zeer ongemakkelijke plateauzolen- de hele tijd over struikelde.

Kortom: het was een groot succes.

ik deed wel mijn best... 

Wat dat betreft kun je - met zo'n Bridget Jones Complex- toch maar beter lekker thuis een pompoentaartje bakken. Ook met een geruiten schortje om wellicht, maar natuurlijk zonder ballonnen of pruik (tenzij je je daar beter bij voelt...maar dat lijkt mij weer een ander soort complex).



Pompoen cheesecake

Zoals jullie weten, ben ik geen grote bakker. En toch heb ik deze taart zelf verzonnen. Ben er dus best trots op, alhoewel het qua uiterlijk niet echt een schoonheidsprijs verdient. Dat kun jij vast beter! Succes.

Oja: tip van de dag: er gaat gecondenseerde melk in het recept. Dit (het gesloten blikje) moet je eerst zo'n 2,5 uur koken in water. Dan wordt het een heerlijke karamelachtige substantie. Dit kun je al enige tijd van tevoren doen: een paar maanden ofzo.


Oja: je krijgt echt heel veel taart. Maar anders houd je allemaal halve verpakkingen over. En wat is nou erger?

Oja: laat de taart bij voorkeur een nachtje opstijven.

Wat heb je nodig?

  • 600 gram pompoen (oranje versie met schil, zonder pitjes)
  • 600 ml mon chou
  • 1 blikje gecondenseerde melk dat 2,5 uur is gekookt (in het gesloten blik)
  • 2 el. speculaaskruiden
  • 2 el. donkere basterdsuiker
  • 3 el. gewone suiker
  • 175 gram boter
  • 400 gram speculaasjes
  • 150 gram pecannoten
  • evt. marsepeinen paddenstoelen
  • 2 taartvormen + bakpapier

Hoe maak je het klaar?

  1. Kook de pompoen in wat water tot hij zacht is. Giet af en laat afkoelen.
  2. Maak de boter zacht, en vermaal het met de koekjes tot een compacte massa. 

  3. Klik het bakpapier vast in de taartvormen. Bekleed de taartvormen met de koekjesmassa, en zet in de koelkast om hard te laten worden.
  4. Mix de mon chou met de pompoen, basterdsuiker, de helft van de speculaaskruiden en de gecondenseerde melk. Maak het luchtig. 

  5. Proef de pompoenmassa. Het moet vooral niet te zoet zijn. Schep op de bodem in de twee taartvormen. 
  6. Zet de taarten afgedekt weg. Liefst een hele nacht, anders tenminste acht uur. 
  7. Smelt de gewone suiker in een koekenpan met dikke bodem. En schep de pecannoten door de suiker zodra je ziet dat deze bijna helemaal gesmolten is. Zet het vuur uit en bestrooi de noten met de tweede theelepel speculaaskruiden. Laat afkoelen totdat je de pecannoten voorzichtig uit elkaar kunt trekken (de suiker is echt heel heet!). 

  8. Versier de taart met de pecannoten en de marsepeinen paddestoeltjes als je die hebt. 



vrijdag 21 oktober 2016

Het vlees is zwak (en behoorlijk authentieke lasagna)


Van de week ontving ik een appje van iemand: "ik heb echt heel onwijs lekker vegetarisch gekookt. Helemaal geslaagd. Maar nu lig ik in mijn bed en kan ik alleen maar aan shoarma denken."

Dat heb ik dus ook. Sinds ik vorige week die ecologische voetdruk van het WNF deed (met een niet al te best resultaat), wil ik eigenlijk alleen maar vlees eten. Heel veel vlees en heel veel kaas. Het is echt vreselijk. Ik heb dus een heerlijke paté van fazant gekocht, geweldige lekkere Parmaham ingeslagen, en twee topkaasjes in huis gehaald.

Maar het wordt erger: ik ben ook nog naar die geel-blauwe winkel geweest om te kijken naar NIEUWE MEUBELS! En vervolgens heb ik daar tot mijn grote schande een volledig niet duurzaam ijsje op basis van vette slagroom uit de automaat gehaald. Om in de juiste terminologie te blijven: mijn vlees is zwak. 

Uit recent onderzoek van de Universiteit Utrecht is gebleken dat dit precies de reden is dat wij (de omnivoren en wereldbol-molesteerders onder ons) vegetariërs en veganisten eigenlijk knetter irritant vinden. Die zijn namelijk wel in staat om uit ideologische overwegingen vlees te mijden (of überhaupt een dierlijk product). "Wij" houden niet van vegetariërs en veganisten, omdat zij benadrukken wij niet sterk genoeg zijn. Omdat zij ons doen inzien, dat "wij" niets over hebben voor een betere wereld. Dat wij dus eigenlijk heel slecht zijn.

Het is echt waar: dit blijkt immers uit wetenschappelijk onderzoek.

De grap is wel dat ik mijzelf helemaal niet herken in deze conclusie. Ik vind het namelijk wel heel erg knap als iemand uit ideologische overwegingen vegetariër of veganist is. Juist omdat het zo moeilijk is als je het zo vreselijk lekker vindt!

Het gros van de vegetariërs dat ik ken vermijdt echter geen vlees of vis vanuit een ideologie of de wens om de wereld een beetje beter te maken. Zij eten dit niet omdat ze het niet lusten. En daar zit geen greintje opoffering bij. Er is zelfs geen enkele lijdensweg. Integendeel! Het is een excuus om te vermijden dat je moet zeggen: "dat lust ik niet". Iets dat ik al kind al niet mocht zeggen, en iets dat je als volwassene natuurlijk al helemaal niet hardop mag uitspreken.

Maar goed: ik schijn een uitzondering te zijn op de regel (het zal weer eens niet). Wij vinden mensen die iets niet lusten blijkbaar beter te verteren (om in de juiste terminologie te blijven) dan mensen die hun best doen om de wereld een beetje beter te maken. Wat zijn we soms toch gek met zijn allen.

Vlak voordat hij de oven ingaat...

Lasagna met vleessaus

Heel veel mensen noemen dit gerecht lasagne, maar ik heb het mijn hele leven lasagna genoemd.
Het is erg lekker om tussen de laagjes pasta ook nog een plakje gekookte ham te leggen (een Italiaanse kokkin die ik goed ken, doet dat altijd). Maar dat leek mij gezien mijn verhaal over duurzaamheid een tikkie over the top. Dit heb ik dus weggelaten (zie je dat ik best bereid ben om te lijden voor het goede doel?).
Let op: de saus moet tenminste twee uur pruttelen.

Wat heb je nodig?


Voor de vleessaus (ook lekker over de pasta):
  • 500 gram rundergehakt
  • 5 ansjovisjes
  • 500 gram passata
  • 1 ui
  • 1 halve winterpeen
  • 1 grote teen knoflook
  • 1 stengel bleekselderij
  • 1 groot glas rode wijn
  • 1/2-1 liter runderbouillon
  • snuf nootmuskaat
Voor de bechamelsaus:

  • 9 dl. melk
  • 50 gram boter
  • 40 gram bloem
  • halve tl. nootmuskaat
  • 2 laurierblaadjes
En verder:

  • verse lasagnavellen
  • 1-2 bollen mozzarella
  • 60 gram Parmezaanse kaas
  • ovenschaal
  • staafmixer of zin om goed te hakken

Hoe maak je het klaar?

  1. Maak eerst de saus. Hak de ui, knoflook, wortel, ansjovis en bleekselderij heel erg fijn. Ik hakte het met de staafmixer. Bak dit aan in wat olie tot het begint te geuren. 
  2. Voeg dan het gehakt toe en de nootmuskaat mee, en bak dit totdat het gehakt gaar is. 
  3. Voeg de wijn, passata en de bouillon toe. Meng goed, en laat dit ongeveer twee uur pruttelen. Check regelmatig of het niet droog kookt. 
  4. Verwarm de oven voor op 180 graden.
  5. Maak de bechamel ongeveer een kwartier voor de vleessaus klaar is, door eerst de boter te smelten en hier de bloem doorheen te mengen. Laat dit even bakken totdat de bloem lichtbruin kleurt. Voeg dan de melk, de laurierblaadjes en de nootmuskaat toe. Meng alles goed zodat je geen klontjes krijgt. Laat de saus koken tot hij dik en romig is. Zet dan het vuur uit.
  6. Schep circa 1/4 van de vleessaus in de ovenschaal, leg hier een pastavel overheen en schep er dan wat bechamel overheen. Herhaal dit en eindig met bechamel. 

  7. Strooi de kazen over de laatste laag bechamel, en zet alles ongeveer 40 minuten in de oven totdat de lasagna goudbruin is en pruttelt. 

vrijdag 14 oktober 2016

Drie wereldbollen en vooruit dan maar: vegetarische tortilla



Ik schijn 3,2 wereldbollen nodig te hebben. Drie komma twee wereldbollen! Ik ben in shock.

Het is deze week de week van de duurzaamheid en in dat kader deed ik de WNF Voetafdruktest. Het idee? Enkele eenvoudige vragen beantwoorden over wonen, voeding, lifestyle en reizen, en dan te horen krijgen of onze aardbol het aan zou kunnen als iedereen zo zou leven als ik.

Nee dus. En bij lange na niet dus.

Ik doe het overigens wel iets beter dan de gemiddelde Nederlander. Mijn voetafdruk is 5,7 hectare en de gemiddelde Nederlander heeft er 6,3 nodig.

Even los van het feit dat ik denk dat de test een paar missers maakt in de vraagstelling (het aantal vragen is wel zeer beperkt) en dus ook de conclusie wat kort door de bocht is (ik verbruik max. twee komma vier wereldbollen, echt waar, max. 2,4!), vrees ik dat er toch een kern van waarheid in het eindresultaat zit.

Ja, mijn huisje uit 1863 kan beter geïsoleerd worden. En ja: ik moet zeker eens groen gas gaan aanschaffen. Maar ik gebruik echt al alleen maar led-verlichting, en heb mijn lampen en verwarming alleen aan als ik thuis ben. Zonnepanelen zou ik wel willen: maar met 1 zonnepaneel zit mijn dak al vol.

Ja, ik koop wel eens nieuwe meubels en eigenlijk altijd nieuwe kleding (tweedehands voelt toch niet helemaal fijn), maar mijn schoenen breng ik echt wel naar de schoenmaker voor een tweede en zelfs derde leven. En mijn oma's oude eettafel krijgt bij mij binnenkort met alle liefde ook een nieuw thuis.

Ja, ik eet te veel en te vaak vlees en vis. Maar wel altijd biologisch en duurzaam, en ik doe al jaren mijn uiterste best dit te minderen (soms wat minder succesvol dan andere keren, ik houd jullie -lezers- hier altijd goed van op de hoogte). Maar van mijn kaasjes en mijn eieren neem ik geen afstand hoor! En ook al adviseert de uitslag van de test mij dit, ik ga niet aan de tofoe of aan dat ranzige spul van de Vegetarische Slager. Getverderrie. Dan maak ik liever zo'n veganistische burger op basis van zwarte bonen, zoals laatst. Met hier en daar een klein smokkel-ingrediënt.

En ja, geen zorgen. De laatste tip aan mij zal ik zeker onthouden: GA EENS VAKER MET DE FIETS OP VAKANTIE. Je hebt helemaal, maar dan ook helemaal gelijk. Deze tip had alleen een paar weken eerder moeten komen.


Tortilla's met zoete aardappel 

Laat een ding duidelijk zijn: ik wil niet verantwoordelijk zijn voor het opmaken van 2,4 (of wellicht toch 3,2) aardbollen. En ik doe ook echt mijn best hiervoor. Zo leek het me toch verstandig om deze week een vegetarisch recept op mijn blog te plaatsen in plaats van de lasagna met vlees, ansjovis, mozzarella, en eierpasta die ik eerst voor ogen had (erg lekker!). Die volgt nu dus pas volgende week.

Dit recept had ik jullie een tijd geleden al beloofd. Het komt uit het kookboek "Miljuschka's Food Trucks".

Ik serveerde de tortilla's met het andere recept van Miljuschka en liet iedereen zijn eigen tortilla samenstellen.


Wat heb je nodig voor 4-6 tortilla's?


  • Kleine tortilla's (ik vind die van Santa Maria het lekkerste)
  • 100 gram zachte geitenkaas 
  • 1 grote zoete aardappel (200-300 gram)
  • olijfolie
  • cayennepeper, peper en zout
  • 4-6 el. amandelschilfers
  • bosje bieslook in kleine stukjes
  • eigen inbreng: 2 rode uien in dunne ringen die je even in wat boter, honing (1 tl.), en balsamicoazijn (1-2 el.) zachtjes hebt laten pruttelen tot ze lekker zacht zijn. 


Hoe maak je het klaar?

  1. Schil de aardappel, snijd hem in schijven, en bak de schijfjes in wat olijfolie zachtjes gaar. Breng op smaak met cayennepeper, peper en zout. 

  2. Bak de tortilla's in een droge koekenpan tot ze zacht zijn (10-20 seconden).
  3. Smeer de geitenkaas op de tortilla, leg hier wat zoete aardappel op, bestrooi met de rode ui, de bieslook en amandelschaafsel. 







vrijdag 7 oktober 2016

And the story continues. Polenta-frietjes.



Het is vier uur als ik een enorme glanzende auto de berg af zie rijden: langzaam, heel langzaam. De auto (die zo glanst dat hij aan de overkant van het meer te zien moet zijn) moet vijf keer steken in de bocht die wij altijd in 1x nemen. Vervolgens rijdt hij als een slak in slowmotion de berg af. Hij stopt en een boomlange Italiaan stapt uit, trekt zijn colbert en stropdas recht, en spreekt trots: "jorrr texi azz eraivt".

Even schiet door mijn hoofd: boomlang en langzaam. Die Italianen zijn niet meer wat ze geweest zijn.

We stappen in en als we enige tijd later eindelijk bovenaan het bergweggetje zijn beland, voel ik het angstzweet via mijn ruggengraat naar beneden glijden. Met 50 km per uur vervolgen wij de weg naar de garage waar we onze auto moeten ophalen. We worden voorbij geraasd door andere auto's die zich ook niet houden aan de snelheidslimiet van 70 km per uur, maar dat net op een andere manier doen dan onze chauffeur. We gaan zo langzaam dat ik bang ben dat we te laat bij de garage aankomen.

"Jullie Hollanders pikken toch altijd de mooiste plekjes in" zegt de chauffeur in het Italiaans. Dat is een positief begin van een gesprek, denk ik terwijl ik vriendelijk instemmend knik. Hij heeft immers gelijk. Ons huis staat op een hele mooie plek. "Maar de Duitsers zijn erger. Die zijn overal!". Goed, dit gesprek gaat een succes worden.

"Dus u komt uit Desenzano" begin ik vriendelijk. De ogen van de man beginnen te glanzen. "Uit die omgeving komen veel goede wijnen, toch?" De gaten tussen zijn kiezen worden ontbloot door een grote glimlach. Top, mijn strategie werkt. Een Italiaan blijft een Italiaan.

"Jazeker hebben wij goede wijnen! Denk aan de Soave, de Lugana, de Groppello, de Bardolino, de Chiaretto!" Hij begint te vertellen, en naarmate hij enthousiaster wordt, gaat hij ook steeds sneller praten. Ik durf niet te zeggen dat mijn kennis van het Italiaans dit niet meer kan bijhouden, en knik ijverig met hem mee. Hij heeft niet in de gaten dat ik moeite heb om hem te volgen. Zo vol is hij van de lokale wijnen.

Het kost me wat moeite, maar na enige tijd begin ik te begrijpen dat hij zich zorgen maakt over de Lugana. De oogst blijkt dit jaar aanzienlijk minder te zijn dan in andere jaren. De opbrengst is gedaald met wel 25%. En dat wordt veroorzaakt door het weer dat funest is geweest voor de kleiachtige grond waar de Lugana zo goed op gedijt.

Dit brengt mij op de vraag of het inmiddels wel beter gaat met de olijfbomen aan het Gardameer, na het rampjaar 2014. Hij knikt: "Maar de bomen zijn nog niet de oude". "De oogst zit nog niet op het oude niveau".

Ik vertel dat wij vaak een bezoekje brengen aan Comincioli, een olijfolieboertje in Puegnago sul Garda, omdat die olijfolie -hoewel super duur- wel echt enorm lekker is. Hij vertelt dat dit komt omdat Comincioli alleen met olijven uit de regio werkt. Het heeft dan ook een DOP-certificaat waardoor je zeker weet dat het niet gemixt en gebotteld is met inferieure Noord-Afrikaanse olie.

"Kijk!" De chauffeur wijst naar een winkel die we met slakkengang passeren. "Dat is Avanzi. Daar hebben ze ook hele goede wijnen en olijfolie!". "En bier" vul ik aan. De taxichauffeur kijkt me wat vreemd aan. "Ja, en bier. Dat schijnt nogal hip te zijn onder sommige mensen in Italië". Ik voel de sfeer weer wat dalen. Gelukkig naderen we het eindpunt van onze rit: de garage waar onze auto is 'gemaakt' (maar dat is weer een ander verhaal).

We rekenen af en nemen afscheid. Hij mag dan langzaam zijn en boomlang: ik kan me niet herinneren een dergelijk gesprek ooit met een Nederlandse taxichauffeur te hebben gevoerd. De Italiaan en zijn eten: wat dat betreft lijkt er toch niets veranderd.



Polenta Frietjes


Vorige week aten we konijn van de jager (konijn in rode wijn met tomaat) en daar serveerde ik polenta-frietjes bij. Niet moeilijk, wel een tikkie omslachtig, maar leuk voor de afwisseling.


Wat heb je nodig voor 4 personen?


  • 100 gram snelkookpolenta
  • 500 ml water (check de verpakking van je polenta of jij evenveel moet gebruiken)
  • Beetje zout
  • 1 fijngehakte knoflookteen
  • Anderhalve eetlepel fijngehakte rozemarijn, salie en marjoraan
  • 60 gram parmezaanse kaas
  • Bakpapier


Hoe maak je het klaar?


  1. Zet de oven aan op 200 graden. Bekleed een ovenblik met wat bakpapier. Zet op je aanrecht of een tafel.
  2. Ik maakte de polenta klaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Ik kookte het water, voegde de polenta toe, en liet alles circa 4-5 minuten borrelen en bubbelen tot het water volledig door de polenta was opgenomen.
  3. Roer het zout, de fijngehakte kruiden en de kaas door de polenta. Schep de massa op het bakblik en maak er een grote dunne plak van (circa halve cm dik). Laat dit in 10 minuten opstijven. 

  4. Snijd rechte frieten van de polenta. Het kan zijn dat je wat randjes moet weggooien. 

  5. Bak de frietjes nog circa 10 minuten in de oven tot ze goudbruin beginnen te kleuren, en serveer! Ze worden heel luchtig.