Translate

vrijdag 29 november 2013

Hapjesavond...uh....pakjesavond (3 succesvolle borrelhappen)

1 van de heerlijke hapjes van vandaag


Altijd als de Sint weer komt
krijg ik water in mijn mond.
Nee. Dat komt niet door zijn baard
of zijn goedbedoelde aard,
of zijn goedgemutste piet.
Nee, dat is het allemaal niet.
Zelfs niet al die lekkernijen,
waarmee hij gewoon is rond te rijden,
doen mij simpel niet zó veel
dat mijn mond steeds kwijlen wil.
Een pepernoot of speculaas
Geven mij naamlijk nooit soelaas.
‘N borrelhapje daarentegen
brengt mijn klier wel tot bewegen!
Denk maar eens aan artisjok,
heerlijk gevuld tot aan de nok
met een Italiaanse kaas.
Of denk ook eens aan wat pinda’s,
zelf geroosterd met specerijen….
Dat zijn pas echt verwennerijen!
Net als olijven, zelf gekruid:
Culinaire dromen komen uit!
En dát is voor mij ‘Sinterklaas’:
een heerlijk avondje met kaas,
met wat nootjes en wat happen,
en gedichten vol met grappen.
Met een tafel vol met lekkers,
met goede worst en fijne crackers.
Met cadeautjes, groot en klein,
maar vooral met “samen zijn”
onder het genot van variatie,
is voor mij écht ’n traktatie!

Ik speel vandaag even voor sinterklaas! Want jullie krijgen vandaag niet één, niet twee, maar wel drie (!) recepten voor borrelhappen. Het ene recept is wat makkelijker dan de ander, maar alle drie zijn ze meer dan de moeite waard.

1)    Ribbelchip met zalmtartaar (ook geweldig als amuse!)
2)    Home Made Olives
3)    Thaise finger food salad met crispy rijst

Deze hapjes zijn natuurlijk ook goed te maken met oud-en-nieuw of op een feestje bij jou thuis.

1.  Ribbelchip met zalmtartaar
·           100 gram verse zalm zonder velletje
·           1 el. mayonaise (liefst Japanse)
·           1 cm wasabi (of iets meer als je dat lekker vindt)
·           1 lente-ui in dunne ringetjes
·           ½ el. limoensap
·           1 el fijngehakte koriander
·           Ribbelchips (dat zijn chips met ribbeltjes. Ik heb de oven-versie gekocht. Die is minder vet)
·           Evt. iets roods als garnering (ik had nog rode peperballetjes, maar je kunt ook ringetjes Spaanse peper doen.

Snijd de zalm in kleine blokjes. Meng vervolgens alle ingrediënten (behalve de chips en de rode garnering) door elkaar. Proef even of het lekker pikant is en goed op smaak. Het mag best iets te sterk smaken. In de loop van de avond (met drankjes en andere hapjes) kun je dat best hebben.

Haal alleen de hele chipjes uit de zak en serveer de tartaar hierop. Garneer met iets rood, en serveer direct! (anders wordt het chipje slap).


2.  Home Made Olives
·           Pot groene olijven zonder pit (eventueel zelfs gewoon het huismerk van je supermarkt)
·           Paar takjes dille
·           2 centimeter Spaanse peper
·           2 tenen knoflook
·           Schil van een biologische citroen in dunne reepjes
·           Scheut goede olijfolie

Ik houd de ingrediënten graag grof (zoals op de foto). Dan geven ze smaak af en eet je ze niet zo snel op wanneer je in de olijven prikt met een prikkertje (en gebruik je ze in het schaaltje voornamelijk ter decoratie).


Het recept is heel simpel: je giet de olijven af en eet er een paar op zodat er weer plek is in het potje voor de andere ingrediënten. Die ingrediënten voeg je toe met de olijfolie, dan schud je het potje een paar keer goed en laat je het zo 1-2 dagen staan. Daarna zijn de olijven heerlijk gemarineerd en proef je helemaal niet meer dat ze ooit zo eenvoudig waren.


Je kunt natuurlijk ook andere kruiden gebruiken. Munt of koriander zijn ook heel lekker.

3.  Thaise finger food salad
·      10 gram fijngehakte bieslook
·      25 gram fijngehakte munt
·      350 gram kipfilet van kippendijen
·      Klein kropslaatje (little gem)
·      3 tl basmatirijst
·      1 lenteui in ringetjes
·      Chilipeper
·      1 el suiker
·      1 tl. zout
·      4 el. vissaus
·      3 tl. limoensap
·      Spaanse peper in dunne ringetjes

Zet een pannetje water aan de kook met 1 el suiker en 1 theelepel zout. Zet het vuur zo dat het water een klein beetje bubbelt, en gooi de kip in de pan. ‘Pocheer’(zo heet dat) de kipfilet in ca. 15 minuten gaar. Je houdt het water nét onder de kook.

Giet het water uit de pan en trek het vlees met twee vorken uit elkaar tot losse vlokken (ipv stukjes).
Bak in een koekenpan de droge rijst zonder vet lichtbruin (ja, je leest het echt goed) . Vijzel de rijstkorrels tot kleine ronde balletjes (geen gruis). Houd deze apart.
Before
After











Voeg de gehakte kruiden, lente-ui, vissaus, limoensap en chilipoeder toe aan de kip. Meng alles goed. Laat even zo marineren (hoe langer je wacht, hoe lekkerder).

Haal het kleine kropslaatje uit elkaar en was goed. Droog de blaadjes en verspreid ze over een mooie schaal. Meng de rijstkorreltjes door het kipmengsel en schep dit in de slablaadjes. Garneer met Spaanse peper (op de foto heb ik stukjes tomaat gebruikt, omdat mijn Spaanse peper op was).

Serveer! 


vrijdag 22 november 2013

De eenhandsmaaltijd (kaasfondue met truffel)

Dit eten we vandaag!


Ik heb een logistiek probleem.
Ik heb namelijk mijn vinger gebroken.
Van mijn linkerhand.

Het bewijs.

“Oh, gelukkig. Haar linkerhand.” hoor ik je nu denken.
Maar ja…. Nu moet je drie keer raden…

Ja precies.

Een paar dingen worden zo een beetje lastig.
Zoals schrijven. En typen. En tandenpoetsen.
En eten naar je mond brengen.
En yoghurt en tandpasta uit je haren vegen.

Hockeyen is ook lastig.

Want bij hockey, ja, daar gebeurde het.
“Dat is ook een veel te gevaarlijke sport!”hoor ik je nu denken, en:
“Wees blij dat je in ieder geval je tanden nog hebt!”
Ja, ja, ja. Met schaken overkomt je dit inderdaad niet.
Dat klopt.
Maar ik kan niet schaken.

Koken, daarentegen, kan ik weer wel een beetje.
Maar is nu ook heel lastig.
Zeker als je een kookblog hebt
Waar je wekelijks wat op wilt schrijven.

Maar zie hier!
De uitvinding van deze week:
De eenhandsmaaltijd:

Geen moeilijk snijwerk.
Geen grote hoeveelheid pannen waarin tegelijkertijd geroerd moet worden
Nee.
Gewoon 1 pan waarin je wat ingrediënten mikt.
Die tezamen een goede maaltijd opleveren.

Zoals kaasfondue met truffelpecorino.

Pecorino. Speciaal voor mij in stukjes gesneden door de kaasboer.

Voor 2 personen:
·      400 gram gerapte basiskazen zonder overheersende smaak (ik heb bij ‘Hooft’ op de Burgermeester Reigerstraat in Utrecht een heerlijke Hollandse kaasfonduemix gekocht).
·      150 gram geraspte pecorino (schapenkaas) met truffel (de meeste kaasboeren hebben dit wel)
·      1 el. aardappelzetmeel of maïzena
·      2 knoflooktenen in grove stukken (als dat lukt met 1 hand. Ik vond het moeilijk)
·      400 ml. witte wijn (zie plaatje voor mijn wijnkeuze, met dank aan Hooft)
·      Brood en ander lekkers in hapklare stukken om in de kaasfondue te dippen (zoals worteltjes en bloemkoolroosjes).

De wijn
Even voor de duidelijkheid: een kant-en-klare-kaasfonduemix kopen ligt niet echt in mijn aard. Maar de Italiaanse basiskazen waar ik mee wilde experimenteren (fontina, asiago, spressa en/of provolone) kon ik nergens vinden. En toen heb ik me voor deze ene keer (omdat ik zo verschrikkelijk zielig ben natuurlijk) laten verleiden tot het kopen van een (overigens heerlijke) mix van Hollandse boerenkazen.

De bereiding:
1.    Meng in een glaasje de aardappelzetmeel of maïzena met een scheutje wijn tot een papje.
2.    Smelt de kazen op een heel laag vuur in een pannetje
3.    Voeg het papje en de wijn toe.
4.    Blijf rustig roeren (met je rechterhand) tot je een mooie egale fondue hebt
5.    Veeg de spetters kaasfondue uit je gezicht.
6.    En serveer de fondue met het brood en de groenten.

vrijdag 15 november 2013

Over snotolven en gepofte kastanjes


Dit eten we vandaag. Zou het een snotolf zijn?
Het ziet er geweldig uit als borrelhap: een half (gekookt) aardappeltje met een klein schepje crème fraîche er op en een paar eitjes imitatiekaviaar. Het is nóg mooier wanneer je het ene aardappeltje versiert met rode kaviaar en de andere aardappel met zwarte. En daar maak je dan een hele schaal van. Prachtig!
Maar ja…. Toen kwam het Tv-programma de Keuringsdienst van Waarde (KvW). En die ons liet zien waar dit imitatiekaviaar vandaan komt en wat er zoal moet gebeuren om de eitjes in dat fijne goedkope potje te krijgen.
Ik zal niet in detail treden. Maar het komt er op neer dat er een vis bestaat die snotolf heet (echt waar) en dat die snotolf nou niet echt op hele een hele mooie wijze aan zijn (om precies te zijn: haar) einde komt. Het komt er ook op neer dat ik mijn aardappeltjes voortaan niet meer met deze eitjes serveer en het voortaan houd bij rood en zwart zout. Dat ziet er ook geweldig uit….
Dankzij de KvW zijn er meer dingen die ik niet meer eet. Als ik al van plan was geweest om mandarijntjes uit blik te eten, dan hebben ze die wens in de kiem gesmoord door aan te tonen dat deze mandarijntjes dankzij een soort van wastafelontstopper van harde nare velletjes afkomen. Maar hier lig ik niet echt van wakker. Want wie eet er nou mandarijntjes uit blik?
De zalmforel daarentegen, vind ik weer wel een probleem. Daar zit ik een beetje mee in mijn maag (of eigenlijk niet meer, dankzij de KvW. Maar dat terzijde). Volgens de KvW blijkt de zalmforel namelijk niet te bestaan. En dat vind ik best bijzonder aangezien ik al járen elke zomer zalmforel koop bij een forellenkwekerij in Italië.
De zalmforel blijkt een marketingtruc te zijn. Een soort van publieksbedrog. Want eigenlijk eten we een regenboogforel, die in het wild roze gekleurd vlees heeft vanwege zijn voeding (garnalen en kreeftjes). De gekweekte forel is echter uit zichzelf niet roze. Het is namelijk te duur om deze vissen te voeren met hun traditionele voeding. Daarom krijgt de forel een kleurstof toegediend die (bij de meeste kwekerijen) uit aardolie wordt gehaald en hetzelfde effect bewerkstelligt: roze vis! En dit gebeurt allemaal omdat het publiek het grijze vlees van de gekweekte forel niet zou willen eten. Al kan ik mij niet herinneren dat mij dit ooit gevraagd is.
Ik vind het wel lastig hoor, al die kennis over waar ons voedsel vandaan komt. Af en toe krijg ik bijna het gevoel dat we continu voor de gek worden gehouden: een duurzaam ei blijkt een plofkip-ei, een rund blijkt een paard te zijn, een inktvisring is stiekem de anus van een varken en Sinterklaas blijkt ook al niet te bestaan.
Daarom krijgen jullie vandaag een gerecht waarvan ik denk dat er (bijna) niet mee gesjoemeld kan zijn: gepofte kastanjes. Die kun je namelijk zelf in het bos verzamelen. Dus je weet precies waar het vandaan komt!
Gepofte kastanjes zijn in mijn optiek één van de gezelligste en leukste borrelhapjes die er zijn. Je gaat naar het bos om ze te verzamelen (of naar de Natuurwinkel of goed gesorteerde supermarkt), poft ze in het as van een open vuur (of in de oven) en eet ze gezellig warm samen met je vrienden (of heerlijk in je eentje).
Wat heb je nodig?
·      Zoveel kastanjes als je opkunt
·      Echte goede roomboter (plakje)
·      Zout (liefst Maldon zoutsplintertjes, gewoon te koop bij een goede supermarkt)
·      Aluminiumfolie
·      Hete oven (220 graden)

1.    Was de kastanjes (doe ik eigenlijk nooit, maar misschien wil jij dat wel doen. Dan kan dat)
2.    Snijd met een scherp mesje in al je kastanjes een klein sneetje (kleine centimeter). Ik heb dit ooit niet gedaan en de kastanjes zo (zonder folie) in de oven gelegd. Het resultaat: tientallen rondschietende brandende bommetjes in mijn oven. Kortom: volg mijn instructies op.
3.    Stop de kastanjes in een aluminiumfolie. Vouw dit dicht (geef de kastanjes wel een beetje ruimte in de verpakking) en leg het pakket midden in de oven.
4.    Kijk na 20 minuten of je kastanjes gaar zijn. Dit zie je doordat de schil is opengebarsten en de kastanje door en door glanst. Voor de zekerheid kun je er eentje pellen(harde en dunne velletjes verwijderen) en voorproeven. Hij moet zacht zijn als een gekookte hardkokende aardappel.
5.    Serveer met de boter en het zout.
 

NB 1: Ook kinderen vinden kastanjes eten super lekker (en gezellig). Zeker als je het combineert met een boswandeling en zoektocht!
NB2: Je kunt checken of je kastanjes goed zijn door ze (voor je ze poft) in een bak water te gooien. Blijven ze drijven? Dan zijn ze niet meer goed (is me helaas een paar keer overkomen)
NB3: Als je zelf kastanjes gaat verzamelen in het bos, moet je de wilde en tamme kastanje niet met elkaar verwarren. Je hebt de tamme kastanje nodig. Die zitten in een stekelig jasje (en liggen     momenteel overal op de grond!).

vrijdag 8 november 2013

Écht eten (een voorgerecht van gebakken knolselderij met blauwe kaas en peer)

Dit eten we vandaag!
Afgelopen donderdag werd de uitslag bekend gemaakt van de verkiezing “Kookboek van het jaar”. Grote winnaar was het kookboek ‘Polpo’ van Rusell Norman.  Ik kende het kookboek (nog) niet. En dat klinkt misschien een beetje gek, maar dat komt omdat ik tegenwoordig uit zelfbescherming met een grote bocht om de meeste boekwinkels heenloop (ja, het is en blijft een zwakke plek voor me).
Door de uitslag van de verkiezing ben ik natuurlijk wel enorm nieuwsgierig geworden. Ik weet  het was niet verstandig, maar vandaag ben ik toch maar weer eens een kijkje gaan nemen in de boekhandel. Want een kookboek dat omschreven wordt als ‘verrassend’, ‘origineel’ en ‘overheerlijk’, vol staat met Italiaanse recepten en door een vakjury uitgeroepen wordt door  “hét kookboek van het jaar” kan natuurlijk niet in mijn collectie ontbreken. Ahum, ik bedoel: daar moet ik natuurlijk ook eens in bladeren.
(ik heb dus even gebladerd en het feit dat ik heb besloten het toch niet aan te schaffen zegt wel iets…)
Ik heb overigens zelf ook gestemd voor ‘het kookboek van het jaar’. Niet dat ik behoor tot de vakjury hoor (ik zou wel willen), maar er werd ook een publieksprijs uitgereikt. Ik (en jij) mocht dus meestemmen en tot mijn grote blijdschap werd mijn eerste keuze ( “Echt eten” van Jonathan Karpathios ) ook uitgeroepen tot de winnaar van het publiek.
“Echt eten” heb ik onlangs in een moment van zwakte gekocht toen ik op de Wildste Markt in Rotterdam (onderdeel van het World Food Festival) tegen de schrijver van het boek aanliep. Jonathan Karpathios stond op de markt met een heerlijk klein hapje gepofte biet in een rozenbottelsaus, en had stápels van zijn boeken in zijn stand liggen.
Ik kon maar 1 ding concluderen toen ik het boek opensloeg: WAT EEN GAAF BOEK!
Het boek ziet er allereerst qua lay-out al om te smullen uit. Daarnaast staat het boordevol met originele recepten die ik nog niet eerder in een kookboek ben tegengekomen. Denk bijvoorbeeld aan gepofte aardappel met hennepzaad, gevulde ui met roomkaas en bieslook, komkommerchutney, of kaasbitterballen. En aan worteltaart met witte chocolade, gedroogde basilicum, homemade piccalilly en sambal, of gerookte yoghurt.
Er zitten ook wat vlees- en visgerechten in het kookboek,  maar het boek bevat hoofdzakelijk groentegerechten. Dit komt omdat Jonathan zijn eigen moestuin heeft waar hij dagelijks uit kookt in zijn restaurant “Vork en Mes” in Hoofddorp.
Omdat ik niet dagelijks (zelfs niet jaarlijks) in Hoofddorp kom, zie ik mijzelf nog niet zo snel in dit restaurant genieten van de kookkunsten van deze kok, en zal ik het moeten doen met de recepten uit het boek. Vandaar dat we vandaag één van zijn gerechten gaan maken.
Salade van gebakken knolselderij met peer en blauwaderkaas
Hé, als je goed kijkt zie je mij.
Oké. Ik moet eerlijk bekennen dat ik mij niet helemaal aan het recept heb gehouden. En ook mijn presentatie is wat anders dan Jonathan heeft bedacht. Kijk zelf maar wat je doet. Mijn versie was in ieder geval erg lekker.

·         1 knolselderij
·         Olijfolie
·         2 zachte handperen (ik had Doyenné du Comice)
·         1 zakje rucola (ik had winterpostelein, maar ik denk dat waterkers ook heel lekker is)
·         200 gram blauwaderkaas (ik had Blue Bear, vergelijkbaar met Danish Blue)
·         Peper & zout
·         (ik gebruikte ook Vincotto. Dit is een soort dikke balsamico-azijn, alleen dan van twee druivensoorten gemaakt)

1.       Was de knolselderij goed, en snijd hem in grove stukken. Je hoeft de knolselderij niet te schillen.

Mijn versie: Ik zou de knolselderij wel heel goed schoonmaken (ik kwam een levende regenworm tegen….) en toch wél grotendeels schillen. Bovendien heb ik de knolselderij in dunne plakken gesneden in plaats van in grove stukken.

                                                           
2.      Besprenkel de knolselderij met olijfolie, strooi er peper en zout overheen, en meng alles goed.
3.         Leg de stukken knolselderij in een koekenpan en bak ze op hoog vuur tot ze een mooi bruin korstje hebben.
4.         Laat de knolselderij afkoelen . Schil in de tussentijd de peren en verwijder de klokhuizen. Snijd de peren in partjes.

Mijn versie: ik heb de peren in hele dunne plakken gesneden (vergelijkbaar met de knolselderij)

5.         Leg de rucola (of andere sla) mooi op de borden en schik de knolselderij en de peer er op.
6.         Brokkel de kaas over de knolselderij, besprenkel het geheel met olijfolie en wat peper.

Mijn versie: druppel er een beetje vincotto of balsamico-azijn over heen.

vrijdag 1 november 2013

Mijn vriezer zit vol (en luchtige bloemkoolpuree met salie)

Dit eten wij vandaag!
Mijn vriezer zit vol
Mijn koelkast puilt uit
Mijn vaatwasser maakt overuren
Mijn vaat staat tot aan het plafond

Ik eet zwaar alcoholische toetjes met grappa
(terwijl ik daarna nog over een hockeyveld moet rennen)
En zit doordeweeks aan de kwartels met wijn

Maar doorslaggevend was het telefoontje van mijn moeder
Met de mededeling dat ze  “twee verhaaltjes achterliep”
Omdat ze “het tempo niet bij kan houden”.

Mijn moeder. Die toch elke woensdag en elke zaterdag
Aan haar computer gekluisterd zou moeten zitten
Snakkend naar een nieuw verhaal van mij
Liep twee verhaaltjes achter.

Dan kun je eigenlijk maar 1 conclusie trekken.
Misschien zijn twee verhalen en twee recepten per week gewoon een beetje te veel
Als de afwas zichzelf niet afwast
En de vaatwasser op volle toeren draait
En je met het zoveelste tupperwaretje in je hand
Radeloos naar de vriezer staart.

Kortom: We nemen wat gas terug.
Voortaan nog 1 verhaal per week.
Op zaterdag. Of op vrijdagavond als ik weer eens niet kan wachten tot de klok 12 uur heeft geslagen.
Of misschien toch stiekem een keertje op woensdag, omdat ik gewoon te veel inspiratie heb.

Ik hoop dat je me blijft volgen.

Vandaag krijg je van mij het recept voor heerlijke zachte Bloemkoolpuree met salie die bijzonder lekker smaakt met een gebakken stukje heilbot en krokante spekjes met tijm.

Wat heb je nodig voor 3-4 personen?
·      1 grote bloemkool (ca. 500 gram)
·      4 kleine vastkokende aardappels (ca. 300 gram)
·      4 tenen knoflook
·      25 gram boter
·      2 el. volle kwark
·      5 blaadjes verse salie
·      Zout
De puree maken is heel eenvoudig:
1.    Maak de bloemkool schoon en schil de aardappels
2.    Snijd ze in stukjes en gooi ze met de (ontvelde) knoflook in een pan met water.
3.    Breng het water aan de kook en kook alles gaar. Dit duurt ongeveer 15 minuten.
4.    Giet alles af, voeg de boter, salie en de kwark toe en mix alles tot een luchtige en egale massa (bijvoorbeeld met een staafmixer).

5.    Voeg zout toe naar smaak.
Ik at hier heilbot bij die was meegebakken met wat spekjes. Gebruik hiervoor (3-4 personen):
·      200 gram spekreepjes
·      150 gram heilbot p/p
·      Paar takjes verse tijm


1.         Bak eerst de spekjes zachtjes uit in wat olijfolie. Voeg dan de vis en de tijm toe.
2.         Bak de vis totdat deze gaar is en een bruin korstje heeft.
3.         Serveer de vis op de puree met de uitgebakken krokante spekjes en wat losse blaadjes verse tijm.