Maandag was mijn oom uit Amerika op bezoek. En natuurlijk kook ik dan echt Hollands: pindasaus, soto ayam, kipsaté en sambaleieren. SAMBAL-eieren. Geen samba-leieren. Want dat bestaat niet.
Sambaleieren dus. Die er niet uitzien op de foto, maar in het echt wel super lekker zijn. Je moet er alleen wel even een tussenstop bij de toko voor maken. Want de meeste ingredienten zijn niet in de gewone supermarkt te vinden.
Zo heb je nodig:
Laoswortel
Laoswortel lijkt qua uiterlijk een beetje op een mix van aardpeer en gember en is ook in gedroogde vorm te krijgen in de gewone supermarkt. Voor dit recept moet je echter de wortel hebben die je in plakjes snijdt.
Laoswortel is een beetje zurig, heeft qua smaak wel iets van een peperige gember. Maar dan toch anders....
Een andere naam is galangawortel, en men beweert dat het kan helpen tegen misselijkheid en goed is voor de spijsvertering.
Voor gebruik schil je de laoswortel meestal even (tenzij je echt een hele jonge schone hebt). En houd je wat over? Dan kan het gewoon in de vriezer bewaard worden!
Daun Salam
Daun Salam is een heel mooi redelijk groot blad dat je ook
bij de toko kunt vinden. Het blad ruikt nergens naar (vind ik), maar het geeft wel een citroenachtige smaak af. Hiervoor moet je het blad wel eerst heel goed kneuzen.
Ik vond het blad erg veel op laurier lijken. Het blijkt dat het ook wel Indische laurier wordt genoemd. Het is echter niet met laurier te vervangen. Daarvoor verschillen deze bladeren te veel van smaak.
In mijn gerecht gebruik ik verse Daun Salam. De toko verkocht een hele stapel. Deze heb ik in de vriezer gegooid: wel met het risico dat het blad iets van smaak verliest.
Daun Salam groeit in Indonesië en Maleisië, maar ook in Suriname. De subtiele smaak geeft in combinatie met de laoswortel de typische Indische smaak aan een gerecht.
Palmsuiker
Palmsuiker is gevaarlijk! Als je het koopt in de stukken zoals je hiernaast ziet, is het bijna een snoepje geworden. Een stuk hiervan heb ik dus zo in mijn mond gestoken (vertel het vooral niet verder....), een ander stuk ging in de pindasaus, en ongeveer 2 theelepels gingen bij de eieren.
Palmsuiker wordt uit een palm gehaald. Nu kennen wij zelf niet zo veel palmbomen, maar in de tropische gebieden wel. De palmsuiker komt dus soms van een kokospalm, maar ook wel van een dadelpalm of arengapalm.
De kleur van de suiker kan variëren. Van lichtbruin, tot zo donker als op de foto.
Palmsuiker is gezonder dan witte suiker. Het heeft een lage glycemische index, zodat je er minder snel een enorme suikerpiek van zult krijgen.
En tenslotte: klapper! Hier heb ik geen foto van gemaakt, maar dat is omdat klapper gewoon een andere naam voor kokospalm en/of kokosnoot is. Uit de kokosnoot wordt kokoswater gehaald, kokosvlees en kokosolie. Wanneer je het kokosvlees raspt, mengt met heet water en uitknijpt, krijg je kokosmelk. Als dit geconcentreerd wordt in een blok, heet het santen (creamed coconut).
SAMBALEIEREN
Dit recept heb ik ooit gekregen van een Chinese collega van mij die erg van koken houdt en graag experimenteerde met recepten uit andere Aziatische landen.Bereid het gerecht een dag van tevoren.
Wat heb je nodig?
- 8 eieren
- 1 gesnipperde ui
- 3 knoflooktenen (fijngesneden)
- 2 cm laoswortel, geschild en in schijven
- 2 tl. sambal oelek
- 2 Daun Salam blaadjes
- 2 tl. palmsuiker (stukjes ter grootte van 2 suikerklontjes)
- zout
- 400 ml kokosmelk (1 blik)
Hoe maak je het klaar?
- Kook de eieren tot ze hard zijn (7 minuten in kokend water), pel en halveer ze. Houd ze apart.
- Fruit de ui en de knoflook in een steelpannetje in wat olie.
- Voeg alle ingrediënten, behalve de kokosmelk en eieren, toe als de ui en knoflook glazig zijn geworden. Meng alles goed door.
- Voeg de kokosmelk toe en roer een paar keer. Laat het heet worden.
- Leg de eieren in de kokosmelk en laat het geheel ten minste 1 nacht lekker marineren.
- Verwarm de eieren voorzichtig voor het serveren. Je wilt niet dat de dooier uit het ei valt (zoals bij mij).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten