Translate

vrijdag 28 augustus 2015

A chi tocca? Gevulde courgettebloemen

Deze gaan we vullen

Erik van Muiswinkel verkoopt kaas op de markt in Noord-Italië. Dat weet de echte Erik van Muiswinkel misschien niet, maar elke keer als ik op ons vakantieadres naar de markt ga, zie ik hem (of in ieder geval zijn dubbelganger) toch echt staan tussen de kilo's Parmezaanse kaas, Bagoss, Taleggio en Gorgonzola.

Erik van Muiswinkel weet dat hij aan mij een goede klant heeft. Regelmatig sla ik hier namelijk de nodige kilo's Parmezaanse kaas in voor mijn Italiaans georiënteerde huishouden in Nederland. En voor de mensen die op mijn Italiaans georiënteerde huishouden letten wanneer ik mij weer eens een keertje in Italië bevind.


Ondanks de kilo's kaas die ik jaarlijks afneem bij Erik, is het een klus om mijn bestellingen aan hem door te geven. Ik zie zijn blik van herkenning over de toonbank gaan als hij mij in het vizier krijgt, maar zie tegelijkertijd de rijen Italiaanse dametjes om zijn marktkraam staan die hem voorzien van zijn dagelijkse en wekelijkse inkomsten. En probeer dan maar eens tussen al die dametjes door je bestelling door te geven!

Nu is het niet zo dat deze dametjes mij over het hoofd kunnen zien, wachtende in de rij voor de kaas (de lengte van de gemiddelde Italiaanse was ik al ontgroeid voor mijn tiende levensjaar), maar toch zijn die dames mij de baas. Hoe hard ik ook "SI. IO!" gil, wanneer Erik met zijn blik op mij gericht "A chi tocca?" vraagt: die Italiaanse dames weten keer op keer op slinkse edoch elegante wijze mijn plekje in de rij in te pikken. Waarna Erik met een verontschuldigende blik naar mij, en een vriendelijke glimlach naar de dame in kwestie, zijn mes in de door haar gewenste kaas zet. Want hij weet inmiddels ook wel dat die Olandese zo overrompeld is dat ze voorlopig nog niet vertrekt.

Erik verkoopt ook worst.

Het is een spel dat gespeeld wordt op de markt in Italië, en waarvan je de regels moet kennen of moet accepteren. Een spel dat niet alleen bij de kaasboer gespeeld wordt, maar ook bij de groenteman en de visboer, en de slager, en.... waar dan ook. Het is een spel waar je, als je de regels niet goed kent, uren zoet mee kunt zijn, zeker als je -zoals ik- de joker in het spel bent.

Maar goed, uiteindelijk heeft ook de joker een keertje geluk, en is er -meestal een Italiaanse heer- die in de gaten krijgt dat die signora straniera wel al erg lang op haar stukje kaas (of worst of melanzane) staat te wachten.  En dan ben jij, een tikkie gefrustreerd, eindelijk ook een keertje de 'chi' in de 'a chi tocca'.

Melanzane (aubergines)


Gevulde courgettebloemen (3-4 pers, bijgerecht of hapje)

Het is wel heavy stuff

Op de markt in Italië vind je de lekkerste dingen: zoals deze bloemen van de courgette. Soms kom je ze in Nederland ook tegen. Sla ze dan gelijk in! En maak ze binnen 1-2 dagen klaar (anders verleppen ze).

Wat heb je nodig?

  • een stuk of 9-10 courgettebloemen liefst met een kleine courgette er aan vast
  • 200 gram bloem
  • 2 eieren
  • 200 ml stevig bier (ik had bruin bier)
  • 1 halve tl. zout
  • 1 halve tl. peperoncino
  • 1 mozzarella, in kleine stukjes gesneden (circa 9 stukjes)
  • 3-4 ansjovisjes, elk in circa 3 stukjes gesneden
  • extra zoutvlokjes (maldon)
  • Halve fles arachideolie (pindaolie). Zonnebloem mag ook, maar vind ik zelf vies.

Hoe maak je het klaar?


  1. Maak het beslag door het bier te mengen met de eieren, de bloem, het zout en de peperoncino. Je krijgt als het goed is een beslag dat qua dikte vergelijkbaar is met pannenkoekenbeslag. Zorg dat alle klontjes van de bloem weg zijn.
  2. Check alle courgettebloemen op beestjes en haal de stampers uit de bloemetjes. 
  3. Vul de bloemen met een stukje mozzarella en een stukje ansjovis. Draai de blaadjes van de bloemen dicht. 
  4. Leg de bloemen met de courgettes in het beslag. Zorg dat alles goed bedekt wordt. 

  5. Verhit de olie in een diepe pan. Bak hierin de bloemen totdat het deeg goudbruin wordt. 

  6. Haal de bloemen uit de pan, dep droog met wat keukenpapier, en bestrooi met zoutsnippers.
  7. Serveer warm, maar pas op als je in het bloemetje bijt. Er kan wat heet sap uitstromen.

vrijdag 21 augustus 2015

De apericena en de lekkerste zomerse drankjes van 2015



De Italianen lijken iets nieuws te hebben. De apericena. De apericena ("opent de avondmaaltijd") is een fenomeen dat we in Nederland natuurlijk al lang kennen. Tenminste: in mijn familie zeker. Je schenkt een lekker drankje in en serveert er heerlijke hapjes bij. En zodanig veel lekkere hapjes, dat je daarna eigenlijk niet meer hoeft te eten.

Klinkt heel simpel en bekend toch? In mijn familie noemen we dat 'borrelen'.

Toch is het fenomeen wel iets nieuws bij de Italianen. Je vindt het daarom zeker nog niet overal in het land. Met name in grote steden als Rome, Turijn en Milaan kom je het steeds vaker tegen.

In de kleinere dorpen in Noord-Italië waar ik regelmatig kom, kennen ze de apericena nog niet. Of doen ze in ieder geval net alsof het niet bestaat. Hier zijn ze namelijk juist een beetje aan het wennen aan het idee dat het misschien wel lekker is om iets meer dan een chippie bij het aperitief te serveren (mijn hemel: dat heeft ook jaren geduurd voordat ze dat doorhadden).

Dan hebben die Hollanders met hun speciale borrelkaart dat toch al jaren veel beter gezien: stukjes worst, stukjes kaas, bittergarnituurtje, een bakje pinda's? Elke zichzelf respecterende horecagelegenheid in Nederland heeft wel iets van dit alles op de kaart staan. Al moet je hier natuurlijk wel apart voor betalen. Het blijft tenslotte Nederland, nietwaar?

In Italië is dat anders. Bij de apericena zitten de hapjes al verwerkt in de kosten voor je drankje. Bestel je een glas wijn? Dan krijg je toegang tot het buffet. En dat is meestal wel een heel stuk spannender dan een Kwekkeboom-bitterbal of een stukje Stegeman leverworst.

Italië zou overigens Italië niet zijn als de apericena niet tot de nodige onrust zou hebben geleid. Want de apericena botst natuurlijk wel met het eenvoudige aperitivo dat juist bedoeld is om de smaakpapillen wakker te schudden zodat je daarna heerlijk kunt genieten van de traditionele Italiaanse maaltijd. Maar na die apericena geloof je het wel met die pasta van oma die uren op het vuur heeft staan pruttelen. En dat ligt natuurlijk wel gevoelig bij de Italianen. 

Mijn verwachting is daarom dat ik in mijn Noord-Italiaanse dorpjes vol met Italiaanse nonna's de apericena voorlopig nog niet tegen zal komen. Ik denk dat ik hier al blij moet zijn met het chippie, en wie weet: het stukje kaas, dat ik hopelijk bij een van onderstaande drankjes geserveerd zal krijgen.

De Pirlo

De Pirlo is de voorloper van de Aperol Spritz, maar dan:
  • zonder de Spritz (de bubbels) en
  • meestal zonder de Aperol.
Het is officieel een mix van witte wijn, plat water, en Campari. Maar wordt dus soms met Aperol gemaakt. Het komt van origine uit de stad Brescia (Noord-Italië).

Gebruik voor de Pirlo de volgende ingrediënten in de volgende verhoudingen:
  • Witte wijn (3),
  • Campari of Aperol (2), en
  • Spa Rood (1)
Serveer met een schijfje sinaasappel.

De Negroni

De Negroni is eigenlijk al een heel oud drankje (waarschijnlijk ontstaan ergens rond 1920 in Toscane) dat in Italië weer hip aan het worden is. Je wordt er alleen ladderzat van. Iets minder heftig is de Negroni Sbagliato die op dezelfde manier gemaakt wordt, maar waarbij de gin vervangen is door wijn met een bubbel, zoals Prosecco. De Negroni is fris, maar bitter van smaak.

Gebruik voor de Negroni of Negroni Sbagliato in gelijke verhoudingen:
  • Gin
  • Vermouth en
  • Campari
Serveer met een schijfje sinaasappel.

De Amaretto Sour

De Amaretto Sour heb ik onlangs voor het eerst gedronken op het Italie-Evenement in Haarzuilen. Het was een tikkie te zoet voor me, maar dankzij de citroen wel heel verfrissend. Serveer de Amaretto Sour met lekker veel ijsklontjes en wat schijfjes citroen.

Je hebt nodig:
  • 45 ml Amaretto (gebruik niet dat nep-spul dat je in de supermarkt vindt. Dat is mierenzoet en heeft bijna geen alcohol. Echte amaretto, amandellikeur, heeft een alcoholpercentage van rond de 30 procent)
  • Sap van een halve citroen
  • 1 tl suiker
Los de suiker op in het citroensap. Vul het glas met ijs, en schenk de Amaretto en het citroensap hier over heen. Roer alles goed door. 

Er zijn overigens ook recepten waarbij bovenstaande ingrediënten worden aangevuld met het eiwit van een rauw ei. Dit heb ik zelf nog niet geprobeerd.


vrijdag 14 augustus 2015

Wat heb jij in je mandje? Thaise kokossoep



Ik heb een supermarkt waar je standaard 10 mensen voor je in de rij hebt staan. En dat is echt niet overdreven. Het is zo'n gele supermarkt met van die bordjes dat de vierde in rij gratis boodschappen krijgt. Met van die kleine lettertjes eronder dat dit niet geldt als alle kassa's al in gebruik zijn... En laat dat nou altijd het geval zijn.

Waarom deze gele supermarkt toch zo populair is? Waarschijnlijk doordat je helemaal aan de andere kant van de stad de gele letters op de gevel kunt lezen met de mededeling dat ze zo vreselijk goedkoop zijn. Helaas blijken dat in de praktijk overigens nooit de producten te zijn die ik altijd koop. Maar goed: dat probleem heb ik bij die bekende blauwe supermarkt ook. Ik heb een ongekend talent voor boodschappen doen met de minste bonus van iedereen. Maar elk talent moet je koesteren, nietwaar?

Nu mijn blauwe supermarkt door een verbrand stokbroodje tijdelijk uit de roulatie is, moest ik van de week weer eens boodschappen doen in mijn gele supermarkt. Voor dit soort onoverkomelijke situaties heb ik altijd de neiging om een spelletje te spelen terwijl ik wacht tot ik eindelijk aan de beurt ben. Zo heb ik de vreemde neiging om in de mandjes van mijn mede shoppers te kijken om te raden wat ze die avond eten.

Meestal is dat niet zo moeilijk en zie ik een pakje liggen met een tekst als "Kant en Klare Aardappel, Groente en Vleesschotel" waar dan met kleine letters op staat vermeld: "Voeg alleen aardappel, groenten en vlees toe".

Ik hoop dan altijd stiekem dat ik in het mandje een stukje vis aantref, met bijvoorbeeld een zoete aardappel en iets als winterpostelein. Maar naast een gebrek aan creativiteit, lijkt ook burgerlijke ongehoorzaamheid het gros van de klanten onbekend.

Soms, als mijn rij echt bijzonder lang is, probeer ik aan de hand van de boodschappen te raden wat voor persoon achter mij in de rij staan. Of probeer ik aan de hand van de persoon achter mij te raden welke boodschappen in het mandje liggen (ja inderdaad, mijn leven kan soms behoorlijk spannend zijn). 

Het mooiste vind ik het als mijn verwachtingen volslagen incorrect zijn. Dan zie ik bijvoorbeeld quinoa, cress en tofu in het mandje achter mij, en kijk ik in het gezicht van een blozende vijftiger met bierbuik. Of zie ik artisjokjes, ansjovis, basilicum en een mooi visje, en blijkt er een dames jaarclub achter mij te staan.

Helaas komt dit niet heel vaak voor.

Stiekem hoop ik wel eens dat de persoon naast of voor me in de rij uit verveling het zelfde doet als ik. En in mijn mandje kijkt, en (wie weet) geïnspireerd raakt. Citroengras? Gember? Kokosmelk? "Goh, misschien moet ik daar de volgende keer eens iets mee maken, en dat pakje eens een keertje laten staan".

Thaise kokossoep (2 personen)


Wat heb je nodig?

  • 2 stengels sereh (citroengras): door midden gesneden en een beetje geplet met je mes
  • 1 cm verse gember: geschild en in grove stukken
  • 2 tenen knoflook: fijngehakt
  • 1 el. sesamolie
  • 2-3 el. vissaus
  • 200 gram sugarsnaps of peultjes, schoongemaakt
  • 100 gram taugé
  • 1,5 blokje kippenbouillon
  • 2 limoenen: in kwarten
  • 400 ml kokosmelk
  • Evt. 50 gram glasnoedels als je een gevulde soep wilt

En voor de garnering:
  • Spaanse peper: fijngehakt
  • Lente-ui: in kleine ringetjes
  • Koriander: fijn gesneden


Hoe maak je het klaar?

  1. Bak de gember met het citroengras, 1 limoen en de knoflook in de sesamolie tot alles lekker gaat geuren. 
  2. Voeg de kokosmelk toe met de bouillon en een halve liter water. Meng alles goed door. Zet het vuur zacht, en laat circa een kwartier zachtjes pruttelen (niet koken) zodat alle smaken goed in elkaar trekken.
  3. Voeg de vissaus toe. Vissaus is een behoorlijke zoute saus. Proef dus goed of je er niet te veel in doet naar je smaak.
  4. Voeg de peultjes of sugarsnaps toe en laat ze in ongeveer 8-10 minuten beetgaar worden in de soep. Gooi dan de taugé erbij. 

  5. Serveer de soep met bakjes Spaanse peper, lente-ui en koriander. En eventueel met de glasnoedels als je een gevulde soep wilt.
    Hierbij de soep met de glasnoedels

vrijdag 7 augustus 2015

Eikels eten ananassen. Tonijnsalade met borlottibonen

Een hele kleurrijke salade!

Ik las wel eens vaker een column van Sylvia Witteman, maar toen ik haar verhaal over haar Duitse taalprobleem las, werd ik fan. Mijn hemel, wat heb ik in een deuk gelegen. En het mooie was: mijn moeder belde die avond op om te vertellen dat zij zo ontzettend had gelachen om een column van Sylvia Witteman en dat ik die toch echt eens moest lezen.

Het was ook zo vreselijk herkenbaar. Zo ken ik het verhaal van een familielid dat een Duitse vriend ooit vertelde dat haar auto vol "Enten" zat. Ze bedoelde mieren, maar zei per ongeluk toch echt iets heel anders, waardoor de vriend vol verbazing naar haar auto keek. Hetzelfde familielid zei ook ooit een keer in Frankrijk: "Non, merci. C'est un oeuf"  [enough] toen de ober haar wijn wilde bijschenken. En zo had ik het zelf ooit over "acorns eat pineapples" toen ik de volslagen oninteressante mededeling wilde doen dat eekhoorntjes van dennenappels houden. Mijn opmerking trok in ieder geval wel ineens ieders aandacht.

Hoe dan ook, na het lezen van de bewuste column van Sylvia Witteman, kocht ik al snel een aantal van haar kookboeken waarin ze recepten begeleidt met haar komische columns. Tjonge, ik heb zelden zo gelachen bij een recept. Haar kookboeken lagen naast mijn bed en elke avond moest ik mijzelf voornemen om maar een paar recepten per keer te lezen. Anders was (1) het kookboek zo uit, en (2) riskeerde ik een ernstig slaaptekort.

Tegenwoordig volg ik Sylvia Witteman op Twitter. Alhoewel ik nog steeds moet lachen om haar columns en opmerkingen (alhoewel het soms wel wat grof is), valt me op dat ze steeds vaker over haar katten en specifiek haar jongste aanwinst (een stoere kitten) schrijft en steeds minder over het koken. Daar moest ik aan denken toen ik een beetje een writers'  block had deze week en alleen maar verhalen kon verzinnen die met mijn hond te maken hebben: 
  • mijn hond die zo de sloot inloopt omdat ze denkt dat het gras is;
  • mijn hond die met wapperende oortjes in haar fietsmand zit;
  • mijn hond die tijdens een logeerpartijtje uit haar mandje ontsnapt en in de neus van mijn slapende neefje bijt;
  • mijn hond die ligt te slapen op de behandeltafel van de dierenarts (in afwachting van een prik)...
Ik heb dus gewoon een hond die stiekem haar botje begraaft. Briljant hè? 

Nu wil ik zeker niet zeggen dat ik ook maar enigszins in de buurt van Sylvia Witteman kom met mijn wekelijkse verhaaltjes, maar het verband tussen het schrijven van een verhaal met een recept en de overmatige aandacht voor een huisdier, legde ik wel deze week. Ze houdt me namelijk nogal bezig: mijn hond. Het liefst schrijf ik alleen maar over haar en haar avonturen! En als je daarbij ook nog bedenkt dat ik afgelopen dinsdag voor het eerst van mijn volwassen leven heb gedineerd met een gebakken ei (!) omdat ik het door mijn hond te druk had om boodschappen te doen (laat staan te koken), dan moeten we ons met zijn allen misschien een beetje zorgen gaan maken. 

Gaat dat nog goed komen met mij en het koken? Ga ik nog de juiste inspiratie vinden? Ga ik nu alleen nog maar over honden schrijven? 

We gaan het zien.

 ***********

Tonijnsalade met borlottibonen (lunchgerecht 2 personen)


Eigenlijk had ik voor vandaag een recept bedacht met gevulde avocado ("advocado" volgens de caissière van Albert Heijn), maar de eetrijpe avocado liet het afweten: daar kan ik iemands hersens mee inslaan. Gelukkig toverde ik dit recept uit de hoge hoed (i.e. voorraadkast). Het is een van de lievelingsrecepten van mijn moeder. Officieel heeft het maar drie hoofdingrediënten (bonen, tonijn en ui), maar ik vind mijn recept net wat spannender.

Wat heb je nodig?


  • 1 blik tonijn
  • 2 blikken borlottibonen (400 gram per stuk, tegenwoordig in de Nederlandse supermarkt)
  • 1 grote rode ui
  • 1 knoflookteen
  • Wittewijnazijn of (appel)ciderazijn
  • 2-3 eetlepels taggiasca olijven (gewoon in de supermarkt, klein en zwart)
  • Handvol verse bladsla (ik had nog een zakje snijbiet, veldsla is ook lekker)
  • goede olijfolie
  • wat gemalen chilipeper en zout

Hoe maak je het klaar?


  1. Snijd de ui in dunne ringen en snijd de knoflook fijn. Leg dit in een schaaltje met een flinke scheut azijn. Laat dit circa 15 minuten zo staan. De uien en knoflook worden zo veel milder (minder scherp) en zijn echt prima rauw te eten. 

  2. Giet de bonen en de tonijn af en meng deze in een schaal met de ui en knoflook. Gooi de azijn weg.

  3. Leg de snijbiet rondom de bonen.
  4. Bestrooi met olijven, chilipeper,en zout. En giet er een flinke scheut olijfolie overheen. 
  5. Serveer! Super simpel, maar super lekker.